Renny Ramakers: haar tijd ver vooruit

June 27, 2007 Amsterdam
Image by fuyunam via Flickr

Als een van de oprichters van ontwerpersplatform Droog, zette Renny Ramakers ‘Dutch design’ internationaal op de kaart. Met het platform bood ze een podium aan ontwerpers als Marcel Wanders en Hella Jongerius. Een profiel van een vrouw met visie.

AMSTERDAM – Daar zat ze. Op een meubelbeurs in Kortrijk, weggestopt in een hoekje, op een klapstoel. Voor haar een stapel bruine boterhammen, naast haar een sloophouten kast van Piet Hein Eek. Droog Design bestond nog niet, maar Renny Ramakers (63) had al een missie: jonge ontwerpers die het nèt even anders doen voor een groter publiek brengen.

“Ik zie haar nog zitten”, zegt Cok de Rooy, eigenaar van de Amsterdamse designwinkel The Frozen Fountain. “Zij geloofde in die nieuwe generatie ontwerpers. Ze heeft oog voor wat relevant is, of gaat worden. Niet voor wat mooi is, maar voor wat ertoe doét.”

Het was 1992 en de grote Italiaanse designhuizen dicteerden de trends op de internationale meubelbeurzen. De ontwerpen waren overdadig, kleurrijk en richtten zich vooral op de vorm, minder op de functie van het product. Ramakers zag om zich heen steeds meer jonge Nederlandse ontwerpers die het anders deden en voelde dat het tijd was voor iets nieuws.

“Ik vermoed dat ze van strenge huize komt, ik zou bijna zeggen gereformeerd”, zegt De Rooy. “Ze is een echte doorzetter, die achter de waarheid wil komen en wil zien of haar gevoel klopt. Dat is moedig, maar het kan ook gevaarlijk zijn. Gelukkig voor Renny heeft ze steeds de goede keuzes gemaakt.”

Doorzetter

Haar doorzettingsvermogen, gevoed door een onbedwingbare nieuwsgierigheid naar nieuwe ontwikkelingen, bracht Ramakers tot waar ze nu is. Ze maakte haar middelbare school in Den Haag niet af, maar ging op haar 28ste alsnog kunstgeschiedenis studeren na het behalen van haar colloquium doctum, het toelatingsexamen voor de universiteit. Eenmaal daar, in Leiden, nam ze zich voor eerst iets over de geschiedenis te leren om vervolgens zelf geschiedenis te schrijven. Ze studeerde cum laude af.

Die geschiedenis begon op een zondagmiddag met een kleine tentoonstelling in het bovenzaaltje van Paradiso. Ze had uitnodigingen rondgestuurd met daarop ‘Een middag gewoon doen’: een statement tegen de overdaad van de ontwerpen uit de jaren tachtig. De nadruk lag op eenvoud, hergebruik en originaliteit. De sfeer was ontspannen, er was muziek en grote namen als Benno Premsela kwamen kijken. Het was een lokaal succes. Ramakers ontmoette er Gijs Bakker, een sieraden- en productontwerper die les gaf op de Eindhovense Design Academy. Bakker zag meteen dat Ramakers het bij het rechte eind had.

Overtuigd dat er meer in zat, gingen de twee samen op zoek naar een internationaal podium. Zes weken later, in april 1993, stonden ze met beginnende ontwerpers als Hella Jongerius, Jurgen Bey, Marcel Wanders en Tejo Remy op de meubelbeurs in Milaan. Onder de naam Droog Design presenteerden ze een kast bestaande uit kriskras op elkaar gestapelde lades, een boekenkast van pakpapier en een stoel van oude kleren. Hun werk was controversieel, maar wars van pretenties en met een grappige ondertoon. De naam Droog behoefde geen uitleg.

Nieuw tijdperk

De oprichting van Droog markeerde het begin van een nieuw designtijdperk, waarin ‘Dutch Design’ een prominente rol zou krijgen. De vrouw met de vlotgeknipte coupe, de casual kleding en de strenge blik schudde de ingeslapen designwereld en de Design Academy in Eindhoven wakker. Renny Ramakers was als kunsthistorica en curator een buitenstaander, maar wel één met een visie. Samen met Bakker, die wèl van de Design Academy kwam, wist ze daar het juiste talent vandaan te plukken.

