Door de crisis vinden mbo-leerlingen bouwkunde geen stageplek meer. Jongeren hebben daardoor geen zin om de opleiding te gaan volgen, en dat wordt in de toekomst weer een probleem. “Over vier jaar zijn er te weinig opgeleide bouwvakkers.”
In een groot ROC gebouw bij Amsterdam Sloterdijk zitten twee jongens voorovergebogen te turen naar een bouwtekening. Nauwkeurig bestuderen ze elke lijn, af en toe meten ze maten op met een geodriehoek. In een programma op de computer voeren ze met lichte tegenzin de afmetingen in op een digitale plattegrond, en tekenen waar ramen en deuren komen te zitten. “Dit hoor je eigenlijk op je stageplek te doen”, zegt de 19-jarige mbo bouwkunde student Richard van Hattum. “Maar die hebben we niet.”
Sinds de zomervakantie probeert Van Hattum om een stageplek te vinden bij een bouwbedrijf. Hij heeft zeker vijftien sollicitatiebrieven geschreven, maar is nergens aangenomen. “Ik heb zo goed als alle bouwbedrijven in Amstelveen en Amsterdam benaderd. BAM, Strukton, Ymere.” Hij zucht diep. “Het schiet niet op.”
Ook zijn medestudenten hebben met dit probleem te maken. Allemaal willen ze hun studie bouwkunde in de praktijk uitvoeren. Leshley Respino (20) schreef sinds juni ook al vijftien sollicitatiebrieven, Stefan Razab (20) zeker tien. Bijna de helft van de studenten in de klas van Van Hattum is het niet gelukt om een plek te bemachtigen. Zijn klas is exemplarisch voor de situatie op het ROC Amsterdam. Zo’n 40 tot 50 procent van de mbo leerlingen bouwkunde heeft er geen stageplaats.
Steeds vaker hebben scholen moeite om voor al hun mbo-studenten een stage of leerwerkplek in de bouw te vinden. Volgens Colo, een vereniging die in veertig branches het aantal stage- en leerwerkplekken bijhoudt, is zo goed als elke plek in de bouw bezet. De verwachtingen voor de komende jaren zijn niet beter.
Bouwstop is stagestop
Het gebrek aan stage- en leerwerkplekken komt door de economische crisis, zegt Joep Jansen van kenniscentrum van de bouw- en infrasector Fundeon. Vorig jaar zagen de grote bouwbedrijven hun orders met 30procent dalen, bouwprojecten werden gestaakt. “Bedrijven zeggen dat ze op dit moment geen stagiaires meer kunnen hebben”, vertelt ook docent Bert van der Linden. “Normaal gesproken kan ik studenten helpen die uit zichzelf geen stageplaats kunnen vinden. Maar nu zijn ook mijn contacten beperkt.” De schaarse stageplaatsen die er zijn moeten onder alle studenten verdeeld worden. “Bouwbedrijven gaan steeds hogere eisen aan de mbo-studenten stellen”, zegt Van der Linden. “Ze hebben veel meer keus en zijn kieskeuriger, omdat er meer aanbod is.”
Huseyin Kazel (20) knikt heftig. Hij solliciteert deze week met drie andere klasgenoten op dezelfde stageplaats bij een woningbouwcorporatie. “We zijn elkaars concurrenten geworden”, zegt Kazel lachend. Zenuwachtig voor de sollicitatie is hij niet. “Ik heb al vier keer gesolliciteerd”, zegt hij stoer. “Maar soms willen bedrijven liever iemand met een hogere opleiding. Dat heb ik al een keer gehad.”
Ook tekorten in andere branches
Niet alleen in de bouw zijn er door de economische crisis minder stageplaatsen beschikbaar. Ook in de mobiliteitsbranche (bijvoorbeeld een autotechnicus) en de reisbranche zijn bedrijven minder snel bereid om leerlingen een stageplaats aan te bieden. Er is tevens minder behoefte aan stagiaires die een economische mbo-opleiding volgen. Junior accountmanagers en juridisch medewerkers vinden over het algemeen lastig een stageplek. Dat blijkt uit de stagebarrometer van Colo, een vereniging die in veertig branches het aantal stage- en leerwerkplekken bijhoudt. Andere sectoren hebben minder problemen.
