Laat niet over je heenlopen! Wees een beetje assertief! Oftewel: verlegenheid is in onze maatschappij not done. Bij de Vereniging van Verlegen Mensen leerde Ingeborg met haar ‘probleem’ om te gaan. Nu geeft ze als ervaringsdeskundige zelf cursussen, maar daar openlijk voor uitkomen blijft moeilijk.
AMSTERDAM – Dat ze een cursus heeft gedaan om met haar verlegenheid om te gaan, zegt ze niet zo snel tegen de mensen om haar heen. De 34-jarige Ingeborg vindt het nog steeds vervelend om er voor uit te komen dat ze lid is van de Vereniging van Verlegen Mensen (VVM): een zelfhulporganisatie, door en voor verlegen mensen, zonder professionele hulpverlening.
Hoewel Ingeborg de cursus in 2003 met goed gevolg heeft doorlopen, inmiddels voorzitter is van de coördinatoren in de verschillende regio’s waar de VVM actief is en in januari zelf een nieuwe cursus op gaat zetten in Amsterdam, wil ze liever niet met haar achternaam in dit artikel. “Verlegenheid is gewoon niet zo geaccepteerd.”
Taboe
Terwijl uit onderzoek blijkt dat 40 procent van de Nederlandse bevolking wel eens verlegen is en de helft daarvan er ook echt last van heeft, heerst er een groot taboe op verlegenheid. De Britse Amerikaanse historicus Christopher Lane beschreef vorig jaar in zijn boek Shyness: How Normal Behavior became a Sickness hoe de perceptie van verlegenheid is verschoven van een charmante maar onhandige karaktereigenschap, naar een psychische afwijking.
‘Je wordt snel in een hokje geplaatst’
Zo gesteld is het nog al wat om openlijk voor je verlegenheid uit te komen. De man die momenteel de Amsterdamse groep van VVM begeleidt wilde dan ook niet geïnterviewd worden. Bang dat mensen hem in het verhaal zouden herkennen. Ingeborg: “Je wordt snel in een hokje geplaatst, dat je alleen nog maar een verlegen persoon bent en niets meer.”
Het verenigingsblad dat zes keer per jaar verschijnt, wordt ‘discreet’ naar de leden van de VVM verstuurd. Op de kaft van het informatieboekje staat niks dat doet vermoeden dat het iets te maken heeft met verlegenheid, zodat de buren het niet kunnen zien.
In de huidige maatschappij worden de kwaliteiten van introverte mensen volgens Ingeborg onderschat en extraverte mensen juist steeds hoger gewaardeerd. “Dus als je introvert bent, denk je al snel dat je extravert hoort te zijn. Maar extravert word je niet als het niet in je zit.” Ingeborg denkt tijdens de vergaderingen op haar werk misschien iets langer na voor ze iets zegt. “Maar dan kom ik wel met goede punten. Toch luisteren de leidinggevenden eerder naar mensen met een goede babbel, ongeacht wat ze te melden hebben.”
Charmante kanten
Hoewel zich zo’n zes tot zevenhonderd mensen hebben verenigd in de VVM, is de vereniging niet in het leven geroepen om de beeldvorming omtrent verlegenheid te veranderen. Ingeborg: “VVM is geen tegenbeweging, die wil laten zien dat verlegenheid normaal is. Verlegenheid heeft zijn goede en charmante kanten, maar wij hebben een ander uitgangspunt: jezelf ontwikkelen, zodat je de lasten van je verlegenheid minder ondervindt”.
Het idee voor de VVM ontstond in 1988. De reguliere hulpverlening schoot volgens de oprichters te kort: verlegenheid werd afgedaan als een kinderziekte en psychologen hadden er weinig oren naar. De eerste zogenaamde zelfhulpgroepen met lotgenoten werden uit nood geboren. Hoogleraar psychologie Henk van der Molen schreef een cursusboek voor de vereniging ‘Hallo, hier ben ik’ met een begeleidende video waarop voorbeelden staan van goed en slecht gedrag tijdens contactsituaties. In groepjes van zes tot twaalf werken ze het materiaal in 22 lessen van 2,5 uur af.
Seroxat
Het speerpunt van de cursus is de zogeheten G-training: gedachten, gevoel en gedrag. Ingeborg: “Wat je denkt, bepaalt je gevoel en daardoor ga je je op een bepaalde manier gedragen. Bijvoorbeeld: je gaat naar een feestje en je denkt ‘ze zullen me wel raar vinden dat ik hier alleen sta’ of ‘ík moet van alles te vertellen hebben anders vinden ze me niet interessant’. Door dat soort gedachten word je bang en stap je juist niet op iemand af of ga je bij voorbaat niet naar dat feestje.”
Zelf heeft Ingeborg al sinds ze zich kan herinneren het gevoel dat iedereen op haar lette en iets over haar dacht. “Als ik ergens was, dan bleef ik heel lang, omdat ik anders bang was dat mensen over me zouden gaan praten als ik wegging.”
