Berlijn is the shit, maar ook Amsterdam is the place to be. In gesprek met kunstenares Irina Babiouk.
Op vierjarige leeftijd vertrok ze vanuit Kalinin, Rusland, met haar ouders naar Leerdam. Na het afronden van de kunstacademie St. Joost in Breda werkt ze sinds 2008 als freelance illustrator. Daarnaast schildert ze.
Waarom zit je niet op een ‘broedplaats’ voor kunstenaars?
“Daar ben ik weggestuurd toen ik er wilde kijken. Dat was bij het Volkskrantgebouw. Het leek me niet echt een plek die heel open stond. Ik ben ook naar het Wilhelmina Gasthuis-terrein geweest en heb daar een beetje rondgekeken. Op zich trok dat me wel, maar het is een vrij gesloten kring en het is lastig om er binnen te komen. Er komt bijna nooit ruimte vrij. Daar ben ik veel te ongeduldig voor. Dit is goedkoper, dus voorlopig zit ik zo goed.”
Ben je bang dat je hier straks moederziel alleen zit?
“Ik ken eigenlijk helemaal niet zo veel kunstenaars hier. Ik hoor ook dat hele verhaal over Berlijn, dat het helemaal the shit is, zeg maar. Maar ik ben niet zo’n trendvolger. Ik weet niet wat het verschil zou zijn, qua kunst. Heel veel mensen die ik ken willen juist naar Amsterdam.
“Mij spreekt de gaarheid van het centrum het meest aan. Het is allemaal heel oud. Dat vind ik echt onwijs mooi, dat inspireert. Toen ik twee weken in de Bijlmer zat ben ik ook heel veel op pad geweest, heb ik kleine exposities gezien, gewoon van die spontane dingen waar je dan tegenaan loopt. Zo leer je mensen kennen die je misschien verder kunnen helpen.”
Vind je de Amsterdamse kunstwereld elitair?
“Ik heb een docent gehad op de kunstacademie, Milou Hermus, en zij is zo anders dan het beeld dat ik had van die elite. Ze zegt: ‘dan leg ik m’n tieten op tafel, een beetje flirten, en dan heb ik zo die opdracht binnen’. Ik denk dat je een beetje schijt moet hebben aan de mensen die het nodig vinden om te doen alsof het meer voorstelt dan dat het echt is.
“Maar ik merk ook dat je erdoor geïntimideerd raakt. Want ze doen heel erg van: ja maar jij hoort hier helemaal niet thuis. Dat sfeertje hangt er in de Amsterdamse kunstwereld. Dat moet dan maar. De mensen die echt succes hebben en die heel nuchter zijn, weten dat het allemaal schijn is. Het is fijn dat je geld kunt verdienen met je werk, maar that’s it.”
Onderdeel van een drieluik dat kritiek levert op het hedendaagse schoonheidsideaal. Deze vrouw kleedt zich opnieuw aan. Ze bepaalt haar fysieke vorm, een streven van dat ideaal.
Ga je je thuis voelen in Amsterdam?
“Ik weet het niet. Ik heb het gevoel dat de kunstwereld momenteel eigenlijk niet echt openstaat voor het soort werk dat ik maak. Dat mensen heel erg vasthouden aan dingen die al jarenlang heel goed zijn, en dat ze heel erg van heel hippe dingen houden. Mijn werk kan wat somber zijn. Ik dacht laatst: volgens mij zitten mensen daar helemaal niet op te wachten, iedereen wil gewoon leuke, gezellige schilderijtjes.”
Waar komen de lugubere elementen in je werk vandaan?
“Misschien is het werk dat ik nu maak heel erg passend voor de fase van mijn leven waarin ik nu zit. Ik ben heel erg zoekende, sommige dingen zijn nog erg moeilijk. Maar tegelijkertijd ben ik ook heel positief.
“Mijn werk is minder toegankelijk voor mensen die niet weten hoe die diepere, donkere periodes zijn. Maar ik heb mijn eigen weg te gaan. Ik hoop dat dat me op een gegeven moment op een plek brengt waar ik wel succes kan hebben.”