Het Binnengasthuisterrein: ideale plaats voor een splinternieuwe bibliotheek? Of een historisch gebied dat gekoesterd moet worden? Over het antwoord op deze vraag vechten de UvA en monumentenbeheerders nu al een decennium.
Er woedt al ruim tien jaar een oorlog in Amsterdam. De inzet? Nog geen vierkante kilometer in het hart van de stad: het Binnengasthuisterrein. De vermeende agressor is de Universiteit van Amsterdam (UvA), die twee monumentale gebouwen op het terrein wil slopen om er een nieuwe universiteitsbibliotheek voor in de plaats te zetten. Maar dat laten liefhebbers van het terrein niet over zich heen komen. Belangenverenigingen zoals de Vereniging Vrienden van de Binnenstad Amsterdam (VVAB) verzetten zich met hand en tand tegen de plannen, tot nu toe met succes. Houden zij welkome vooruitgang tegen door het zoveelste monument te willen behouden? Of maakt de UvA het nu echt te bont in de binnenstad?
De strijd begint in 1997 als het College van Bestuur van de UvA plannen voor een nieuwe universiteitsbibliotheek bekendmaakt. Er moet een enorme bibliotheek verrijzen die de UB aan het Singel vervangt. De nieuwe bieb is onderdeel van een breder huisvestingsplan, waarbij de universiteit zich in vier clusters wil concentreren. Eén van die clusters moet op het Binnengasthuisterrein komen. Het ambitieuze plan moet 120 miljoen gulden gaan kosten.
Daartoe heeft de UvA het voorzien op sociale huurwoningen aan de Binnengasthuisstraat, en op de voormalige Theaterschool. De bewoners zijn woedend over de sloop, maar binnen het stadsbestuur is sympathie voor de nieuwe bibliotheek, vooral bij toenmalig wethouder van Ruimtelijke Ordening, Duco Stadig.
De bewoners en de beschermheren van de gebouwen verzinnen talloze alternatieve locaties voor de bibliotheek. Veelgehoorde suggesties zijn ingebruikname van het oude pand van ABN AMRO op het Rembrandtplein of aan de Vijzelstraat of verhuizing naar een UvA-gebouw aan de Wibautstraat. Eén van de alternatieven haalt het bijna. Wethouder Stadig is gecharmeerd van ‘de Bazel’ aan de Vijzelstraat, waar zich anno 2010 het stadsarchief bevindt. Hij onderzoekt de mogelijkheid, maar de universiteit wijst het af. De faculteit geesteswetenschappen op het Binnengasthuisterrein zou te ver van de bibliotheek komen te liggen. Intussen had de gemeente het pand op de Vijzelstraat wel al aangekocht. Voorzitter van het college van bestuur van de UvA, Sijbolt Noorda maakt zich dan ook niet populair met de afwijzing.
In 2001 stemt de gemeenteraad in met een afgeslankte versie van het bouwplan. Op het Binnengasthuisterrein komt niet de hele bibliotheek, maar alleen die van de faculteit Geesteswetenschappen. De woningen kunnen zo blijven staan, maar de voormalige Theaterschool aan de Vendelstraat en een deel van het vroegere Zusterhuis aan de Nieuwe Doelenstraat moeten sneuvelen. Het stadsbestuur wringt zich hiermee in een lastig parket, want deze twee gebouwen zijn tegelijkertijd door hetzelfde bestuur voorgedragen voor de Rijksmonumentenlijst.
Waardevolle architectuur
De UvA laat het architectenduo Cruz en Ortis een gebouw te ontwerpen, maar tegenstanders van de sloop blijven zich roeren. Monumentenbeheerders wijzen op de unieke kwaliteiten van het gebied, zoals de hofjes en de open ruimtes. Bovendien is de architectuur van de 19eeeuwse gebouwen waardevol en gaat de structuur van het geheel zelfs terug tot de Middeleeuwen. Ook de Centrale Ondernemingsraad van de UvA, waarin alle werknemers verenigd zijn, ziet de noodzaak van het nieuwe gebouw niet in.
Toch lijkt eind 2008 de kogel door de kerk. Het Dagelijks Bestuur van stadsdeel Centrum besluit de UvA een monumentenvergunning te verlenen. Dat betekent dat de gebouwen, wat het stadsdeel betreft, gesloopt mogen worden. Het Dagelijks Bestuur legt hiermee een dringend advies van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten naast zich neer. De dienst heeft in een brief aangedrongen op behoud van de panden. Het stadsdeel gelooft echter in de redenen die de UvA geeft voor de nieuwbouw, en denkt dat het nieuwe gebouw een impuls kan geven aan de binnenstad. Die moet aantrekkelijk blijven voor de universiteit, zodat Amsterdam geen zielloze toeristentrekpleister wordt. Maar de Vereniging Vrienden van de Amsterdamse Binnenstad tekende bezwaar aan tegen de vergunning. De rechter heropende afgelopen juni het onderzoek. Het stadsdeel moet aanvullende informatie verschaffen over het onderzoek naar de alternatieven. Half oktober volgt een nieuwe zitting over de vergunning.
