Voor een paar duizend euro fiks je zo een sociale huurwoning in Amsterdam. Geen instantie die daar op toeziet. Het zijn “boevenpraktijken”, maar pandjesbazen kunnen doen wat ze willen want de woningnood is hoog. “Het was betalen of terug naar mijn ouders.”
AMSTERDAM – Peter stond elf jaar ingeschreven op WoningNet, hij reageerde actief, maar zonder succes. Niet dat hij veeleisend was: hij zocht naar een fatsoenlijke twee kamerwoning in de Baarsjes, Bos en Lommer of Westerpark. Hij mocht welgeteld twee keer kijken, maar de huizen gingen aan zijn neus voorbij.
Peter hoefde daarom niet lang na te denken, toen hij twee jaar geleden via via hoorde dat iemand hem wel aan een sociale huurwoning van een makelaar kon helpen [zie kader 1]. Het zou Peter vierduizend euro ‘sleutelgeld’ kosten, maar dan had hij wel een woning van zeventig vierkante meter voor 450 euro per maand.
De wachttijd voor een sociale huurwoning is de laatste decennia flink opgelopen. Het aantal Amsterdammers groeit, de huishoudens worden kleiner en de doorstroming naar koopwoningen stagneert door stijgende prijzen. Voor een tweekamerwoning is de wachttijd nu gemiddeld twaalf jaar bij WoningNet, de organisatie die voor een groot aantal woningbouwcorporaties woningen toewijst. Zelfs als je bereidt bent buiten de ring te wonen, in Slotervaart of Osdorp bijvoorbeeld, dan wacht je alsnog negen tot zestien jaar.
Sociale huurwoningen in Amsterdam
In Amsterdam wordt 75 procent van de sociale huurwoningen aangeboden via de wachtlijst van woningnet. De overige 25 procent worden door huisbazen en makelaars verdeeld. Zij zijn niet verplicht tot het aanleggen van een wachtlijst. Ze mogen zelf bepalen aan wie ze de woning verhuren, zolang de huurder voldoet aan bepaalde criteria. Zijn inkomen mag bijvoorbeeld niet boven een bepaalde grens liggen en hij moet economisch gebonden zijn aan Amsterdam.
Tot een paar jaar geleden mocht Dienst Wonen van de gemeente Amsterdam de helft van de particuliere sociale huurwoningen verdelen. Martin Janssen van Dienst Wonen: “Wij koppelden een huurder aan een woning van een particulier en vertelden waar ze de sleutel op konden halen. Als een verhuurder vreemde eisen stelde, hoorden wij dat altijd.” Sinds de zogenaamde claimregeling is wegbezuinigd, mogen particulieren alle huurders zelf voordragen. Janssen: “Wij hebben er nu geen zicht meer op.”
Van de bij WoningNet ingeschreven woningzoekenden in de Stadsregio Amsterdam hebben er in 2007 84.416 eenmaal of vaker gereageerd op een woning. Ook het gemiddelde aantal reacties op vrijkomende corporatiewoningen in Amsterdam steeg van 110 in 2006 naar 139 in 2007. Dit tegenover 81.653 in 2006. Intussen nam het aantal corporatiewoningen door sloop en verkoop af van 10.514 in 2006 naar 9657 in 2007. Getallen over 2008 zijn nog niet bekend.
De lange wachttijden voor huurwoningen zorgen voor florerende illegale praktijken, van onderhuur tot onwettige bemiddelingskosten, zoals het zogenoemde sleutelgeld dat Peter betaalde. Sleutelgeld is geld dat de verhuurder aan de nieuwe huurder vraagt, voordat deze de woning mag betrekken. Sleutelgeld vragen voor een huurwoning mag niet, of het nou gaat om een woning in de vrije sector of om een sociale huurwoning.
In dat laatste geval zijn dit soort praktijken extra schrijnend. Sociale huurwoningen met lage huren, waar een huisvestigingsvergunning van de gemeente voor nodig is, zijn juist bedoeld om personen of gezinnen met een laag inkomen aan een betaalbare woning te helpen. Niet de mensen die zo even een paar duizend euro uit hun mouw kunnen schudden.
Wildgroei aan boevenpraktijken
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was het vragen van sleutelgeld volgens huurrechtadvocaat Frans Panholzer de normaalste zaak van de wereld. “Er was grote woningnood en in de krant stonden advertenties waarin exorbitant hoge bedragen als sleutelgeld werden gevraagd.” In 1940 kwam er een wet die het vragen van sleutelgeld strafbaar stelde, omdat men prijsopdrijving in de schaarse oorlogsjaren niet wenselijk achtte. Vanaf 1951 werd het versoepeld: je kon er niet meer voor in de gevangenis belanden, maar openlijk adverteren in de krant liet je wel uit je hoofd. Dan had je mogelijk een civiele procedure aan je broek. “Sleutelgeld is de laatste vijf jaar weer in opkomst”, zegt Panholzer.
Ook Ron Nieuwendijk van Hoffmann Bedrijfsrecherche, ziet een toename. Het particuliere recherchebedrijf onderzocht in 2008 vijf zaken van eenzelfde soort fraude bij Nederlandse woningbouwcorporaties. De sleutelgeldfraude vindt dus niet alleen plaats bij particuliere verhuurders. “Dit jaar zijn er al vijf zaken voorbijgekomen en dat gaan er waarschijnlijk nog meer worden.” Volgens Nieuwenhuizen wordt de ‘wildgroei’ van dit soort praktijken, vooral veroorzaakt door de krapte op de woningmarkt.
