Maxim Hartman is klaar met fictie

maxim hartman
Image by Bert Kommerij via Flickr

Ronald Olsthoorn

Maxim Hartman werd twintig jaar geleden bekend met het absurdistische kinderprogramma Rembo&Rembo. Volgens Hartman is er in Nederland te weinig “rare” televisie. Met zijn twee nieuwe programma’s wil hij daarin verandering brengen.

“Eerst even een peukie.” Televisiemaker Maxim Hartman (47) zit aan een picknicktafel op de daktuin van het VPRO-gebouw in Hilversum. Hij tuurt over het Mediapark en haalt een sigaret uit een pakje Winston. Een paar jaar geleden was hij gestopt en toen ontstond ineens de behoefte aan een vaste relatie. Die relatie is nu alweer een tijdje uit. “Voor het eerst in m’n leven gedumpt! Ik was er een paar weken kapot van. Toen dat eenmaal achter de rug was, ben ik weer hartstochtelijk gaan roken én in een creatief piekmoment geraakt. Ik zit nu in een flow, alles lukt me. Allemaal geldingsdrang natuurlijk, dat weet ik ook wel, maar ik heb zoiets van: ik zal je eens laten zien hoe populair ik kan worden en hoeveel mooie vrouwen ik kan krijgen.”

Die populariteit wil Hartman verwerven met zijn nieuwe VPRO-programma Omroep Maxim, met als ondertitel: er kan er best nog eentje bij. Hoewel Hartman al begonnen is met de opnames, komt het pas vanaf begin 2011 op Nederland drie. “Ik heb er ruim de tijd voor”, geeft Hartman toe, “maar het wordt dan ook mooie televisie.” Zo gaat Hartman “underkoffer” op Schiphol op zoek naar reizigers die op hun koffers lijken, hij gaat langs de deuren met de vraag ‘Bent u thuis?!’, de rubriek ‘Iedereen kan faxen’ ziet het levenslicht en mensen kunnen in Omroep Maxim vertellen over hun kleine dingetjes. “De filmpjes die de uitzending halen hoeven maar aan een criterium te voldoen”, zegt Hartman. “Ze moeten bijzonder zijn.”

Rembo & Rembo
Eind jaren tachtig werd Hartman nationaal bekend toen hij samen met Theo Wesselo voor VPRO’s Villa Achterwerk het absurdistische kinderprogramma Rembo & Rembo maakte. Een programma dat nog steeds zeer geliefd is, getuige de honderdduizenden YouTube bezoekers op sketches van de Familie MagDat, professor Paardekuth of de luurbuur. Hartman: “Op straat steken mensen complete Rembo & Rembo-dialogen tegen me af. Vervelend? Nee hoor, ik kan niet genoeg horen dat wij mensen een mooie jeugd hebben bezorgd. Door Rembo & Rembo kan ik nog steeds tv-programma’s maken, omdat ik onder de twintigers en dertigers van nu nog zo bekend ben. En die meisjes van toen zijn intussen schitterende vrouwen geworden. Een reservoir waarvoor ik zeer dankbaar ben.”

Toch zijn de tijden volgens Hartman veranderd. “De sfeer in Nederland was toen veel liberaler. Bij de VPRO was Burny Bos (producent en scenarioschrijver van kinderseries en –films, red.) onze baas. Hij vond dat jeugdtelevisie een afspiegeling van de werkelijkheid moest zijn. Je had toen programma’s als Theo & Thea, Mevrouw Ten Cate en je had ons, ietsje groffer misschien. Maar Burny zag dat wij iets grappigs hadden en zei tegen ons: ‘Ga maar lekker door en aan het einde van de week wil ik een uitzending van een kwartier.’”

Kapot researchen
Een vrijheid die misschien niet meer terugkomt met het kabinet Rutte en een omroepbaas, Henk Hagoort, die de omroepen oproept het mes in eigen vlees te zetten nog voordat de overheid het doet. Toch begrijpt Hartman de bezuinigingsdrift wel. “Natuurlijk kan het hier allemaal wel wat minder”, zegt Hartman terwijl hij om zich heen wijst. “Maar dan beginnen we met het afschaffen van al de netmanagers en het korten op de salarissen van omroepdirecteuren. Waarom zou de directeur van de VPRO meer moeten verdienen dan ik?! Ik vraag het je, wat is die man op dít moment aan het doen dat belangrijker is dan mijn werk?” De programmamakers zouden volgens hem niet bang moeten zijn voor de gure wind uit Den Haag. “Zolang je maar klein opereert en een goed product aflevert.”