Alternatieven
In de tussentijd blijven er alternatieven komen. De UvA wees in 2009 nog op het Fortis-gebouw aan het Rokin. Dat gebouw komt waarschijnlijk leeg te staan, terwijl wordt gespeculeerd over een nieuwe bestemming. Woordvoerder Paul Helbing van het college van bestuur van de UvA wijst erop dat dit gebouw nog niet te koop staat en bovendien ‘niet geschikt is’. Volgens hem, moet de bibliotheek niet alleen een opslagplaats van boeken zijn, maar ook beschikken over faciliteiten voor studenten, zoals ruimtes om te studeren. Die open ruimtes zijn niet aanwezig in het Fortis-gebouw, dat volgens Helbing ook veel te duur zou zijn.
Onlangs sprak ook de directeur van de Universiteitsbibliotheek, Nol Verhagen, in universiteitsblad Folia van een ‘studiecentrum’, in plaats van een bibliotheek. Hier doelde hij erop dat veel materiaal gedigitaliseerd wordt, waardoor minder boeken in het gebouw zullen belanden dan is gepland. Tegenstanders concludeerden hieruit dat de nieuwe bibliotheek helemaal niet nodig is.
In de stadsdeelraad klinkt intussen gemor. GroenLinks is tegenstander van de plannen. Iets wat ze duidelijk hoorbaar kan maken, nu ze sinds de afgelopen verkiezingen de grootse partij in het centrum is. Ook Raadslid Bruno van Moerkerken van D66 vraagt zich openlijk af of de bibliotheek niet in de bestaande gebouwen terecht kan.
Maar verantwoordelijk stadsdeelbestuurder Boudewijn Oranje (D66) is duidelijk over het genomen besluit. “Er zijn natuurlijk nieuwe raadsleden bij gekomen; die krabben zich nu eens achter de oren. Maar een verleende vergunning is niet meer terug te draaien, wij voeren het beleid van het vorige Dagelijks Bestuur uit. We steunen het plan van de UvA, hoewel we natuurlijk wel elke stap aan de wet toetsen. Het is nu aan de rechter om te bepalen of de monumentenvergunning terecht is verleend.” Als de rechter de bezwaren van de VVAB inderdaad ongegrond verklaart, is de volgende stap in het proces ook logisch, volgens Oranje: “Je geeft natuurlijk niet een monumentenvergunning, om vervolgens de bouwvergunning te weigeren. Het is logisch om die dan ook te verlenen.”
Walther Schoonenberg, secretaris van de VVAB, zou willen dat het Dagelijks Bestuur met de UvA in gesprek gaat over alternatieven. “Met flinke aanpassingen in de gebouwen hebben we geen problemen. Zo zou je het interieur van de bestaande gebouwen geschikt kunnen maken voor een bibliotheek.”
Zelfs als je de monumentale waarde van het Binnengasthuisterrein buiten beschouwing laat, is het misschien wel terecht dat nieuwe raadsleden zich achter de oren krabben. Sinds de eerste plannen zijn we meer dan tien jaar verder, en in die tijd is er veel veranderd. De bibliotheek was destijds bedoeld om de concurrentiepositie van de UvA te verbeteren. De universiteit deed het toen nog slecht onder studiekiezers.
Nu stromen bijna meer studenten binnen dan de universiteit aankan, maar collegezalen zijn in het nieuwe gebouw niet gepland. Paul Helbing: “We zijn blij met die instroom, maar we willen studenten met het nieuwe campusidee ook meer binding geven met de universiteit.” Alleen het is de vraag of studenten hun studie beëindigen wegens gebrek aan een nieuw studiecentrum.
‘Hart van de universiteit’
De UvA blijft volhouden dat alternatieve locaties niet voldoen, terwijl er toch al heel wat voorbij zijn gekomen. Helbing: “Het nieuwe gebouw moet het hart van de universiteit zijn.” Daarmee lijkt elke locatie buiten het Binnengasthuisterrein uitgesloten. Wat betreft het nut voor de stad trekt hij graag de vergelijking met de Openbare bibliotheek op het Oosterdok. “Daar zie je ook dat de combinatie van boeken en de gelegenheid om er mee te werken veel mensen aantrekt.’’
Maar de argumenten missen urgentie. Sterker nog, de urgentie lijkt af te nemen. Zo zei UB-directeur Verhagen in het eerder genoemde interview met Folia dat het nog wel tien tot vijftien jaar duurt voor alle boeken en documenten waarmee geesteswetenschappers werken, zijn gedigitaliseerd. Zelfs als het vonnis van de rechter in het voordeel van de UvA uitvalt, duurt het nog minimaal vier jaar voor de bibliotheek er staat. En tegenstanders zullen zich bij tot de hoogste rechter blijven verweren. Het is de vraag of het dan nog de sloop van de gebouwen, maar ook alle tijd en geld van de UvA, waard is.