Afgelopen zaterdag speelde Wicked Jazz Sounds Band voor de tweede keer in een theater. Normaliter staan ze op festivals, voor duizenden toeschouwers. Toch bleek ook het stugge theaterpubliek in Heerhugowaard niet bestand tegen het muzikale geweld en de aanstekelijke energie van Wicked Jazz Sounds.
AMSTERDAM – Dit soort avonden zit er ook tussen: voor een mannetje of honderd spelen in Heerhugowaard. Terwijl de band zich verzamelt in de coulissen, wacht het publiek af. In kleine groepjes, rond een tiental statafeltjes, ongeveer vier meter van het podium. Op een aantal middelbare scholieren na, is de leeftijd van het publiek overwegend 35-plus.
Het muzikale geweld waarmee Wicked Jazz Sounds Band zijn show opent, staat in schril contrast met het dunne applausje waarmee het zojuist verwelkomd werd. Als zangers Berenice van Leer en Paul van Kessel zich bij de band voegen voor het eerste nummer, begint één vrouw uitbundig te dansen. De rest van het publiek staat stil.
Heerhugowaard wil op uitnodiging van Van Kessel best meeklappen wanneer het derde nummer wordt ingezet. Meezingen gaat echter nog te ver. “Veel van deze mensen kennen elkaar waarschijnlijk goed en dan hebben ze toch meer gène. Dan durven ze minder los te gaan”, vermoedt Van Kessel achteraf.
Wicked Jazz Sounds Band staat vanavond pas voor de tweede keer in een theater. “We zijn veel meer een festivalband”, legt gitarist en bandleider Laurens Priem voor het optreden uit. Onlangs stonden ze nog voor vijfduizend toehoorders op een buitenpodium in Den Bosch. “In een groter publiek laten mensen zich veel sneller meeslepen”, zegt Van Kessel. ”Maar of we ze loskrijgen, daarover maak ik me van tevoren nooit zo druk.”
Natuurlijk staan ze liever voor een groot publiek in een club of op een festival, “maar dit is gewoon het stadium waarin we zitten”, zegt Wicked Jazz Sounds-oprichter Manne van der Zee. De band bestaat nu precies een jaar en drie maanden. Het is een spin-off van de Wicked Jazz Sounds-clubavonden. Op die avonden improviseren professionele jazzmuzikanten live over dance-muziek heen, die door dj’s gedraaid wordt. Met deze cross-over tussen jazz en dance was Wicked Jazz Sounds zeven jaar geleden een van pioniers in de popularisering van de jazzmuziek onder een jong publiek.
Begin april bracht Wicked Jazz Sounds het debuutalbum van de band uit. Het album, The Biggest Sin, stond binnen drie weken op nummer 42 in de Nederlandse Album Top 100. Dat is bijzonder voor een jazzalbum.
Ook zit de band als een van de laatste drie genomineerden nog steeds in de race om volgende maand de Edison publieksprijs in de wacht te slepen. “Dit soort optredens doen we ook om zieltjes te winnen. Je wilt niet alleen in de grote steden bekend zijn. Om echt iets te bereiken moet je juist dit soort kleine gemeenschappen aandoen”, aldus Van Leer. “Maar soms is het beter om dat helemaal los te laten. Als je er niet meer over nadenkt dan speel je voor een handvol mensen opeens je beste gig.”
High-energy
Stadstheater Cool in Heerhugowaard is een modern theater. Het is pas een jaar oud. Er is genoeg ruimte om een tienkoppige band weg te zetten op het podium en de stoelen in de zaal verdwijnen met een druk op de knop trapsgewijs in de muur onder het balkon. Om ruimte te maken voor een ‘staand publiek’, zoals vanavond.
Akoestisch gezien leent de zaal zich echter slecht voor een “high-energy band zoals deze”, zegt geluidsman Dan Joyce van de band. Een voltallige elektrische band met blazers, percussie en twee zangers is nu eenmaal hard. Maar voor een dun bezaaid publiek kun je de schuiven niet helemaal opengooien, legt hij uit. Daarbij is een theaterzaal vaak erg hoog, “dus veel van het zaalgeluid verdwijnt de hoogte in. Het podiumgeluid – het geluid dat uit de speakers op het podium komt, zodat de bandleden elkaar goed kunnen horen – overstemt het geluid in de zaal bijna.”
Bij het vierde nummer wagen twee vrouwen van middelbare leeftijd een dansje in de lege ruimte tussen podium en publiek, daarachter staat het groepje middelbare scholieren met de rug naar het podium rond een tafeltje te kletsen. Hoewel het publiek in Heerhugowaard moeilijk loskomt, is de sfeer in de zaal niet slecht. Er wordt vrolijk meetgetikt op de tafeltjes en op de scholieren na is ieders aandacht gericht op de band.