Denkbeeldige opdracht
ROC Amsterdam probeert hoe dan ook de studenten aan het werk te houden. Zo hebben ze sinds dit studiejaar vervangende projecten voor studenten die niet direct een stageplaats kunnen vinden. “Opdrachten die ze normaal bij een bouwbedrijf zouden uitvoeren, doen ze nu gesimuleerd op school”, vertelt Coen Kraak, hoofd van de opleiding Bouw aan het ROC Amsterdam. De studenten kunnen dan studiepunten halen zodat ze niet achterlopen, en tegelijkertijd ervaring opdoen.
Van Hattum werkt samen met zijn medestudent Kaj van Alphen (18) aan zo’n project. Ze moeten een kantoorpand verbouwen in Zoetermeer. Denkbeeldig dan. “We maken nu een plattegrond, daarna gaan we kijken of het gebouw na de verbouwing wel goed geïsoleerd is”, legt Van Alphen uit. Op een computer maken ze bouwtekeningen en driedimensionale animaties van hoe het pand eruit zal gaan zien.
Ook Leshley Respino werkt aan een project dat ze van haar leraar heeft gekregen. Ze is bezig om een pand op de Amsterdamse Utrechtsestraat te renoveren. Vanachter haar computer bekijkt ze de foto’s en tekeningen van het smalle, typisch Amsterdamse gebouw. “Ik moet het pand opmeten en een nieuwe indeling maken.” Ze wijst naar een bouwtekening. “Hier komt een kleine badkamer, ernaast een slaapkamer. Ik doe wat de eigenaar wil.”
“Maar je bent niet echt in de praktijk bezig”, zegt Van Hattum. “Ik denk dat er na je studie best last van hebt als je geen stage hebt gelopen. Al je kennis komt dan van wat je op school hebt geleerd, en niet uit werkervaring.”
Minder studenten
Nu de kansen op een goede stageplaats sterk zijn afgenomen, is de mbo-opleiding bouwkunde voor studenten minder interessant geworden. Op het ROC Amsterdam waren er vorig jaar nog 210 mbo-studenten die bouwkunde gingen studeren, dit jaar zijn dat er nog 165. Landelijk zijn er volgens Fundeon 30 procent minder inschrijvingen.
Ook Richard van Hattum en Kaj van Alphen vinden hun studie minder leuk nu ze geen stage kunnen lopen. Een van hun medestudenten heeft inmiddels een stageplaats gevonden, en doet niet meer mee aan hun project. Een ander teamlid heeft zich vandaag verslapen. “Nog meer werk voor ons dus”, verzucht Van Alphen, terwijl hij met de muis van zijn computer over de plattegrond van het kantoor sleept. Af en toe zet hij een paar lijnen, of maakt een vierkant met de tekst nooduitgang. “En dat voor een denkbeeldig project dat niet eens echt wordt uitgevoerd”, zegt Van Hattum geïrriteerd. “Bij een stage ben je nog nuttig. Nu zit ik maar op school.”
Opleidingshoofd Coen Kraak kent de frustratie van de studenten. Maar hij voorziet in de toekomst nog grotere problemen als minder jongeren zich voor de bouwopleiding aanmelden. ”Dan is er over vier jaar opeens een krapte op de arbeidsmarkt en zijn er te weinig opgeleide bouwvakkers. Door de vergrijzing kun je op je vingers natellen dat er een tekort aan mensen gaat zijn. En dan kloppen alle bouwbedrijven zeker weer voor stagiaires bij ons aan.”
Kraak weet dit uit ervaring. In de jaren tachtig ging het ook slecht in de bouw. Er kwamen minder opdrachten binnen, en ook toen konden stagiaires geen stageplek meer vinden. “Toen de markt weer aantrok stonden bouwbedrijven plotseling te schreeuwen om stagiaires”, vertelt Joep Jansen van Fundeon. “Wij raden ze dus aan om toch bouwkunde te gaan doen. Met de markt komt het vermoedelijk over twee jaar wel weer goed.”