Hangjongeren zorgen voor veel overlast in De Baarsjes. Het stadsdeel laat het er niet bij zitten en zet grof geschut in: ‘de mosquito’. Dit apparaat zendt een hoog geluid uit en moet hangjongeren van het Columbusplein verdrijven. Ook zijn er twee extra straatcoaches actief en jeugdhonk Highschool is gesloten. Kortom: in De Baarsjes struikel je over de hangjongeren. NAP nam polshoogte.
Amsterdam – Een uitgebrande invalidenwagen staat op de Postjesweg, op de grens van stadsdeel De Baarsjes en Slotervaart. De bekleding is verkoold, van de motorkap is niet meer over dan een zwart geblakerd gat. De geur van verbrand plastic hangt nog in de lucht.
Verderop, richting het Columbusplein, wijzen bordjes bewoners erop dat het verboden is om te blowen of alcohol te gebruiken. Het alarm van een geparkeerde auto piept onophoudelijk.
Maar om elf uur ’s avonds zijn alle bankjes op het plein leeg, het basketbalveld ligt er verlaten bij. Niets verraadt de aanwezigheid van een mosquito, ook geen hoge pieptoon. Een ouder echtpaar dat aan het Columbusplein woont, wandelt over straat. “Daar hangen ze”. De vrouw wijst naar een paal aan de rand van het plein. “Ik weet niet of de mosquito’s aan staan.” De man, met hangsnor en klompen, knikt. “Ik kan niet zeggen of er nu meer of minder hangjongeren zijn. Dat zal ook wel komen omdat het niet lekker warm is. Ik vind het ook niet echt prettig om nu mijn auto te gaan wassen.”
Twee jongens lopen voorbij met een scooter aan de hand. “Wij horen ook niets. Die dingen worden volgens mij pas aangezet als het zonnetje gaat schijnen. Nu is het toch veel te koud om hier rond te hangen.”
Een half uur later zijn er nog steeds geen hangjongeren te bespeuren. Binnen een straal van honderd meter bevinden zich twee andere pleinen zonder mosquito. Maar ook op deze pleinen tussen de Vasco Da Gamastraat en de Balboastraat is geen teken van leven. Alleen een buurtbewoner die zijn hond uitlaat. Zelfs tijdens een fietstocht kriskras door de Baarsjes laat geen hangjongeren zich zien. Ook de straatcoaches die hangjongeren in de gaten moeten houden, zijn nergens te bekennen.
In sportcafé VakWest aan de Balboastraat ziet het er warm en behaaglijk uit. Vanaf de bar heb je goed zicht op het plein. Op drie stamgasten na is het leeg. “Ik weet niet waar de jongeren uithangen”, zegt eigenaresse mevrouw Prins terwijl ze een biertje tapt. “Er zijn hier alleen hangouderen”, grapt één van de mannen. Er wordt hard gelachen. Prins: “Ik heb eigenlijk nooit last van die jonge lui. In de zomer voetballen ze hier wel tot laat op het pleintje maar dan ben je toch nog geen hangjongere.”
Over de straatcoaches is ze niet erg enthousiast. “Ze fietsen alleen maar rondjes.” “Ik heb ze nog nooit wat zien doen. Ze praten niet eens met die jongens”, valt één van de stamgasten haar bij. “En ik kan het weten want ik kom hier elke dag.” Straatcoaches worden al twee jaar ingezet in De Baarsjes. “In de zomer staan ze hier door het raam naar voetbal te kijken. Maar in de winter zie ik ze minder”, zegt Prins terwijl ze voor de twintigste keer haar schoonmaakdoekje over de biertap haalt.
De gasten praten door over jongerencentrum Highschool, dat op 27 januari door de politie is gesloten. Bij een inval zijn wapens gevonden, en er werd regelmatig in drugs gehandeld. “Een man die hier tegenover woont, klaagde laatst over de sluiting van het jeugdhonk. Hij maakt zich zorgen. Want waar gaan die jongeren nu naar toe?” Vanavond in ieder geval niet naar het Columbusplein. Daar is het om één uur ’s nachts nog steeds uitgestorven.