De gemeente Amsterdam heeft besloten om alle samenwerking met de regering Bouterse in Suriname per direct stop te zetten. Maar de banden tussen Amsterdam en Suriname blijven bestaan. “Projecten met organisaties die los staan van de overheid gaan gewoon door.”
“De gewone politie komt niet in contact met mensen. Zij spreken mensen pas aan als het te laat is en ze een misdaad hebben begaan.” Agent Kwasiba van bureau Latour in Paramaribo legt uit dat hij heel anders te werk gaat. “Ik ben eigenlijk altijd op straat. Mensen kennen mij en ik weet wat de problemen zijn in deze buurt. Samen met buurtbewoners probeer ik die problemen op te lossen.” Kwasiba spreekt over ‘samenwerking’, ‘positief met elkaar bezig zijn’ en ‘het voorkomen van problemen’. Het is duidelijk dat hij les heeft gehad van Nederlandse buurtregisseurs.
De gemeente Amsterdam en het korps Politie Amsterdam-Amstelland hebben de afgelopen jaren ondersteuning geboden aan het Korps Politie Suriname. Buurtregisseurs uit Nederland hebben hun collega’s in Suriname getraind, en samengewerkt aan de opsporing van criminelen, het trainen van de antiterreureenheid en het bouwen van nieuwe kantoren. Aan deze samenwerking is in augustus abrupt een einde gekomen.
Desi Bouterse was koud beëdigd als president van de Republiek Suriname, of de Amsterdamse Korpschef Bernhard Welten riep al dat de samenwerking tussen de twee korpsen verleden tijd was. “Het was een leergierig en dankbaar korps”, zegt Welten over zijn Surinaamse collega’s. “Maar voordat bekend werd wie de president zou worden, heb ik al met mijn Surinaamse collega’s gesproken over de onmogelijkheid op dezelfde voet verder te gaan, mocht Bouterse aan de macht komen.”
Maar Welten sprak voor zijn beurt. Demissionair minister Hirsch Ballin van Binnenlandse Zaken en Justitie liet weten dat politie onder verantwoordelijkheid van het Rijk valt en floot Welten terug. “De benoeming van Bouterse is op zichzelf voor de Nederlandse regering geen aanleiding om lopende samenwerkingsprogramma’s te herzien, op te schorten of te staken”, aldus Hirsch Ballin.
De gemeente Amsterdam trekt haar eigen plan. Burgemeester Eberhard Van der Laan liet weten dat de gemeente geen nieuwe samenwerkingsovereenkomsten zal sluiten met de Surinaamse regering. “Men wil niet samenwerken met een president die in Nederland is veroordeeld tot elf jaar gevangenisstraf voor drugshandel en verdachte is in het onderzoek naar de Decembermoorden, aldus Van der Laan.
“Waarom wil Amsterdam vooroplopen?”, vraagt Iwan Leeuwin zich af. Leeuwin is voorzitter van het Collectief Nederlandse Politici met een Surinaamse Afkomst en kritisch over het besluit van de gemeente. Hij denkt dat een meerderheid van de Surinaamse bevolking voor samenwerking met Nederland is, ondanks de benoeming van Desi Bouterse. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) liet direct na de ophef over de Amsterdamse plannen weten dat andere gemeenten hun projecten in Suriname onverminderd voortzetten. Verschil met Amsterdam is dat deze gemeenten geen directe overeenkomst hebben met de Surinaamse overheid.
Projecten gemeente Amsterdam en Suriname
- Renovatie en herontwikkeling Fort Nieuw Amsterdam
- Samenwerking Gerrit Rietveld Academie met het Nola Hatterman Instituut
- Samenwerking Psychiatrisch Centrum Suriname met de GGD en Arkin (3 projecten)
- Samenwerking Bascule met Stichting WIN en ADEK Universiteit (2 projecten)
- Samenwerking Stichting Brasa met Stichting Sekrepatu op gebied van woningbouw
- Samenwerking Waternet met de SWM op het gebied van schoon drinkwater, waterbeheer en sanitatie (3 projecten)
- Samenwerking Stichting Herstelling met de vakschool SAO (leer- werktrajecten)
- Samenwerking van DMO en Combiwel Amsterdam met het bijzonder onderwijs in Suriname (2 projecten)
- Samenwerking GGD – Amsterdam met het Ministerie van Volksgezondheid (3 projecten)
Historische band
Amsterdam is de enige gemeente in Nederland die een directe samenwerking is aangegaan met de overheid van Suriname. Ontwikkelingssamenwerking is van oudsher een taak van de centrale overheid. Maar sinds de jaren ’70 beginnen steeds meer Nederlandse gemeenten hun eigen projecten. Amsterdam heeft een jaarlijks budget van 780.000 euro voor ontwikkelingssamenwerking, dat is ongeveer een euro per inwoner.