Het was betalen of terug naar mijn ouders
Willem, “zwaar op zoek naar een woning” vanwege gezinsuitbreiding, noemt het boevenpraktijken. Zelf betaalde hij twee maanden geleden ook sleutelgeld aan een tussenpersoon. “Hij kwam in een auto langsrijden en ik moest instappen. Daar heb ik het geld overhandigd.” Er werd hem nog wel even op het hart gedrukt dat hij niks tegen de makelaar mocht zeggen over de achtduizend euro die hij had betaald. “Ik weet vrij zeker dat de makelaar er niet van op de hoogte was. Het geld is verdeeld tussen de stroman en een werknemer op het makelaarskantoor.”
Studente Maria kreeg haar sleutelgeld niet gepresenteerd als omkoopgeld, maar als opknapgeld. De huurwoning waar ze vier jaar geleden 3500 euro voor betaalde, verkeerde in een onbewoonbare staat. Het makelaarskantoor kon de opknapkosten zelf zogenaamd niet betalen en zou het sleutelgeld voor de verbouwing gebruiken. “Ik moest uit mijn andere huis. Het was betalen of terug naar mijn ouders.”
Voor het betaalde sleutelgeld kregen Peter, Willem en Maria natuurlijk geen kwitantie. “In het ideale geval dat de huurder het zwart op wit zou hebben, kan hij via een civiele procedure het bedrag terugvorderen”, zegt advocaat Panholzer. Volgens hem wordt er door gebrek aan bewijs nauwelijks geprocedeerd.
Topje van de IJsberg
Zo komt de verhuurder er mee weg. “Mensen die eenmaal in hun woning zitten, denken er niet meer over om het betalen van sleutelgeld te melden”, zegt Ramón Donicie van het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag. En als mensen het niet melden, ontrekt het probleem zich aan onze waarneming, aldus Pim de Ruiter van Dienst Wonen. De gemeente krijgt geen signalen en houdt zich er daarom niet mee bezig. De Ruiter: “Het is iets tussen privépersonen.”
We wisten natuurlijk dat we iets illegaals deden
Geen enkele instantie durft het aan een schatting te geven hoe vaak er om sleutelgeld wordt gevraagd. Zowel bij het Meldpunt Ongewenst Verhuurgedrag als bij de Woonbond komt ongeveer eens per maand een klacht binnen. “Maar dat is vermoedelijk het topje van de ijsberg”, zegt Donicie van het Meldpunt.
Studente Kiki betaalde samen met haar huisgenootje Katja in 2005 vijftienduizend euro voor een woning van dertig vierkante meter met een huur van 250 euro. En nee, ze hebben er niet over nagedacht dat ergens te melden. “We wisten natuurlijk dat we iets illegaals deden”, zegt Kiki. De vader van Katja had een advertentie in de krant zien staan: iemand bood een officiële woning aan. Toen hij belde kwam de aap uit de mouw. Een stroman kon hen aan een kleine woning helpen met contract, maar dan moesten ze daar wel geld voor over hebben.
De regeling was zo: een deel van de vijftienduizend euro zouden ze terugkrijgen als ze weer verhuisden, maar elk jaar zou de stroman wat rente van het bedrag afnemen. Toen Katja en Kiki vier jaar later verhuisden was de vogel gevlogen. Het telefoonnummer bestond niet meer. Drie jaar lang was hij bereikbaar geweest. De meiden hadden zelfs nog vrienden aan een woning geholpen en dan kregen ze een paar honderd euro in een envelopje toegestopt.
Er zijn genoeg woningzoekenden bereid om sleutelgeld te betalen, weten Peter en Willem. Als ze aan vrienden vertellen hoe ze aan de woning komen, krijgen ze vaak de vraag of ze het nummer mogen hebben. Peter: “Zo werkt dat bij mijn contactpersoon niet. Hij zei dat hij zelf al genoeg mensen kent.”
De macht van de huisbaas
Dat geeft huisbazen, contactpersonen of makelaars de macht. “Als de een niet wil, zijn er genoeg die wel willen”, zegt Gerard Oosterwijk, voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Het probleem zou opgelost zijn zodra er genoeg woningen beschikbaar zijn. De overheid zou die verantwoordelijkheid moeten nemen, vindt Oosterwijk. “Maar studenten en huurders kunnen zelf ook verantwoordelijkheid nemen door voor een te hoge huur, bemiddelingskosten of borg naar een huurcommissie te gaan.”
Veel mensen vinden het moeilijk om met voorbedachten rade een woning te accepteren en om vervolgens na een maand naar de huurcommissie te stappen, aldus Oosterwijk. “Toch is dat de enige oplossing. Maar dan wel collectief, zodat de huisjesmelkers eraan gewend raken en weten wat ze kunnen verwachten als ze de regels overtreden.”
De huurcommissie doet echter geen uitspraken over sleutelgeld. Dat gaat via de rechter, mits er voldoende bewijs is. “De huurder moet zelf mans genoeg zijn om een kwitantie te vragen”, zegt Hans Roseboom van de Woonbond. Volgens hem zijn er genoeg huisbazen die dat gewoon geven of het prima vinden als je het geld via de giro betaalt en dat telt ook als bewijs.
Mocht dat niet lukken dan heeft advocaat Panholzer nog een tip: “Neem het gesprek op als je het sleutelgeld gaat overhandigen. Vroeger verraadde je jezelf door de klik van het opnameapparaatje als het bandje afliep. Tegenwoordig heeft iedereen een MP3-speler.”
De namen van de geïnterviewden zijn op hun verzoek gefingeerd.