Amsterdam, 7 jan – De afgelopen jaren verdwenen verschillende Poolse winkels uit het Amsterdamse straatbeeld. Het aantal potentiële klanten is klein, de huur hoog en Albert Heijn een nieuwe concurrent. Marek Strzeszewski is de eigenaar Sklep Polski, de enige overgebleven Poolse supermarkt in Amsterdam. Waarom redt hij het wel?
Amsterdam – Poolse worsten, zoals kabanosy en krakowska, Poolse soepen, zoals barszcz czerwony (rode bietensoep) en zurek (zuurkoolsoep), maar ook tijdschriften en pantoffels. De Poolse supermarkt op de Van Woustraat heeft het allemaal.
Eigenaar Marek Strzeszewski is een van de ongeveer 3500 Polen in Amsterdam. Een op de vier ingeschreven Poolse Amsterdammers is ondernemer, zo blijkt uit gegevens van de gemeentelijke Dienst Onderzoek en Statistiek. De meeste Poolse ondernemers zijn werkzaam in de bouwsector, facilitaire en persoonlijke dienstverlening en zakelijk beheer. De Poolse detailhandel en horeca hebben het moeilijk in Amsterdam.
In de drieënhalf jaar dat Sklep Polski bestaat heeft Strzeszewski veel winkels en horecagelegenheden zien komen en gaan. Delicatessenwinkel KingSajz, café Sami Swoi, pub Bialy Orzel, restaurant Polonia en supermarkt Sklep Erica zijn inmiddels allemaal gesloten. Wat is het geheim van Strzeszewski?
“Naamsbekendheid, discipline en geluk,” zegt hij nuchter. “Maar we moeten vechten om te blijven bestaan. Ik heb ook wat zekerheid ingebouwd door al mijn winst te investeren in nieuwe ondernemingen. Als de ene slechter loopt, kan ik dat compenseren met de inkomsten van mijn andere ondernemingen.”
Sinds twee maanden verkoopt Strzeszewski ook keukens via internet. “Keukens zijn in Polen veel goedkoper,” legt hij uit. “We nemen bij twee fabrieken in Polen keukens af en brengen die naar Nederland. Vooral het transport is duur, maar als het past, laad ik de keukens in de vrachtwagens die goederen brengen naar mijn supermarkt.”
Strzeszewski is vooral trots op zijn laatste project: Polskie Radio Amsterdam. Een radiozender die via het internet alle Poolse Amsterdammers moet voorzien van Poolse muziek, nieuws, praat- en kinderprogramma’s. Hij hoopt op den duur te verdienen aan de reclameberichten. “De internetsite werkt al, maar kan nog maar vijfhonderd luisteraars aan. Aanstaande maandag gaan we over op een Amerikaanse server die zevenduizend luisteraars tegelijkertijd aan kan. In de toekomst hoop ik ook op luisteraars in België, Frankrijk en Duitsland.”
Maar Strzeszewski heeft meer bedrijven. In 2009 startte hij een Pools cateringbedrijf en vorig jaar opende hij in de Van Woustraat een reclamebureau samen met zakenpartner Romuald Braclaw. “Het bureau loopt aardig, maar we zijn nog zoekende,” zegt Braclaw. “Met onze lage prijzen trekken we wel Polen aan, maar de Nederlanders zijn moeilijker te overtuigen. Zij denken: ‘Als het zo goedkoop is, is de kwaliteit vast niet goed.'”
Bij de inmiddels gesloten Poolse supermarkt Sklep Erica in de Eerste Oosterparksstraat bleven de Nederlanders ook weg. “We moesten het vooral hebben van Poolse gezinnen die in Nederland wonen, maar zij haalden meestal slechts een keer per maand boodschappen,” zegt voormalig eigenaresse Renata van der Vlies. “Veel van de Polen die hier tijdelijk werken, slaan massaal eten in voordat ze vertrekken uit Polen. Bovendien lag onze winkel in een Turkse-Marokkaanse buurt en zij eten geen varkensvlees.”
In zijn supermarkt heeft Strzeszewski dat probleem niet. “In mijn winkel komen ook veel Nederlanders. Johannes van Dam heeft onze winkel zelfs aanbevolen met een 9 als rapportcijfer.” De recensie hangt ingelijst aan de muur. “Toen hij binnenstapte wist ik niet eens wie hij was. Hij zag er een beetje raar uit.”
Balthazar Houtappel, bestuurslid van de Vereniging Pools-Nederlandse Ondernemingen, ziet het verdwijnen van Poolse bedrijven als een schiftingsproces. “De ondernemingen die overleven breiden zich uit. Tegelijkertijd verdwijnen de kleine ondernemingen. Dat zie je ook in de bouw. Sommige Polen begonnen als eenmanszaakje en zijn uitgegroeid tot kleine of middelgrote bouwbedrijven. Anderen zijn gestopt, omdat ze niet genoeg verdienden of omdat ze terugkeerden naar Polen.”
Volgens Houtappel krijgen Poolse winkels moeilijk een voet aan de grond, omdat jongere, geïntegreerde Polen wegblijven. “De klanten van Poolse supermarkten zijn vaak oudere Polen, die al langer in Nederland wonen, of juist bouwvakkers die hier tijdelijk werken. De meeste klanten van deze winkels vinden het prettig om in de Poolse sfeer te blijven. De Poolse supermarkten zijn eigenlijk een soort van heimwee-winkels. Bovendien kun je bij steeds meer supermarkten tegenwoordig ook Poolse producten kopen.”
Strzeszewski verwacht echter geen concurrentie van de supermarkten. “Toen ik begon kwamen vooral bouwvakkers Pools bier halen. In de loop der jaren is mijn winkel echter een delicatessenzaak geworden met duurdere, betere producten voor zowel Nederlanders als Polen die permanent in Nederland wonen. Andere Poolse winkels hadden niet dezelfde kwaliteitsproducten. En in de supermarkten kan je alleen langhoudbare producten krijgen, zoals bier en ogórki kiszone [gezuurde augurken]. De klant die bijzondere Poolse producten wil, komt bij mij. Grote supermarkten zullen bijvoorbeeld nooit speciale Poolse worst verkopen, omdat die een sterke geur heeft. Als ze die verkopen, jagen ze alleen maar klanten weg.”