“Bien étonnés de se trouver ensemble” – “ik ben verbaasd jullie samen aan te treffen” – zou één van de juryleden van de Benno Premselaprijs later over het duo zeggen, bij het toekennen van de prijs aan Droog in 2007. De twee waren immers erg verschillend. Ramakers was curator van kleine designtentoonstellingen, schreef boeken over vormgeving in Nederland en was hoofdredacteur van designtijdschrift ‘Items’. Bakker was ontwerper, een creatieveling. Hij noemde haar de ‘intuïtieve denker’ van de twee, zij hem de ‘onrustige doener’. Het tweetal werd door buitenlandse media al snel de founding fathers of Dutch Design genoemd.

“Ze heeft Droog op de kaart gezet en daarmee een hele serie jonge ontwerpers”, zegt ontwerper Peter van der Jagt. Zijn eigen bottoms up doorbell – twee omgekeerde wijnglazen waar een elektromagneet tegenaan klingelt – is inmiddels een icoon geworden van de vormgeving in de jaren negentig. “Zonder de context die Droog bood, was dat niet gelukt.”

Samen met Bakker werd Ramakers hoofd van de masteropleiding IM aan de Design Academy. Zij dacht na over het lesprogramma en de maatschappelijke context, maar gaf geen les. “Daar heb ik het geduld niet voor”, zegt ze zelf. “Ik zie meteen of iets goed is of niet, maar kan niet uitleggen hoe het beter kan.”

Ontwerper Jurgen Bey, van wie de boomstambank en uittrekbare boekenkast intussen wereldwijd bekend zijn, was erbij vanaf het begin. “Ik ken Renny al bijna twintig jaar als een hele gedreven vrouw”, zegt hij. “Ze bijt zich ergens volledig in vast en zorgt dat het een succes wordt.” Ondanks haar sterke eigen visie is er wel ruimte voor de inbreng van ontwerpers. “Ze heeft niet alleen maar wensen die ze je opdringt”, zegt Bey. “Ze staat open voor debat en discussie om een concept aan te scherpen. Maar ze heeft wel altijd een eigen idee.”

CV Renny Ramakers

29 mei 1946: Geboren in Den Haag als Renny de Jong

1958 – 1961: Christelijke Lyceum Populierstraat Den Haag

1975 – 1982: Studie kunstgeschiedenis Universiteit Leiden

1985: Publicatie boek ‘Tussen kunstnijverheid en industriële vormgeving’

1988 – 1993: Hoofdredacteur tijdschrift ‘Industrieel Ontwerpen’

1993 – 1997: Hoofdredacteur tijdschrift ‘Items’

1993: Oprichting Droog Design

1996 – 2001: Lid Raad van Cultuur

1998: Publicatie boek ‘Droog Design. Spirit of the Nineties’

2002: Publicatie boek ‘Less+More, Droog Design in context’

2004: Publicatie boek ‘Simply Droog’

2006: Publicatie boek ‘A Human Touch’

Touwtjes in handen

Die ideeën steekt Ramakers niet onder stoelen of banken. “Ze is eigenwijs, maar kan het zich ook veroorloven, want ze heeft het meestal bij het rechte eind”, zegt Roderick van der Lee, oud-galeriemanager bij Droog. Ramakers realiseert zich maar al te goed dat haar uitgesproken gevoel voor een bepaalde richting soms lastig kan zijn voor haar medewerkers. “Ik denk snel, zet snel projecten op, maar gooi het ook net zo makkelijk weer om als ik halverwege denk dat het anders moet”, zegt ze daarover zelf. “Dat is soms moeilijk te volgen.”

Van der Lee: “Renny is wel toegankelijk. Ze was veel weg, maar als ze in Amsterdam was, zaten we met z’n allen aan een grote lunchtafel en praatte en lachte ze met iedereen. Ze moest haar aandacht verdelen, omdat iedereen wel iets wilde overleggen, maar dat voelde ze goed aan. En uiteindelijk was zij toch degene die de beslissingen nam.”