De sfeer op het podium is echter nog wat onwennig. Eerder vorige week werd duidelijk dat de derde vocalist, Renske Taminiau, voorlopig niet meer mee zal zingen. “Renske zong al een aantal keer niet mee omdat ze het te druk heeft met haar eigen projecten. We hopen dat ze wel betrokken kan blijven bij het schrijven van nummers en de opnames van onze tweede cd”, zegt bandleider en musical-director Priem.
Het nieuws dat Taminiau de komende tijd – en dus ook vanavond – niet meezingt, valt de band, maar vooral de twee overgebleven vocalisten, zwaar. Want de Wicked Jazz Sounds Band is in de relatief korte tijd dat ze bestaan een hechte groep geworden.
Een hechte familie
Wicked Jazz Sounds bestaan pas zeven jaar. Destijds introduceerde Manne van der Zee, samen met dj Phil Horneman het nieuwe concept in het Amsterdamse clubcircuit: dance-feesten waarbij jazzmuzikanten live over de muziek van dj’s heen spelen. Alle muzikanten uit de Wicked Jazz Sounds Band speelden al eerder op de clubavonden en kennen elkaar dus al jaren.
Wicked Jazz Sounds groeide uit tot een fenomeen. Vijf jaar geleden verhuisde het feest naar Sugar Factory, waar het nog steeds elke zondagavond speelt. Daar leerden de band ook geluidsman Joyce kennen. Hij doet al jaren het geluid in Sugar Factory en geeft toe dat “het babysitten van dj’s” niet zijn favoriete klus is. Maar de combinatie met live-muzikanten maakte het voor hem interessant.
De manier waarop de Wicked Jazz Sounds-medewerkers met elkaar omgaan, noemt hij heel bijzonder. “De hele club is echt een familie geworden.” Hij heeft in zijn carrière als geluidsman in onder meer Sugar Factory en de Amsterdamse poptempel Paradiso veel bands meegemaakt. “Maar dit heb ik nog nooit gezien. Er zijn op een dag als deze zeker vijftien man betrokken bij een optreden, maar er is nooit ruzie.”
Voor het optreden zit Van Kessel achter in de kleedkamer weg te dommelen. Van der Zee zit met de armen achter het hoofd. Percussionist Roël Calister hangt op één arm en toetsenist en musical-director Gilian Baracs ligt languit op een van de kaptafels te slapen. “Normaal hangt hier een veel meer uitgelaten sfeer”, verzekert Van der Zee.
Het publiek ziet het niet, maar “het was wel even moeilijk”, geeft bassist Hugo den Oudsten aan het einde toe. “Renske is weg, we hadden al een paar weken niet gespeeld en dan dat publiek rond die tafeltjes… Maar na een aantal nummers ben je weer thuis en dan rockt het weer.”
Een Antilliaanse verrassing
Bij het vijfde nummer heeft Joyce het zaalgeluid onder controle en zit de band er lekker in. Van Leer springt van het podium om het publiek uit te dagen en begint met een willekeurige man te dansen. Als ook gitarist Priem en saxofonist Pieter Engels zich bij haar voegen, laat Heerhugowaard zich verleiden. Eindelijk begint het publiek te dansen.
Dan is het de beurt aan percussionist Calister om zijn bijnaam eer aan te doen. “Dan hebben we nu een Antilliaanse verrassing voor jullie”, kondigt Van Kessel hem aan. Gewapend met een sambadrum en een fluitje, maakt ‘de Antilliaanse verrassing’ er een show van. Hij drumt een ritme, Heerhugowaard klapt het na. Als de ritmes ingewikkelder worden helpt de drummer het publiek. Tot besluit drumt hij het bekende ritme dat voetbalsupporters in het stadion klappen als ze hun team aanmoedigen. Twee mannen uit het publiek tuinen erin en scanderen de naam van hun favoriete voetbalclub.
Uiteindelijk hebben ze het weer geflikt. Er wordt gedanst en gedronken. En na het laatste nummer schreeuwt het publiek om een toegift. Onder luid applaus betreedt de band nog een keer het podium om de titelsong van het debuutalbum ten gehore te brengen.
“Dan is het nu tijd voor bier!” roept Van Leer, de enige dame in het gezelschap, als het optreden achter de rug is. Maar daarop moet ze nog even wachten. Samen met Van Kessel moet ze direct weer terug naar voren. Heerhugowaard wil handtekeningen.