De één wacht smachtend op een Elfstedentocht, de ander vervloekt de winter en droomt van tropische oorden. Een serie columns over de winter.
Amsterdam – Elke ochtend opnieuw staar ik minutenlang naar mijn kledingkast. Mijn handen glijden verlangend over de zwierige cocktailjurkjes en verleidelijke rokjes. Maar dan verman ik mezelf. Ik schuif nog even het gordijn opzij en kijk naar de druilerige, grijze droefenis die ons al wekenlang omhult.
In de zomer gaat alles vanzelf. Met mijn ogen dicht trek ik iets uit de kast, die volhangt met felgekleurde shirtjes en andere luchtige kledingstukken. Die combineer ik dan zonder er bij na te denken met een stel vrolijke teenslippers.
Nu sta ik er een kwartier eerder voor op. Graai minutenlang verwoed door mijn kast. Ik verzamel zo veel mogelijk kledingstukken die ik over elkaar kan aantrekken. Onder mijn spijkerbroek draag ik een dikke maillot.
Januari, de koudste maand in ruim tien jaar. De koudste maand die ik in het meer modebewuste deel van mijn leven heb meegemaakt. De sneeuw werd vervangen door een paar fikse regenbuien, maar ook deze eerste week van februari kwam het kwik niet ver boven het vriespunt. Ik kwam tot inzicht: het was tijd voor een warme trui.
Ik trok mijn Uggs aan en vertrok richting Kalverstraat. Mijn creditcard brandde in mijn zak en ik voelde hoe de opwinding zich van mij meester maakte. Ik had immers een verdomd goed excuus. En ach, het was toch opruiming.
Het was al heel lang opruiming. Al in oktober werden met schreeuwende letters de eerste aanbiedingen aangeprezen. Had ik net dat ene wollen jurkje gescoord, lag het een paar weken later voor de helft van de prijs in de schappen.
Volgens een woordvoerder van brancheorganisatie voor de mode CBW-MITEX is de lange nazomer er debet aan. De eerste winterkleding bleef vanwege het warme weer in september langer in de schappen liggen. Winkeliers moesten ruimte maken voor nieuwe partijen en daarom werd de eerste lading al snel met korting verkocht.
Om de modebewuste mensen die in september fanatiek de nieuwe collectie hadden ingeslagen, werd door de minder materialistisch ingestelde Hollanders stilletjes gegniffeld. De rest van het seizoen hield ik mij angstvallig afzijdig van iedere vorm van winterkleding, die immers al uit was voordat ze überhaupt in was.
Tot het moment dat ik mijn aankopen niet verder kon uitstellen.
Ik begaf me dus richting Kalverstraat en stapte een winkel binnen. Overal hingen borden met: wintercollectie 75 procent korting. Tussen de fleurige hemdjes en rokjes speurde ik naar die goedkope wollen truien. Helemaal achterin de winkel vond ik het opruimingsrek.
Daar hingen ze, de wollen truien. De warme, zachte, o-zo-comfortabele wollen truien. Weggedrukt tussen de minuscule jurkjes en schamele rokjes. Er waren nog een paar XS’jes, en een enkele XXL. Maar wel met 75 procent korting.
Als je nou handig bent met de naaimachine, maak je er gewoon twee truien van, suggereerde een gewiekste koper. Mijn gedachten dwaalden af, naar zwierige cocktailjurkjes en verleidelijke rokjes.
Als vanzelf werd ik naar de overige rekken getrokken. Mijn handen gleden verlangend over de spiksplinternieuwe lentecollectie. Nog even wierp ik een blik op de kleurloze, dik ingepakte mensen die buiten tussen de druppels door zigzagden. Ondertussen pakte ik een vrolijk, paars jurkje met spaghettibandjes uit het rek.
Ik kan er toch gewoon een vestje op dragen?