Amsterdam – “Wij hebben bij de toekenning van subsidie alleen gelet op het ingediende projectvoorstel. De omzet van het bedrijf en activiteiten elders in de wereld hebben we buiten beschouwing gelaten.” Mark van der Horst is voorzitter van MKB Amsterdam en voorzitter van de adviescommissie van het Duurzaamheid- én Innovatiefonds (DIHA), van Haven Amsterdam. Dit fonds heeft vorige week in totaal één miljoen euro aan subsidies toegekend aan zes bedrijven die actief zijn in de haven.
Cargill BV krijgt 200.000 euro van het fonds. Het bedrijf verwerkt sojabonen in de vestiging aan de Coenhaven in Amsterdam en is onderdeel van het Amerikaanse Cargill Inc. In het afgelopen jaar behaalde dit bedrijf een netto winst van ruim 2,4 miljard euro.
Cargill gaat de subsidie gebruiken voor het ontwikkelen van een nieuwe technologie voor schone verbranding van biomassa. Het pilotproject zal in totaal drie miljoen euro kosten. Het verbranden van biomassa levert duurzame energie op. De bedoeling is dat de techniek uiteindelijk wereldwijd kan worden ingezet. Cargill gebruikt onder meer de schillen van sojabonen om als biomassa te verbranden.
Het bedrijf is marktleider op de wereldwijde sojamarkt, een landbouwgewas dat voornamelijk in Zuid-Amerika wordt geteeld voor de export. Nederland is na China de grootste importeur van soja ter wereld. Het product wordt hier tot veevoer verwerkt voor de vleesindustrie.
Natasja Oerlemans, coördinator landbouw en voedsel bij Milieudefensie, vindt het verbazingwekkend dat een bedrijf als Cargill aanspraak kan maken op een duurzaamheidsfonds. “De sojateelt is bij uitstek een niet-duurzame industrie waarbij veel kunstmest en pesticiden gebruikt worden.”
“Driekwart van de in de wereld geproduceerde soja is genetisch gemodificeerd, zodat de gewassen beter bestand zijn tegen pesticiden die alleen het onkruid doden. De gevolgen hiervan op lange termijn zijn niet bekend”, zegt Oerlemans. “Wel is duidelijk dat het gepaard gaat met sociale problemen. Omdat de bedrijven patent hebben op hun zaden, worden lokale boeren volledig afhankelijk gemaakt. Ook is er sprake van de schending van landrechten van de inheemse bevolking die voor de sojaplantages van hun land worden verdreven.”
Milieudefensie is niet de enige organisatie die de soja industrie bekritiseert. Greenpeace voerde in 2006 actie tegen Cargill vanwege het feit dat het bedrijf regenwoud in Brazilië kapte om sojaplantages aan te leggen.
Van der Horst, voorzitter van de adviescommissie, zegt dat Cargill als een van de besten uit de bus kwam, mede vanwege het innovatieve karakter van hun project. Chris Velzeboer, energie coördinator van Cargill, legt uit dat de nieuwe technologie de CO2 uitstoot zal verminderen en dat het opwekken van elektriciteit en warmte uit biomassa hierdoor veel aantrekkelijker wordt. “Bij traditionele biomassaverbranding halen de ketels geen optimaal rendement. Dit wordt veroorzaakt door onvolledige verbranding en vervuilingseffecten. Met onze technologie kunnen we de biomassa eerst bewerken en bereiken we een meer efficiënte verbranding.”
Ook volgens Rob Smit, projectleider van het DIHA fonds, is het logisch dat Cargill subsidie krijgt om de soja tot energie te verwerken. Ondanks de miljardenwinst en de omstreden activiteiten rondom de sojateelt. “De gemeente wil van het Noordzeekanaal havengebied de meest duurzame en innovatieve haven van Europa maken. Als een project hieraan bijdraagt, dan maakt het kans op subsidie”, aldus Smit. “Dat een bedrijf als Cargill met zijn project ook geld gaat verdienen, lijkt me juist gezond. En wat ze verder doen in de wereld, daar houden we ons niet mee bezig.”
Reacties zijn gesloten