De journalistieke duizendpoot Yoeri Albrecht (43) is vanaf december de nieuwe inhoudelijk directeur van debatcentrum De Balie. Onder zijn leiding moet De Balie vrijzinniger worden. “Albrecht is niet bang om vijanden te maken.”
Vanaf december is Albrecht als inhoudelijk directeur verantwoordelijk voor de programmering van het Amsterdamse culturele debatcentrum De Balie. Hij wil “een plek maken waar de tegenstellingen in de samenleving bloot komen te liggen.”
“Het moet botsen”
Dat Albrecht in 2002 als eerste journalist een serieus interview met Pim Fortuyn hield, typeert hem. “Yoeri houdt van het tegendraadse,” zegt voormalig collega bij Vrij Nederland Elma Verhey. Twee maanden voor Fortuyn aankondigde de politiek in te gaan, besloot Albrecht een interview af te nemen, maar stuitte op nogal wat weerstand op de redactie.“Fortuyn werd toen beschouwd als een abject figuur, daar moest je geen aandacht aan schenken.” Beiden werkten ze ongeveer tien jaar voor Vrij Nederland en in redactievergaderingen zag Verhey hoe Albrecht vaak de scepsis van zijn collega’s over zich afriep. “Maar hij liet dan niet over zich heen lopen. Als Albrecht vond dat iets aandacht verdiende dan zette hij dat door.”
Voormalig hoofdredacteur bij Vrij Nederland Joop van Thijn wordt als een van zijn grote voorbeelden genoemd. In een tijd dat links werd bewonderd, was hij niet bang om PvdA voorman en vriend Ed van Tijn kritisch te bevragen over zijn handelen als burgemeester. “Journalistiek is waar het openbare debat wordt gevoerd, en is dus verantwoordelijk voor het in stand houden van het zelfreinigend vermogen van de samenleving. Dat is volgens mij hoe Yoeri erover dacht,” zegt oud collega bij het gesprek Lennart Booij. “Je moet daarbij nooit bang zijn om te zeggen wat je vindt, van wie dan ook, ook niet van je vrienden.”
Dat Albrecht in 2004 ten overstaan van een zinderende zaal van de Rode Hoed in Amsterdam optrad als promotor van Pim Fortuyn als “Grootste Nederlander”, werd hem bij de overwegend linkse redactie van Vrij Nederland en de Volkskrant niet in dank afgenomen. De tot dusver populaire Albrecht werd voor het eerst in zijn carrière in de Volkskrant geportretteerd als “een enigszins louche ogende journalist”. Albrecht is niet bang om vijanden te maken”, meent filmmaker Eddy Terstall met wie hij aan een filmscript werkt. “Maar dat kan ook in zijn voordeel werken, de Balie zal in ieder geval vaker genoemd worden.”
Verhey gelooft ook dat zijn wat rechtsere houding “een verademing kan betekenen voor de Balie.” Zij gelooft dat daar nog steeds een linkse kerk regeert, die “wel een beetje ingekakt is”. Maar hoe rechts is Albrecht eigenlijk? “Het grappige is dat niemand dat echt weet. En nog grappiger is dat iedereen dat wel denkt te weten, dat maakt hem zeer onnavolgbaar,” zegt collega bij burgerplatform openbaar bestuur Pepijn van Dijk.
Albrecht zelf, “gelooft niet in rechts en links”. En ook de Balie wil hij, in tegenstelling tot Verhey, niet als links bestempelen. Wel gelooft hij dat het wat ‘vrijzinniger’ mag. Want: “Wilders heeft er nog niet gesproken. En dat zou hij ook niet willen, want hij denkt waarschijnlijk dat het er links is.”
Na twee biertjes voert Albrecht met twee medewerkers van het kantoor van De Balie een heftige discussie over het aankomende kabinet. Een halt uur later weidt hij uit over het politieke klimaat in Italië. Als de kantoormensen langzaam op huis aangaan, blijft Albrecht met de barjongens hangen en discussieert met de webmaster over wat een goede website zou moeten inhouden.
“Het moet bij Yoeri botsen”, zegt filmmaker Eddy Terstall. Het script waar zij samen aan werken, “kijkt met een knipoog naar de generatie van de babyboomers”. Terstall, die zelf ook niet bekend staat als een behoudend filmmaker, merkt dat Albrecht nog verder wil gaan in het confronteren van de kijker door hevig strijdende karakters op te voeren. “Van Yoeri moet over alles op het scherpst van de snede gedebatteerd worden. Geen taboe mag omzeild worden. En dat is grappig, want ik ben behoudender dan hij, maar toch is hij een betere diplomaat.”
Waar kan Albrecht zich over opwinden? “Het gebrek aan rust en reflectie die de media ons tegenwoordig geven,” zegt Lennart Booij. “De ontwikkeling van politieke partijen, die hun electoraat niet serieus nemen, die denken dat het volk toch maar dom is,” zegt Verhey. “Mensen die zeggen dat het in Nederland allemaal maar kut voor elkaar is, maar wel verwachten dat de overheid het voor hen oplost,” zegt Pepijn van Dijk. “Albrecht kan echt over alles heel goed boos worden”, stelt Terstall. “En dan gaat het volume ook wel eens omhoog.”