Over het algemeen werken gemeenten alleen samen met lokale overheden. Bekende voorbeelden zijn de stedenbanden, waar een Nederlandse gemeente tijd en geld investeert in een partnerstad in een ontwikkelingsland.
Amsterdam stapte af van dat beleid vanwege de bijzondere historische band tussen Suriname en Amsterdam. Bijna één op de tien Amsterdammers is van Surinaamse komaf. Sinds 2002 heeft Amsterdam daarom miljoenen geïnvesteerd in Suriname, uiteenlopend van projecten in het onderwijs, woningbouw, gezondheidszorg en de bouw van nieuwe politiebureaus. Naast geld deelt Amsterdam ook kennis en ervaring met de Surinamers.
Uit een evaluatie van het programma Local Government South (LOGO South) van VNG International blijkt dat juist deze aanpak de gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking effectief en duurzaam maakt. Maar om ontwikkelingsgeld goed te kunnen besteden is een sterk bestuur in het ontwikkelingsland noodzakelijk. Dat zou een redenering kunnen zijn om de samenwerking met de Republiek Suriname niet voort te zetten. “De beslissing van de gemeente Amsterdam is echter heel politiek en heeft niets te maken met de effectiviteit van de samenwerking”, meent Edith van Ewijk, promovendus aan de UvA, die aan de evaluatie meewerkte. Ze begrijpt dat samenwerken met de regering Bouterse omstreden is, maar ze noemt besluit toch radicaal en te voorbarig. “Het versterken van het bestuur is juist erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het land.”
Toekomstige samenwerking
De ophef over de plannen van de gemeente Amsterdam heeft ook de discussie over gemeentelijk ontwikkelingssamenwerking weer aangewakkerd. De VVD fractie in Amsterdam vindt ontwikkelingssamenwerking geen gemeentelijke taak en wil dat de uitgaven hiervoor worden afgebouwd. Toch laat raadslid Robert Flos weten dat de VVD humanitaire projecten in Suriname vooralsnog wil sparen.
De gemeente benadrukt dat de ontwikkelingssamenwerking voor Suriname niet helemaal wordt stopgezet. “Amsterdam heeft er voor gekozen om met een regering onder het presidentschap van Bouterse geen nieuwe overeenkomst te sluiten”, zegt Gerard Pieters, hoofd internationale betrekkingen van de gemeente. “Maar we zetten wel projecten door met organisaties die voldoende ver of los staan van de overheid of waar humanitaire aspecten een rol spelen, zoals volksgezondheid en schoon drinkwater.” Het geld dat al gereserveerd was voor projecten ten behoeve van de Surinaamse politie en andere overheidsinstellingen, wordt op verzoek van de gemeenteraad aan humanitaire projecten in Suriname besteed. Er gaan de komende jaren zestien projecten door (zie kader). “Dat is nog steeds meer dan alle andere gemeenten samen.”
De gevoeligheid over verdere samenwerking betreft vooral de politie. “Als dragers van integriteit kunnen we niet geassocieerd worden met een korps dat geleidt wordt door een voor drugshandel veroordeelde president”, vindt korpschef Welten. Ondanks de publiekelijke terechtwijzing, lijkt ook Hirsch Ballin deze lijn te volgen. Na overleg met de Raad van Korpschefs is besloten tot een zekere “terughoudendheid in de relatie tussen de politie hier en daar”, meldt Welten.
Agent Kwasabi heeft de woorden van Welten gehoord, maar hoopt toch dat de Amsterdammers terugkomen. “Ik ken de basis van buurtmanagement, maar ik weet zeker dat ik nog veel meer kan leren.” Ook de Surinaamse agente Rosheuvel had de hulp van de Amsterdamse politie graag weer ingeroepen. Zij coördineert het programma Integrale Veiligheid, dat samenwerking tussen de verschillende ministeries en maatschappelijke organisaties ondersteunt. “Aan de ene kant begrijp ik het wel, maar ik vind het toch heel erg. Het gaat om één persoon en nu heeft de hele gemeenschap er last van.”