Vriend en vijand zijn het er over eens. Maurice Limmen, fractievoorzitter van het CDA in de Amsterdamse gemeenteraad en voorzitter van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn heeft politiek talent. Maar heeft hij ook iets in de melk te brokkelen?
AMSTERDAM – Een beetje naar voren geleund en met zijn billen op het puntje van zijn stoel beweegt hij zijn vinger bedachtzaam naar het aan/uitknopje van de microfoon. “Ik ga u vragen iets dichter bij de vraag te blijven.” Maurice Limmen- blauwe das, zwart pak en een dun montuurtje -vouwt zijn hand onder zijn kin, wijsvinger langs zijn wang en is de concentratie zelve.
Bij raadsvergaderingen staat Limmen bekend als een felle debater. Daar is tijdens de verhoren van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn weinig van te merken. Volgens zijn collega-fractievoorzitters in de raad typeert dit de CDA-fractievoorzitter. Hij weet feilloos wanneer hij fel moet zijn en wanneer niet.
Met de rooms-katholieke Limmen (1972) is niet veel mis, zo blijkt na wat belletjes naar de Stopera. Aardig, studentikoos, sympathiek, betrokken en enthousiast. In Het Parool werd hij door journalist Bas Soetenhorst al eens als beste raadslid omschreven. Maar als voorzitter van een partij met maar twee zetels in de raad heeft hij niet veel in de melk te brokkelen. Of zou zijn voorzitterschap van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn daar verandering in brengen?
De gemeenteraad installeerde in maart een commissie die antwoord hoopt te vinden op de vraag hoe het zo mis heeft kunnen gaan met de Noord/Zuidlijn. De commissie onderzoekt het besluitvorming- en uitvoeringsproces tot de dag van vandaag. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de omstreden financiële afspraken, waarbij Amsterdam en niet het rijk voor alle tegenvallers opdraait. De voorkeur voor een voorzitter ging uit naar een CDA-er, omdat deze partij niet of nauwelijks betrokken is geweest bij de besluitvorming.
Als Limmen het goed doet, komt hij op het netvlies te staan van de landelijke CDA, denkt Soetenhorst. Of hij dat wil is een tweede; zijn collega’s hebben hem er niet over gehoord. Maar wie is Limmen eigenlijk?
Na het atheneum in Castricum overwoog Limmen een studie geschiedenis. Bewondering voor de grote mannen der aarde had hij al op jonge leeftijd, vertelt zijn vader Herman Limmen. Zo verzamelde hij op de basisschool boeken van Alexander de Grote en Napoleon. Uiteindelijk koos Limmen toch voor rechten, dat bood meer perspectief.
Limmen studeerde af in 1994 en werd jurist. “Dat heeft hij kort gedaan, het was niet zijn wereld. Hij is geen man van de dikke dossiers. Dat vindt hij dor.” Limmen moet zich tussen de mensen bewegen, dus ging hij bij het CNV werken als vakbondsbestuurder. “Hij vindt het mooi om tussen werkgevers en werknemers te onderhandelen. Om er voor mensen te kunnen zijn.”
fractievoorzitter
Limmen werd in 2002 duo-raadslid voor het CDA. “Hij komt uit een CDA-nest en was altijd al geïnteresseerd in het debat,” zegt zijn vader. “Aan de keukentafel met vrienden en gezinsleden had hij bij elk onderwerp een duidelijk eigen standpunt. De onderwerpen die hij inbracht waren breed en hij kon toen al goed luisteren.”
Drie jaar later, in 2005 werd duidelijk dat een aantal CDA-raadsleden zichzelf elke maand een toelage gaf uit het budget dat is bedoeld voor ondersteuning van de fractie: de bonnetjesaffaire. Twee (deel)raadsleden en fractievoorzitter Lucy Spee moesten het veld ruimen. Limmen volgde Spee op. Oud-fractievoorzitter Gerrit Goedhart zei in 2005 in een interview met Het Parool enthousiast te zijn over de keuze voor Limmen: “Hij is heel inhoudelijk, bestuurlijk, genuanceerd.”
