Autoloze zondag, het Jordaanfestival en vooral de koopzondagen: de bezoekers van een gereformeerde evangelisatiepost in hartje Jordaan vinden het maar niks. Over hoe zij toch hun zondagsrust bewaken.
AMSTERDAM – Het is chaos op het Europarking parkeergarageterrein aan de Marnixstraat. Terwijl op de achtergrond zachtjes de klokken van een kerk luiden, zijn geluidstechnici op een groot podium in de weer met elektriciteitsdraden, lopen beveiligers af en aan en bereidt een wafelkraam zich voor op de drukte die komen gaat. Het is zondagochtend 20 september en over een paar uur barst de derde dag van het Jordaanfestival los. Niet alleen liefhebbers van het levenslied worden op deze zondag op hun wenken bediend. Vanwege de jaarlijkse autovrije zondag vechten er meer dan vijftig andere evenementen om de aandacht van de Amsterdammers. De een rijdt met een colonne rollerskaters voor een rijdende disco uit, de ander maakt een proefrit in een energiezuinige wagen.
Vlak voor de IJtunnel maken 25 duizend hardlopers zich op voor de Damloop en in de Kalverstraat is het dankzij de koopzondag net zo druk als op zaterdag. Zondagsrust, wie kent het nog? Winkeliers mogen nu twaalf dagen per jaar op zondag geopend zijn. En in toeristisch gebied zoals het Amsterdamse centrum, zelfs elke week.
Als het aan het Amsterdamse college van burgemeester en wethouders ligt, mogen binnenkort alle winkels in de stad op zondag hun deuren openen. Nu moeten stadsdelen afzonderlijk van elkaar aantonen dat zij een toeristische aantrekkingskracht hebben: het Centrum wel en Noord niet, oordeelde de rechter. Het stadsbestuur wil die verantwoordelijkheid naar zich toe trekken en aantonen dat de gehele gemeente toeristisch gebied is. Ook de gemeenteraad is in meerderheid voor.
Voorstanders van de koopzondag vinden dat consumenten zelf mogen beslissen op welke dag zij winkelen. Een verbod op religieuze gronden, vinden zij niet passen in een seculiere maatschappij.
Niet iedereen is het daar mee eens. De kleine winkeliers vrezen weggeconcurreerd te worden door de grote winkelketens en uit onderzoek van de dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam blijkt dat tegenstanders bang zijn dat hun zondagsrust in gevaar komt.
Koopzondag
Dinsdag besloot het kabinet een wetsvoorstel om de koopzondagen terug te dringen, op de lange baan te schuiven. Minister Van der Hoeven (Economie) wilde de onzekerheid onder ondernemers en werknemers in deze tijd van crisis niet vergroten. In een brief aan de Tweede Kamer schrijft zij dat als de gemeenteraad van Amsterdam kan aantonen dat “er sprake is van autonoom toerisme in de gemeente, zij bevoegd zijn, zondagsopeningen toe te staan in de gehele gemeente”.
In Amsterdam is er al langer gesteggel over koopzondagen, vooral in Oud-West en Noord. O & S deed daar onderzoek naar het draagvlak onder de bewoners en winkeliers. Het bleek dat in beide stadsdelen een kleine meerderheid voor een wekelijkse zondagsopenstelling is. De meest gegeven reden is de mogelijkheid om op zondag te winkelen (63%). Een derde van de geïnterviewden is tegen. 60 procent van de tegenstanders noemt de zondagsrust als argument, gevolgd door het argument dat het slecht is voor de kleine ondernemers.
Tegenstanders
Waar zijn ze dan, die hoeders van de zondagsrust? Midden in de Jordaan, bijvoorbeeld.
Een paar honderd meter van het Jordaanfestival in het Bijbelcentrum Simon de Looier, op de Looiersgracht, is het stil. Doodstil. De circa vijftig gereformeerde christenen luisteren vandaag niet naar volkszanger Dries Roelvink, maar naar evangelist Johan Krijgsman.
“De zevende dag is de Sabbat des Heeren uws Gods; dan zult gij geen werk doen. Gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht, noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is.” Bedachtzaam en met een zangerige intonatie leest een voorlezer, die Krijgsman assisteert, het vierde gebod uit de Bijbel op.
Peter van Duinkerken, zwart pak en gestreepte das, is er met zijn twee tienerdochters. In een klein vergeeld zakbijbeltje uit 1966 wijst hij aan waar het gebod geschreven staat. “De zondag hoort een rustdag te zijn, voor bezinning met God.”
Hij weet niet of hij het zo kan stellen, maar eigenlijk heeft de koopzondag wel iets duivels. “Het lokt mensen met reclameteksten naar hun winkels. Mensen denken vrij te zijn, maar zijn eigenlijk slaven van de winkeliers, terwijl het goed is om rust te nemen.”