Booij onderschrijft dit. “Soms kan hij misschien wel een klein beetje intimiderend uit de hoek komen in de discussie.” Hij heeft in Oxford bij de debatclub waar hij ook een tijd voorzitter was, een agressieve Engelse stijl van debatteren opgepikt die we in Nederland niet zo snel hanteren, gelooft Booij. “Het is in Nederland al snel te uitgesproken, heb ik het idee. Daar heeft Yoeri geen last van.”
Netwerker
“Zijn netwerk is een van zijn fortes”, zegt zakelijk directeur van het Stedelijk Museum Patrick van Mil. “Hij kent niet alleen enorm veel mensen, hij kent ze ook nog in verschillende werelden. Hierdoor weet hij bijvoorbeeld de culturele sector uitstekend te verbinden met het maatschappelijke.” Ook de andere ondervraagden noemen steeds het netwerk van Albrecht als een van zijn grootste verdiensten. “Het is een charmante man,” zegt Verhey, “die vroeger ook al nooit moeite had om de president aan de telefoon te krijgen. Ook niet die van Frankrijk of Duitsland.”
Albrecht wordt wel eens een journalistieke duizendpoot genoemd. Na negen jaar bij Vrij Nederland als politieke redacteur gewerkt te hebben, begon Albrecht voor zichzelf als programmamaker bij onder andere het gesprek en AT5 en als radiomaker bij radio 1. Hij stond aan de wieg van het politieke jongerenplatform HappyChaos en Forum2020. Daarnaast zit Albrecht in een heel aantal besturen en raden, waaronder de raad van Toezicht Stedelijk Museum Amsterdam. “Albrecht is altijd ongelofelijk actief, maar ook een chaoot. Het is maar goed dat hij inhoudelijk directeur wordt en niet de zakelijke kant gaat leiden want soms raakt hij het overzicht kwijt,” aldus van Dijk.
Een speciale band heeft Albrecht met Italië. Zijn vrouw Enrica Flores d Arcais, met wie hij drie kinderen heeft, is Italiaanse en samen woonden ze een tijd in Siena. Daar raakte hij gefascineerd door de paardenrennen waarover hij met John Appel een film maakte. Albrecht kwam met het onderwerp als journalist, maar wilde vervolgens ook de film gaan maken. “Dat is bijzonder”, zegt Appel.“Ik denk ook dat hij daardoor teleurgesteld is geraakt over de rol die hij heeft kunnen spelen. Hij werkte vooral achter de schermen en als tolk. Yoeri Albrecht is geen filmmaker, daar heeft hij het geduld niet voor, maar wil het wel zijn, naast schrijver en programmamaker en adviseur. Dat tekent zijn ambitie.”
Aan de Universiteit van Oxford studeerde Albrecht internationale politiek en gaf hij les over “Het idee van Europa”. Volgens Booij is Albrechts interesse voor de ideeëngeschiedenis van Europa een van de meest bepalende dingen aan hem. “Een van zijn stokpaardjes is hoe onafhankelijkheid binnen ons Europa is ontstaan. Het maakt hem streng over het verschil tussen landen, culturen en machten. Er zijn wel degelijk verschillen in Europa en dat is interessant.” Bij de Balie gaan we deze denkwijze terugzien, denkt hij. “Het gaat in Nederland vaak pas over andere landen als we daar raakvlakken mee hebben, of als ‘onze jongens’ daar zitten.”
Hoe geschikt Yoeri Albrecht uiteindelijk is voor het inhoudelijk leiden van De Balie, levert wel wat gezucht op bij de ondervraagden. “Ja, ik kan niet anders zeggen dan geknipt,” stelt Verhey. Ook Pepijn van Dijk heeft moeite om niet terug te vallen in cliche’s. “Dit lijkt misschien wel een heel erg makkelijk antwoord op je vraag”, overpeinst hij, “maar Yoeri Albrecht wordt uiteindelijk echt het aller-vrolijkst van een goed debat. Als ik a zeg, zal Yoeri altijd b zeggen. Gewoon omdat we dan verder kunnen praten. Hij heeft wat dat betreft echt van zijn hobby zijn werk gemaakt. Om het maar eens heel vreselijk te zeggen.”
Zoals Albrecht het zelf zegt: “Praten is voor mij hetzelfde als hardop nadenken, en met nadenken komen we tot oplossingen”.
Albrecht zit de borrel uit tot de laatste twee mensen vertrekken. Dan trekt hij zijn jas aan en loopt de foyer uit. Met een holletje verdwijnt hij weer door het gordijn. Een van de jongens van de bar doet verslag aan een collega. “Echt een super chille gast, we hebben goede discussies gevoerd.”