Die manier van werken – open voor iedereen maar met de touwtjes stevig in handen – had ze zich al eerder eigen gemaakt. In 1988, zes jaar na haar afstuderen, werd ze hoofdredacteur en later ook uitgever van het blad ‘Industrieel Ontwerpen’. Na vijf jaar wilde Ramakers het blad laten fuseren met ‘Items’, een ander tijdschrift over vormgeving. Het blad ging onder die naam verder met Ramakers als hoofdredacteur. “Dat leverde wel wat achterdocht op bij de zittende redactie”, herinnert de huidige hoofdredacteur Max Bruinsma zich. “Wij dachten: de concurrent komt ons even overnemen. Maar ze pakte het goed op. Ik vond haar inspirerend en collegiaal.”

Ook als lid van de Raad van Cultuur, een cultureel adviesorgaan van de overheid, stelde Ramakers zich onafhankelijk op. Bruinsma zat met haar in de werkgroep vormgeving. “Ze trok zich weinig aan van wat anderen vonden, liet zich niet dicteren door politieke agenda’s. She makes up her own mind. Ze neemt geen blad voor haar mond, toen ook al niet, maar de positie die ze nu heeft, maakt haar misschien wat gereserveerder. Ze is geen feestbeest, meer een private person.”

Breuk

De breuk tussen Ramakers en Bakker kwam dan ook voor veel mensen onverwacht. Dat het al een tijdje niet meer zo lekker liep, hield ze lang voor zichzelf. Totdat Bakker in juni dit jaar bekend maakte Droog te verlaten. Er was een verschil van inzicht over de zakelijke en inhoudelijke koers van Droog, luidde de officiële verklaring. Bakker verweet Ramakers te veel geld in de nieuwe winkel in New York te hebben gestopt en teveel voor de commerciële kant te hebben gekozen. Ramakers verdedigde zich door te zeggen dat het tweetal altijd samen de vakinhoudelijke koers hadden bepaald en dat New York een privé-investering was. Maandenlang communiceerden de twee alleen via advocaten. En nog steeds ligt de zaak gevoelig.

Renny Ramakers was de afgelopen jaren inderdaad verantwoordelijk geweest voor de exposities en de publiciteit, maar net zoals Bakker hield zij zich ook bezig met het begeleiden van projecten. “Niet omdat zij zo zakelijk was”, zegt Van der Lee, “maar omdat iémand het moest doen.” Ook Jurgen Bey wil haar niet typeren als zakelijk of commercieel. “Ze zou juist wel wat zakelijker kunnen zijn, maar ik geloof niet dat het daarom gaat bij Droog. Als curator heeft ze vooral een grote liefde voor goede ontwerpen.”

Haar andere grote liefde is haar man Leon Ramakers, ex-directeur van concertorganisator Mojo, met wie ze al dertig jaar getrouwd is. Ze wonen in een loft in de Jordaan, zonder kinderen. Daar had ze het altijd te druk voor, zegt ze zelf.

Er waren altijd nog wel boeken te schrijven, concepten uit te denken, tentoonstellingen te organiseren. In september organiseerde ze nog het designfestival ‘Pioneers of Change’ op Governors Island in New York. Het was met 25 duizend bezoekers en lange wachtrijen een groot succes. Het ‘Go Slow café’, waar bejaarden bedienen, theezakjes ter plekke worden genaaid en het tempo bewust laag ligt, was dagen uitverkocht. Zes jaar geleden presenteerde ze hetzelfde café in Milaan, maar daar had het minder impact. Haar verklaring? “Soms ben ik mijn tijd ver vooruit.

Prijzen en eervolle vermeldingen:

1997: Vermelding ‘Who’s who in the world’

1998: Dedalus prize for European Design

1999: George Nelson Design Award

2000: Kho Liang le prijs

2000: CNBC top 50 Innovators in Europe

2007: Benno Premsela prijs

Reblog this post [with Zemanta]