Vier jaar wachten op een parkeervergunning, tien rondjes rijden voordat er een plek vrijkomt; parkeren in Amsterdam is voor bewoners binnen de ring geen pretje. Hoe moeten deze problemen worden opgelost?
Amsterdam – “Als je de auto voor de deur wilt parkeren, moet je maar in Lutjebroek gaan wonen,” vindt Jos van Ommeren. Hij doet onderzoek naar vervoerseconomie aan de Vrije Universiteit Amsterdam en was vorig jaar betrokken bij een onderzoek naar parkeervergunningen in Amsterdam.
“Mensen zijn gewend geraakt om de auto dicht bij huis te parkeren. Maar het is geen recht, zoals iedereen het recht heeft op scholing. Ruimte is schaars binnen de ring van Amsterdam en dus duur.”
Van Ommeren vindt dat parkeervergunninghouders veel te weinig betalen. “In het centrum zo’n euro per dag, terwijl bezoekers voor dezelfde plek vijf euro per uur betalen. Verhoog die tarieven nou eens met driehonderd euro per jaar, net zolang tot de wachtlijsten voor vergunningen weg zijn. Mensen die bereid zijn te betalen, krijgen een parkeervergunning. Degene die het er niet voor over heeft, zal van de wachtlijst gaan. Ik denk dat het uiteindelijk uitkomt op duizend euro per jaar. Maar misschien is het ook wel tweeduizend euro.”
De gemeente Amsterdam heeft andere oplossingen voor de parkeerproblemen. “Bewoners van Amsterdam gaan bij ons voor wat parkeren betreft,” zegt Laurens Ivens, lijsttrekker van de SP. “De prijs voor vergunningen binnen de ring, waar de ruimte schaars is, mag hooguit gelijk zijn aan de administratieve kosten. In wijken waar de ruimte niet schaars is, moet het gratis zijn voor bewoners om te parkeren.”
Om iets aan de lange wachtlijsten te doen, wil de SP parkeren buiten de ring voor bewoners stimuleren. Ivens: “Mensen die hun auto niet vaak gebruiken, moeten gratis kunnen parkeren op een Park and Ride (P+R) buiten de ring en gratis een kaartje voor het openbaar vervoer krijgen om naar huis te komen.” Ook de PvdA wil het gebruik van de P+R en het OV stimuleren. Gemeenteraadslid van de PvdA Myriam Bergervoet: “Wij willen niemand het gebruik van de auto verbieden, maar goede alternatieven bieden.”
D66 vindt wel dat mensen dicht bij huis moeten kunnen parkeren. Woordvoerder Thijs Kleinpaste: “De parkeervergunningen zijn inderdaad relatief goedkoop. Mensen willen vast wel iets meer betalen zodat zij hun auto dicht bij huis kwijt kunnen. Maar de prijs moet wel redelijk blijven. Zeker niet zo hoog als de huidige parkeertarieven voor mensen zonder een parkeervergunning.”
GroenLinks is de enige die de wachtlijsten voor vergunningen niet zo’n probleem vindt. “Door de wachtlijst bedenken mensen zich misschien twee keer voordat zij een auto aanschaffen,” zegt GroenLinks raadslid Fjodor Molenaar. “Wij willen zo min mogelijk auto’s in de stad.”
De lange wachtlijsten komen volgens de VVD door een tekort aan parkeerplaatsen. “Wij willen dat er 22.000 plaatsen bijkomen de komende jaren,” zegt Robert Flos, raadslid van de VVD. “Binnen de ring vooral ondergronds of in parkeergarages bovengronds. Door een groter deel van de inkomsten uit parkeergelden te besteden aan parkeren, kunnen die bouwprojecten betaald worden.” Een groot deel van de Gemeenteraad – waaronder GroenLinks, SP en D66 – is het met de VVD eens, mits de projecten betaalbaar zijn.
De nieuwe anti-Noord-Zuidlijnpartij Red Amsterdam ziet de mogelijkheid om een deel van de stations van de Noord-Zuidlijn die al gebouwd zijn, te gebruiken als parkeergarage. “Bijvoorbeeld onder het Rokin,” zegt André Jansen, nummer zes op de lijst van Red Amsterdam. “Maar dan moet wel eerst gekeken worden of dat logistiek haalbaar is.”
Van Ommeren ziet niets in de plannen van ondergronds parkeren. “Wie gaat de bouwprojecten uiteindelijk betalen? Wij, de belastingbetalers. En aan wie komen die extra parkeerplaatsen ten goede? Aan bewoners die veel te weinig betalen voor hun parkeervergunning.”