Schrijver en televisiepersoonlijkheid Hugo Borst slikt er een pilletje tegen: Seroxat. Hij gedijt er al tien jaar goed op, zei hij in een interview in de Volkskrant. Ingeborg: “Ik hoorde zelf pas twee jaar geleden dat er medicijnen tegen verlegenheid zijn. Als het helpt om iemand over de drempel te krijgen om de angst te overwinnen toch naar dat ene feestje te gaan, dan is dat positief. Maar het probleem is dat het eigenlijk een soort anti-depressivum is dat je continu moet slikken. Je onderdrukt onzekere gevoelens, maar je werkt er niet aan.”
‘het goede nieuws is dat niemand op je let en het slechte nieuws is dat niemand op je let’
Tijdens de zelfhulpgroepen daarentegen leren de verlegen mensen dat veel van hun gedachten irreëel zijn. “Het allerbelangrijkste is om te beseffen dat de mensen om je heen heus niet de hele avond met jou bezig zijn. Iemand zei een keer: ‘het goede nieuws is dat niemand op je let en het slechte nieuws is dat niemand op je let’.” Je bent het dus vooral zelf die hoge eisen stelt, zegt Ingeborg. “Je kunt ook denken ‘ik hoef helemaal niet interessant te zijn en ik zie wel wat er komt’.”
Maar met alleen inzicht in je eigen verlegenheidsproblematiek ben je er nog niet. Want als je eenmaal op het feestje bent, hoe ga je dan het gesprek aan en vooral hoe zorg je dat het gesprek loopt? In kleine groepjes oefenen de cursisten de assertiviteit-, luister- en spreekvaardigheid uit het cursusboek: stel bijvoorbeeld open vragen, dan krijg je een uitgebreider antwoord.
Psycholoog
Een prototype verlegen mens bestaat er volgens Ingeborg niet. “De cursisten zijn heel divers. Over het algemeen melden zich iets meer mannen dan vrouwen. Die zijn misschien sneller geneigd iets aan hun verlegenheid te doen, omdat verlegenheid onder mannen nog minder geaccepteerd is. Aan sommige mensen kun je helemaal niet zien dat ze verlegen zijn, maar ze hebben er zelf wel last van. Een ander vindt het al eng om de eigen naam te zeggen.”
Dat laatste komt volgens Ingeborg niet vaak voor. “Voor mensen met een extreme vorm van verlegenheid is de stap naar de cursus vaak te groot. Ik denk dat er dan ook iets anders aan de verlegenheid ten grondslag ligt, waar een psycholoog beter bij kan helpen.”
‘Is verlegenheid genetisch bepaald, of komt het door de opvoeding en omgeving?’
Naar de oorzaak van de verlegenheid kijken ze tijdens de cursus niet. “Er is binnen de groep wel eens discussie: is verlegenheid genetisch bepaald, of komt het door de opvoeding en omgeving? We gaan er verder niet mee aan de slag, want de cursus is primair bedoeld om te kijken wat we er nu aan kunnen doen.”
Eigen tempo
Iedere cursist houdt zijn eigen tempo aan en stelt zijn eigen doelen. “In principe moet iedereen een keer een opdracht of een avond begeleiden, maar is iemand daar niet aan toe, dan is dat ook geen probleem.” Als de cursus is afgerond, is het streven dat in ieder geval één cursist zich geroepen voelt om mee te helpen een nieuwe beginnerscursus op te zetten.
De praktijk is weerbarstiger. “Veel mensen melden zich af als ze de cursus met goed gevolg doorlopen hebben, waardoor we momenteel een tekort hebben aan begeleiders.” Er zijn nu zo’n vijf hulpgroepen actief, terwijl er voorheen in elke provincie wel één zat, en in een grote provincie zelfs twee. Daarom geeft Ingeborg haar huidige functie als voorzitter van de regio-coördinatoren binnenkort op, om nu zelf weer een cursus te begeleiden. “Ik vind het belangrijk dat de groep in Amsterdam blijft bestaan.”
Het leven is voor Ingeborg een stuk makkelijker geworden sinds ze bij de VVM zit. “Toen ik daar in 2003 binnenkwam bestonden ze net vijftien jaar. Ik dacht: ‘Ik wou dat ik dit vijftien jaar geleden geweten had’. Tegenwoordig pakt ze de telefoon op als haar schoonzus belt, iets wat ze vroeger haar partner liet doen en durft ze haar nieuwe buren aan te spreken. “Wij gaan binnenkort verhuizen en willen iets veranderen aan het huis. Ik zag dat veel mensen in de straat dat ook hebben gedaan, dus liep ik de straat op en heb ik iemand aangesproken. Hij liet me binnen en gaf me een hele rondleiding door zijn huis. Vroeger zou ik het niet hebben gedurfd op hem af te stappen.”