De overheid zat de afgelopen twee decennia flink in haar maag met de opvang van asielzoekers. Het beleid werd aangepast, gewijzigd en weer teruggedraaid. De Raad van de Kerken probeerde binnen de telkens veranderende wet hulp te bieden.
Amsterdam – Hulp van kerken aan vreemdelingen is zo oud als de kerken zelf. Maar de afgelopen twaalf jaar was de hulp van de Raad van Kerken (RvK) in Amsterdam behoorlijk uit de kluiten gegroeid. “Het zijn idiote jaren geweest, voor hulpverleners en cliënten,” zegt Ingrid Schippers, coördinator van het spreekuur voor asielzoekers namens de RvK.
De RvK helpt asielzoekers met onderdak, juridisch advies, leefgeld en Nederlandse les. Samen met het ASKV Steunpunt Vluchtelingen en Stichting Vluchtelingenwerk Amstel tot Zaan is zij de belangrijkste hulporganisatie voor asielzoekers in Amsterdam. Verspreid door Amsterdam heeft zij vijf opvanghuizen en maakt daarnaast gebruik van plekken bij de Christian Youth Hostels. “We hadden eerder zo’n zestig tot zeventig eigen plekken, maar zijn nu aan het afbouwen,” zegt Schippers.
Het einde van de drukke periode is namelijk in zicht. Het spreekuur in het monumentale Corvershof aan de Nieuwe Herengracht is merkbaar rustiger, zegt Schippers. De groei en krimp van de opvang vertellen in het klein het verhaal van het Nederlands asielbeleid.
In 1991 richtte de RvK een speciale werkgroep op voor hulp aan asielzoekers. De hulp van deze Werkgroep Opvang Asielzoekers (WOU) was in de beginjaren kleinschalig. “Er kwamen zo’n vijftig mensen per jaar langs voor hulp. Uitgeprocedeerden, die in het geval van een nieuwe procedure of bij terugkeer tijdelijk onderdak konden krijgen. Zodra de nieuwe procedure begon konden ze weer terecht in een asielzoekerscentrum,” vertelt Schippers, die zelf jurist is.
Maar zes jaar later kwam hier voor de WOU vrij plotseling verandering in. Het aantal asielzoekers in Nederland nam toe. Het aantal mensen in opvang liep op van 30.000 in 1995 tot bijna 84.000 in 2001. De overheid, die sinds 1996 zorgt voor de opvang, kon de grote aantallen niet aan. Mensen in een korte procedure mochten niet langer in de Rijksopvang wachten op een rechtszitting. “Toen begon de hausse. Al deze mensen klopten bij ons aan voor hulp. Van vijftig waren het ineens 1000 per jaar die aanklopten, waarvan we er zo’n 500 op jaarbasis konden helpen.”
De werkgroep kon niet iedereen helpen, omdat ze alleen asielzoekers opvangen die nog een juridisch perspectief hebben of die bezig zijn met terug keer naar huis. Binnen de kerken verschillen daar wel de meningen over, zegt Schippers. “Er zijn ook mensen die vinden dat je elke vreemdeling moet opvangen. Maar wij blijven uit principe binnen de kaders van de wet, in de zin dat we niet mensen helpen hier langdurig illegaal te verblijven of zwart werk te vinden. ” Maar de werkgroep ziet het wel als haar taak om in te springen wanneer er binnen die kaders fouten worden gemaakt. “Daar zijn kerken voor.”
Een van die ‘fouten’ was dat verschillende categorieën asielzoekers wel in Nederland mochten zijn, maar geen recht hadden op opvang van het rijk. “Dit hebben we altijd erg onrechtvaardig gevonden. Je onthoudt mensen onderdak, leefkosten en een ziektekostenverzekering. Dat is nogal wat.” De werkgroep probeerde dit gat zo goed mogelijk op te vullen.
De laatste jaren is de Rijksoverheid dit gat langzaam aan het dichten, door meer categorieën asielzoekers recht te geven op opvang. In 2006 kon de groep asielzoekers met een herhaald asielverzoek verhuizen van de WOU naar Rijksopvang. “Samen met de afname van de stroom asielzoekers en het generaal pardon zorgde dit ervoor dat het de laatste jaren al een stuk rustiger is.” Deze maanden verhuizen asielzoekers in een medische procedure naar asielzoekerscentra. De laatste grote groep die de werkgroep opvangt zal vertrekken met de nieuwe asielwet, die komende zomer wordt verwacht. Dan mogen mensen weer in de Rijksopvang wachten op beroep, zoals voor 1997. “Dan zijn we eindelijk weer terug bij af.”
Maar overbodig zal de kerkelijke werkgroep nooit worden, verwacht Schippers. “Er blijven altijd mensen die tussen wal en schip vallen. Die zullen we blijven opvangen.”