Ook de fractievoorzitters van de andere partijen in de raad zien hem als een behendig debater, die goed beslagen ten ijs komt. “Hij heeft hetzelfde probleem als wij: het CDA heeft maar twee zetels in de raad,” vertelt Ivar Manuel (D66). “Je kunt niet alles met zijn tweeën tot in de puntjes voorbereiden. Limmen lost dit op door goed te luisteren, en weet als het nodig is hoe hij moet improviseren. Hij is niet bang om zijn standpunt naar voren te brengen, zelfs als hij het even niet goed heeft kunnen voorbereiden: hij heeft lef.”
In het debat kan Limmen een opgewonden standje zijn. Maar het leuke is dat hij er altijd op terug komt, vindt Marieke van Doorninck (GroenLinks). “Bij een kop koffie zegt hij ‘Sorry misschien was ik iets te fel.’ Dat hij het kan relativeren vind ik sympathiek.”
CDA-hart
Ondanks zijn kleine fractie krijgt hij met regelmaat zijn paradepaardjes op de agenda. “Hij speelt het slim. Pick your battles. Door keihard op te willen treden tegen graffiti en coffeeshops manifesteert hij zich als fatsoensrakker en trekt hij zijn achterban mee,” zegt Soetenhorst.
Tot dusver niks dan goeds. Dat Limmen is voorgedragen voor de commissie, is volgens Manuel dan ook absoluut een erkenning voor zijn werk. In de Stopera staat Limmen te boek als talent.
Maar wel een CDA-talent. Limmen kan bijvoorbeeld heel hard stelling nemen tegen subsidies voor moslimorganisaties; hij is voor een strikte scheiding tussen kerk en staat. Maar als er discussie is omtrent christelijke organisaties die gesteund worden met gemeenschapsgeld, zoals Scharlaken Koord of eerder Youth for Christ, is hij terughoudend. Zwak, noemt VVD-fractievoorzitter Eric van der Burg dat. “Ik vind dat je dan even hard moet zijn.”
De afgelopen maanden was het een stuk rustiger rond het CDA in de gemeenteraad. Limmen was al zijn tijd kwijt aan het voorzitterschap van de raadsenquête. Commissielid Carlien Boelhouwer (SP) kende hem niet zo goed voordat zij zelf de enquêtecommissie betrad, “Hij kwam nogal vormelijk over, maar dat vind ik van iedereen in pak. Een echte CDA-er. Maar ik vind hem een stuk interessanter dan ik had verwacht. Hij bleek erg ongeorganiseerd, was continu zijn stukken kwijt en ergerde zich soms aan zichzelf. Dat verwacht je niet bij een stropdas.”
goede indruk
Hij is een goede voorzitter, vindt Boelhouwer. “Hij heeft de juiste woorden paraat, is duidelijk en een pientere onderzoeker. Het ondervragen ligt hem. Bij het verhoor van de toenmalige Amsterdamse wethouder Duco Stadig (volkshuisvesting) deed hij dat bijvoorbeeld erg goed. Stadig wist dat de lijn duurder zou worden, maar vond het niet nodig de raad dat te laten weten. Limmen zat hem daar echt voor op de huid.”
Boelhouwer prijst Limmen dat hij geen instelling heeft van: ‘Dat soort dingen gebeurt nou eenmaal’. “Wat er boven tafel kwam tijdens de verhoren, raakt hem en daarmee geeft hij blijk dat hij vindt dat je openheid van zaken hoort te geven als bestuurder; ook als het je niet uitkomt, omdat je politieke wens anders is.”
Dinsdag vond het laatste openbare verhoor plaats. Nu is het aan het onderzoeksbureau om alle opgedoken informatie om te zetten in conclusies en aanbevelingen. Daarna zal de commissie kijken of ze het ermee eens zijn.
Al met al maakt Limmen een goede indruk als voorzitter van de enquêtecommissie Noord/Zuidlijn. “Maar eigenlijk is het nog te vroeg voor een oordeel”, vindt Soetenhorst. “Eerst het rapport afwachten. De verantwoordelijkheid was zo breed, dat het moeilijk is om er een vinger op te leggen. Mensen verwachten toch dat er straks een paar scalpen hangen. Zo niet, dan zou dat nog wel eens een teleurstelling kunnen zijn.”
En misschien is het dan wel Limmen die er op afgerekend wordt.