Amsterdam – Begin dit jaar ging de AOW vanwege de koppeling met het minimum loon met een paar euro per maand omhoog. Wat vinden de AOW-ers hier van? Kunnen ze rondkomen? Deze krant bezocht een voorlichtingsmiddag over de AOW voor oudere Turkse vrouwen.
In het buurthuis De Klinker in Amsterdam Oud-West hangt de zoete geur van asure, een Turks dessert met kikkererwten, vijgen en suiker. Over een paar minuten gaat de voorlichtingsmiddag van start. Langzaam druppelen twintig Turkse dames binnen. Allemaal zijn ze ruim boven de zestig, de helft heeft bontgekleurde hoofddoekjes op. Ze hebben dadels, baklava en zelfgemaakte köftes bij zich. Een van de vrouwen proeft stiekem van de asure die staat te pruttelen in het keukentje. Alle hapjes gereed? Iedereen voorzien van thee? De bijeenkomst kan beginnen.
Uitkering, bijstand of verzekering?
De voorlichter Kobe van de Sociale Verzekerings Bank – kort grijs haar en grote, bijna walvisachtige snor – steekt daadkrachtig van wal. “De AOW is een sociale verzekering die je jaarlijks opbouwt als je in Nederland woont. Het maakt niet uit of je de Nederlandse nationaliteit hebt of niet.” Al snoepend luisteren de dames aandachtig. Maar pas als Berrin – de Turkse medewerkster van het buurthuis – het verhaal vertaalt, barst de discussie los. “Dames, dames één voor één,” probeert Kobe de regie te houden. Niemand luistert. Na een fel klinkende discussie in het Turks, keert Berrin zich naar Kobe. “Ze willen weten wat het verschil is tussen uitkering, bijstand en verzekering.” Kobe zucht. Geduldig legt hij het uit. Daarna maakt hij een aantal berekeningen op het bord, en vertelt hij waar de vrouwen allemaal recht op hebben.
Voorlichting nodig
Volgens de stichting voor oudere migranten CABO, die de middag samen buurthuis de Klinker georganiseerd heeft, is het belangrijk dat allochtone ouderen zelf hun weg leren vinden naar sociale voorzieningen, zoals de AOW. Het aantal AOW-ers met een niet-westerse achtergrond stijgt sterk in Amsterdam. In 2005 had 17,5 procent van de Amsterdamse AOW-ers een niet-westerse achtergrond. In 2009 was dit al bijna een derde. De verwachting is dat dit percentage de komende jaren verder zal oplopen. Berrin ziet in het buurthuis dagelijks dat dit soort voorlichting hard nodig is. Veel oudere Turkse vrouwen hebben volgens haar geen idee wat AOW is, terwijl zij thuis van alles moeten regelen. “Veel van hen weten niet eens hoeveel ze binnenkrijgen. Als ze hun boodschappen maar kunnen betalen.”
Vijf of drie euro
Na twee uur berekeningen en invuloefeningen, wordt eindelijk de asure uitgedeeld. Etend praten de vrouwen wat na. Ze lachen om het nieuws dat alleenstaande AOW-ers er dit jaar met vijf euro per maand op vooruitgaan, en getrouwden met drie euro. “Weinig is weinig. Daar verandert een paar euro niets aan”, meldt Gülten in haperend Nederlands.
Gülten is AOW-er, en komt samen met haar echtgenoot rond van het sociaal minimum ongeveer €1300 in de maand. “Iedere maand gaat alles op. Aan het huis, gas, elektra en eten.” Gülten en haar man hebben wel een auto, maar rijden eigenlijk nooit. “Benzine is te duur. Af en toe, ongeveer één keer per maand, rijden we naar onze zoon in Almere.” AOW-er Sultan valt haar bij. “Mijn kinderen wonen overal. In Zeeburg, IJburg en Noord. Kaartjes voor de tram zijn zo duur in Amsterdam. Af en toe kan ik niet op mijn kleinkinderen passen omdat ik de tram niet kan betalen. ”
Over de boodschappen zijn de vrouwen het allemaal eens: die vereisen iedere maand weer veel kunst- en vliegwerk. Albert Heijn is dichtbij, maar die is volgens de vrouwen erg prijzig. Zo meldt de spraakzame AOW-er Gülsen dat het grootste van haar AOW opgaat aan boodschappen. “Ik ga altijd naar Albert Heijn, want ik heb geen auto. Bij ons in West is de Albert Heijn het dichtst bij.” Om niet te veel uit te geven, gaat Gülsen nooit met meer dan één tientje richting supermarkt. Ze moet dan bij elke aankoop berekenen of het wel in het budget past. Het vervelendste van vindt Gülsen dat er bijna nooit geld is voor vlees of vis. Dat is gewoon te duur. ‘Vis eten we bijna nooit, vlees misschien één keer per week. De rest van de week eten we kip.’
Gülsen haalt haar schouders op en neemt een laatste dadel. “Speciaal meegenomen uit Mekka”, lacht ze.