De man die dinsdag voor de derde keer schuldig werd bevonden aan winkeldiefstal van muziektijdschriften krijgt een voorwaardelijke taakstraf van drie weken. De straf is relatief laag omdat het volgens de politierechter in Amsterdam geen ‘doorsnee winkeldief’ betreft.
“Ik vind de rechter wijs, maar had mezelf wel een hogere staf gegeven. Dit zijn zaken die echt niet door de beugel kunnen.” Veroordeelde J. (62) zit op de stoeltjes bij de rechtbank in Amsterdam. Zijn grijze haren zitten kaarsrecht in een scheiding gekamd, hij draagt een nette zwarte jas. Op zijn schoot houdt hij zijn tas met beide handen stevig vast. Hij kijkt onrustig om zich heen. Hij is alleen, niemand weet dat hij hier zit. Ook zijn vrouw niet. “Het was nog spannend wanneer de brief met de dagvaarding zou komen. Al wekenlang was ik aan het wachten en denken: laat het ding in vredesnaam komen als ze weg is. En de brief kwam net de ochtend dat ze van huis was. Gelukkig maar.’
De spanning van het stelen
J. werd op 14 augustus 2010 door een winkelmedewerker betrapt toen hij twee muziektijdschriften uit de AKO op het stationsplein in Amsterdam probeerde te stelen. Hij had de tijdschriften in zijn tas gestoken en was toen rustig naar buiten gelopen. “Ik was de winkel al uit, maar achter me hoorde ik iemand een gigantische sprint maken. Ik bleef toch rustig doorlopen. Toen voelde ik een hand op mijn schouder. Of ik even mee wilde komen naar de balie. Enerzijds verwacht je het, anderzijds schrik je toch enorm.”
Het is de derde keer dat J. is opgepakt voor winkeldiefstal. De eerste twee keer (2003 en begin 2010) kreeg hij een boete. Nu hij voor de derde keer is opgepakt, moet hij voorkomen bij de politierechter. Alle keren ging het om muziektijdschriften: “Daar zitten dan zulke mooie cd’tjes bij, ik koop ze ook wel eens gewoon. Maar die tijdschriften zijn best duur en ik heb ze totaal niet nodig, ik kan makkelijk zonder. Toen ik ze gelezen had gooide ik ze ook weg, wat moet ik dan nog met die bladen? Vlak voor het stelen gaan verschillende gedachtes door me heen. Jatten. Je wilt het opeens heel graag jatten, die spanning voelen dat je ontdekt kan worden. Ik schaam me er nu dood voor, ik weet niet wat me bezielde. Maar die dag zat ik niet lekker in mijn vel, en dat probeerde ik te compenseren met stelen. Dat is alles. Het is een opwelling op dat moment. Je even happy voelen.”
Zogenaamd overwerken
“De politie reageerde nogal laconiek. Ik denk dat ze verbaasd waren dat iemand van mijn leeftijd winkeldiefstal pleegde.” Hij was ruim op tijd voor zijn rechtszaak, zeker anderhalf uur te vroeg. “Ik heb tegen mijn vrouw gezegd dat ik extra moet werken, dit is normaal mijn vrije dag. Dus heb ik vanochtend net gedaan alsof ik naar mijn werk ging. Maar toen wist ik niet goed wat ik moest doen, daarom ben ik hier maar vast gaan zitten.”
Met zachte stem heeft hij in de rechtszaal geantwoord op de vragen van de rechters, en meerdere malen zijn spijt betuigd. Hij is veroordeeld tot drie weken voorwaardelijke taakstraf. Pas als hij de volgende keer nog een keer steelt, volgen er consequenties. “Het waren aardige rechters, ik had ze veel strenger verwacht. Eventueel een hoge geldboete of een taakstraf. De politie had al uitgelegd dat je bij een taakstraf in vrijheid je rooster mocht opstellen, dus dat je je werkgever en vrouw niet op de hoogte hoefde te stellen over wat je ging doen. Maar dat hoeft nu gelukkig sowieso niet meer.”
Hij krijgt nog een brief van het OM met de veroordeling thuisgestuurd. Het is daarom afwachten of hij het geheim weet te houden. “Of ik nu weer die mazzel heb dat mijn vrouw dat niet leest weet ik niet. Als ze de brief in handen krijgt ga ik het wel eerlijk zeggen. Dan moet ik wel. Ik ben zo kwaad op mezelf geweest. Dit nooit meer, en die straf die me boven het hoofd hangt is nu echt een stok achter de deur. Ik ga de positieve kanten in het leven zoeken.”