Geloven in Amsterdam
Van de mensen met een christelijke geloofsovertuiging bezoekt ruim twee op de drie wel eens een kerk, blijkt uit gegevens van de Dienst Onderzoek en Statistiek (O&S) van de gemeente Amsterdam. Maar hoeveel Amsterdammers geloven nog? Ongeveer 30 procent noemt zich gelovig. Van alle Amsterdammers voelt ongeveer een vijfde zich behoren tot een stroming binnen het christendom. 13 procent hangt de Islam aan. Binnen het christendom is het katholicisme het meest populair. Ruim vier op de tien christelijke Amsterdammers is katholiek, tegenover een half procent gereformeerden.
Het bijbelcentrum
Binnen in een zaaltje achter het bijbelcentrum is het enige hoorbare geluid het rustige gezoem van de airco, terwijl de bezoekers hun hoofd buigen en handen vouwen voor het gebed. Een vrouw met een zwart hoedje, zwarte jurk en zwarte kousen. Naast haar: twee kinderen in traditionele kleding. Veel mannen in zwarte pakken en vrouwen met rokken aan en zonder broek. Tieners in moderne kledij en een nieuwe bezoeker met een petje met wiet erop.
Van Duinkerken kent ze allemaal. Hij is hier kind aan huis. Bijna zes jaar geleden kwam de chef van een vleeswarenfabriek voor het eerst met zijn vrouw en kinderen bij de evangelisatiepost. In eerste instantie voor bijbelles voor zijn dochters. “Maar ik herkende onmiddellijk de foldertekst van Simon de Looier. Die hadden de leraren van de zondagschool toen ik dertien was voorin mijn zakbijbel geschreven. Dit zagen wij als een teken van God: Hij wilde niet alleen de kinderen op de bijbelclub, maar ook ons.” Sindsdien is het geloof een groot onderdeel van hun leven en dus is zondag een absolute rustdag.
Een brandweerman moet natuurlijk gewoon kunnen werken op zondag, dat is noodzakelijk, vindt Van Duinkerken. En dat zijn vrouw vanmorgen bij de Thuiszorg moet werken, dat moet ook kunnen. “Je kunt zieke mensen niet aan hun lot overlaten. Maar wat niet noodzakelijk is, kun je ook op alle andere dagen doen.”
TV en internet uit
Dus geen kopjes koffie drinken in een cafeetje of de weekboodschappen doen. Nee, de familie Van Duinkerken begint de dag met een gebed. “Een zegen vragen over de dag en dienst die voor ons ligt.” De televisie zal niet aangaan. Ook de computer blijft uit. Heerlijk, vinden Van Duinkerken en zijn vrouw. “Het is zo fijn om juist in deze jachtige tijd even de buitenwereld te laten voor wat het is.” Het alternatief: na de eerste bijeenkomst in het bijbelcentrum naar huis om warm te eten. Dan een boek lezen en je voorbereiden op het thema van de volgende bijeenkomst om vijf uur: “het achtste gebod, gij zult niet stelen”. Want de familie gaat elke zondag niet een, maar twee keer naar de evangelisatiepost.
Er staat al een groepje te wachten als Krijgsman om klokslag half vijf de deuren weer opent en het voetenmatje op zijn plaats legt. Bij de deur ontvangt hij de mensen. De vrouw van Van Duinkerken is voor de tweede bijeenkomst aangeschoven. Een uurtje psalmen zingen, een preek over het achtste gebod aanhoren en dan is het tijd voor discussie.
‘Recessie is een straf van God?’
Evangelist Krijgsman deelt briefjes met vragen en stellingen uit. ‘Luiheid en leegloperij is hetzelfde als stelen’. Ja ja, knikt Van Duinkerken enthousiast. “Als je lui bent, steel je tijd van je baas.” Zijn tienerdochters moeten giechelen. De jongste haalt een borstel door haar lange blonde haren, en nog een keer. De tweede stelling is lastiger, vinden de kerkgangers: ‘De recessie is een straf van God?’. “Ik denk eerder dat het een instrument is van God om meer mensen te bekeren”, denkt tafelgenoot Gert Jan van Veldhuizen, die hier vandaag op uitnodiging is. De 26-jarige gaat normaal op zondag in Nunspeet naar de kerk. Liefst drie keer. Hoe dat zo is gekomen? Tja, hij woont op zichzelf en hij verveelt zich nog al snel “en natuurlijk vooral voor God”.
De discussie is afgelopen, de meiden stormen naar boven waar ze met het zoontje van Krijgsman gaan pingpongen. Beneden staan koffie en cake klaar. “We zullen om een uur of acht thuis zijn. Nog wat nakletsen en dan zit de dag er weer op”, zegt Van Duinkerken.
Buiten is het schemerig. De pompende bassen van een DJ op het Jordaanfestival zijn tot aan de Looiersgracht te horen. Uit de luidsprekers klinkt: “Zak zak zak, tot de grond, schudden met die kont, van links naar rechts…..”