Een goed product maakt Hartman zelf vooral als hij onvoorbereid is en daardoor authentiek. “Ik hou er niet van als alles kapot geresearched is. Dan ben je alleen maar gefocust op wat je er volgens het draaiboek moet uithalen en ontgaan de cadeautjes van de werkelijkheid je. Gisteren nog, we draaiden voor Omroep Maxim bij een man die ontzettend openhartig was en maar bleef praten over van alles en nog wat. Ik zat continu te denken van: hoe kan ik dit grappig maken zonder die man in de zeik te nemen. Op een gegeven moment begon ik steeds tegen hem te roepen: ‘Kom op! Voor de draad ermee!’ Hij keek me in het begin nog glazig aan, maar daarna negeerde hij me gewoon en bleef maar doorpraten. Erg grappig, de crew hield het niet meer van het lachen. Zulke dingen verzin je niet van tevoren.

“Ik mis dat op tv, het is allemaal zo gescript. Ik ben klaar met die fictie. Als ik de tune van De Wereld Draait Door alleen al hoor, denk ik: Nee niet wéér Jan Mulder en Halina Reijn. En Matthijs van Nieuwkerk, ik zag hem laatst weer met zijn quasi pretoogjes en de armen over elkaar naar een flamengo-dame kijken die op zijn tafel stond te dansen. Nou, op die blik heeft-ie in de repetitie hard moeten oefenen hoor. Wat dat betreft is televisie net als het naar bed brengen van je kinderen: ze willen iedere avond hetzelfde verhaaltje horen. Dat geeft jong en oud kennelijk een veilig gevoel.”

Verlegen
De jeugd van Hartman was het tegendeel van veilig en geborgen. Zijn vader vertrok naar Azië toen hij anderhalf was en kwam niet meer terug. Zijn moeder was in zijn eerste levensjaren niet in staat om voor hem te zorgen en dus groeide Hartman op bij zijn oma en haar vier andere dochters in Delft. Vanaf zijn tiende was hij vaker bij zijn moeder in Rotterdam te vinden, die ’s avonds achter de bar stond in kroegen die door “hoeren en pooiers werden gefrequenteerd”.

“Ik ben eigenlijk verbazingwekkend goed terecht gekomen”, zegt Hartman. “Veel van mijn vriendjes van vroeger zijn later in de criminaliteit beland. Ik heb met vallen en opstaan een vrijplaats binnen het systeem weten te verwerven. Als kind was ik erg verlegen. Dan zaten we ’s morgens op school in het kringgesprek en dan vroeg de meester: ‘Vertel eens, wat vinden jullie van de situatie in Israël?’ Niemand die zijn mond opendeed natuurlijk, ik schaamde me kapot. Ik begon dan maar als een bezetene te lullen en grapjes te maken, alles om de spanning te breken.

All the way
“Ik heb die verlegenheid ook altijd nodig gehad om mezelf op te naaien, om te bereiken wat ik wilde bereiken. Er komt dan een soort van agressie over me die eigenlijk ook wel lekker is. Oehhh, nu ik het erover heb voel ik ‘m zo via mijn nek omhoog komen. De kunst is wel om die agressie in goede banen te blijven leiden. Ik ben nog nooit over de schreef gegaan, maar het kan koken in me. In het verkeer bijvoorbeeld, als je mij er niet tussen laat, heb je een probleem. Ik heb wel eens op een parkeerplaats gestaan tegenover vijf van die enorme gasten. Ik zei: ‘Kom maar op, ik ga door jullie heen.’ En dan druipen ze toch af hè.”

Om in Hilversum voet aan de grond te krijgen, heeft Hartman geleerd zijn drive en schaamteloosheid te koppelen aan een relativerend gevoel voor humor. Naast Omroep Maxim staat er nog een programma op stapel: Ze is van mij, dat eerder al te zien was in het TV Lab op Nederland 3. In Ze is van mij praten mannen over vrouwen. Hartman: ”Maar dan ook echt all the way hè, zoals je het met je vrienden over de flubberkut van je scharrel hebt. Dat programma komt er, zeker weten. En als het mislukt? Het mag niet mislukken, want dan word je onzeker hè. Net zoals toen mijn vriendin het uitmaakte. Als ik me daarop ga focussen, dan voelt het nog steeds als een nederlaag.”

Enhanced by Zemanta