Zijn cartoon leidde deze maand tot vervolging door het Openbaar Ministerie. Abdoulmouthalib Bouzerda, sinds een jaar de voorzitter van de Nederlandse afdeling van de Arabisch Europese Liga (AEL), doorbreekt de stilte rondom zijn organisatie.
AMSTERDAM – ”Als ik hem een hand geef, dan ben ik geen knip voor de neus waard.” Met keurig lichtblauw overhemd en kaki kleurig jasje zit Bouzerda (31) bij Knevel & Van den Brink aan tafel. Een lichte glimlach rond de lippen. “Ik ben hier niet gekomen om handjes te schudden met meneer Naftaniel. Ik ben gekomen om met hem te debatteren. Maar ik ben geen hypocriet. Deze meneer is de advocaat van de duivel.” Nonchalant leunt hij achterover in zijn stoel. Het debat met Ronny Naftaniel, directeur van het Centrum voor Informatie en Documentatie Israël (CIDI) in Knevel & Van den Brink was voor Bouzerda het moment om zichzelf als voorzitter van de Arabisch Europese Liga (AEL) te profileren. Na jaren van radiostilte treedt de AEL weer naar buiten, met de ambitieuze Bouzerda aan het hoofd van de Nederlandse tak.
“Zonde”, vindt jeugdvriend Abdullah Pekir. “Ik had hem heel ergens anders zien staan”, vertelt hij. “Mooi kostuum, koffer in de hand en een auto van de zaak. Directeur van een groot bedrijf, Philips bijvoorbeeld.” Het liep anders. Bouzerda gaf zijn baan als accountmanager op voor het onbetaalde voorzitterschap van de AEL. Hij runt sindsdien zijn eigen koeriers/transportbedrijfje om rond te komen. “Hij is mijn intelligentste vriend”, zegt Pekir. “Hij heeft hard voor zijn studie gewerkt. Nu geeft hij alles aan de AEL. Jammer.”
In de schaduw
De moord op Theo van Gogh in november 2004 was voor Bouzerda de aanleiding lid te worden van de AEL. Daar viel hij als lid direct op. “Het was tijdens een debat voor leden in Den Haag”, herinnert ex-bestuurslid Ilham zich. “Hij zat achterin, ik kon alleen zijn stem horen. Heel rustig nam hij je mee in zijn verhaal. Mijn collega-bestuurslid Marmouch en ik zeiden direct tegen elkaar: ‘Kijk, daar zit iemand.’”
Maar de AEL draaide in die tijd vooral om founding father Dyab Abou Jahjah. “Bouzerda heeft jaren in mijn schaduw gestaan”, schrijft Abou Jahjah later in een brief aan de leden. Nadat de oprichter in 2006 zijn koffers had gepakt om naar Libanon te gaan, kwam er meer ruimte voor Bouzerda. “Er werd door de leden vaak denigrerend over ons gepraat”, zegt Karim Houssoun, voorzitter van de Belgische AEL tak en een goede vriend van Bouzerda. “Dat clubje rondom Jahjah, dat zal wel instorten zodra hij weg is, zeiden ze. Nou, we bestaan nog steeds.”
Cartoons
Na 2005 werd het stil rondom de AEL. De club nam bewust afstand van de media om zich te herprofileren. Een maand geleden vertoonde de AEL de eerste tekenen van een wederopstanding. Abdou Bouzerda besloot om een omstreden cartoon van zijn hand opnieuw op de AEL website te zetten en ging daarmee de strijd aan met het Openbaar Ministerie. Dat had al eerder besloten dat de cartoon strafbaar was en verwijderd moest worden. Op de tekening is te zien hoe twee joden lijken bij elkaar vegen om de Holocaust te fabriceren.
Bouzerda, die recentelijk onthulde zelf de cartoonist te zijn, plaatste de tekening weer op de website om de dubbele maatstaven aan te tonen wat strafbare beledigingen betreft. Hij noemt het ‘onbegrijpelijk’ dat de beslissing van Geert Wilders om de Mohammed-cartoon op diens website te plaatsen straffeloos blijft terwijl Bouzerda van het OM zijn eigen cartoon niet mag plaatsen.
Drie weken geleden maakte het Openbaar Ministerie in Utrecht bekend de AEL te gaan vervolgen wegens het herplaatsen van de cartoon. De spotprent is volgens het OM strafbaar omdat hiermee Joden als groep worden beledigd. “Bouzerda heeft zijn martelaarstatus op de valreep binnengehaald”, schreef Trouw-columnist Sylvain Ephimenco kort na de beslissing.
Stoïcijns
De cartoonkwestie leidde tot het debat bij Knevel& van den Brink. Het bij vlagen felle optreden van Bouzerda lijkt in strijd met hoe hij doorgaans debatteert. “In het debat is hij heel erg rationeel, bijna tegen het stoïcijnse aan”, zegt schrijver en columnist Mohammed Benzakour. Hij heeft Bouzerda een paar keer ontmoet en schreef een boek over AEL oprichter Abou Jahjah.
Bouzerda is een sterk product van Nederland, vindt Benzakour. Hij is bijna formeel, wil zijn zinnen in goed Nederlands formuleren. Bij hem draait het niet om emoties, maar om de argumenten. Een groot verschil met zijn voorganger, AEL-stichter Dyab Abou Jahjah. “Dyab is de charmante Belg. Emotioneel, flamboyant en met Arabisch charisma.”
Bouzerda realiseert zich dat zelf ook. “Ik lijk net een huurmoordenaar”, vertelde hij zijn goede vriendin (en radiopresentatrice voor de Nederlands Islamitische Omroep) Hatice Kursun na het zien van zijn mediavuurdoop bij Nova in 2008. “Zo’n serieus, strak gezicht had hij in die uitzending”, vertelt Kursun. “Abdou wilde serieus genomen worden. Nu is hij al veel losser.”
De twee leerden elkaar kennen nadat hij te gast was geweest in haar uitzending naar aanleiding van Wilders’ film Fitna. “Naderhand belde hij op. Hij vroeg: ‘Heb ik het goed gedaan?’” Nog steeds belt hij Kursun na mediaoptredens om te vragen of zijn argumenten duidelijk te volgen waren.
Wandelende krant
Als jongen kon Bouzerda al over alles meepraten. “Dat had hij dan gezien op Discovery Channel of uit de vele boeken die hij las”, vertelt jeugdvriend Abdullah Pekir. Hij kent Bouzerda van het voetbalpleintje achter hun school in de Presikhaafbuurt in Arnhem. “Hij was goed in boksen, liet niet over zich heen lopen. Maar hij was geen vechtersbaasje.”
“Hij is een wandelende krant”, zegt ook vriendin Kursun. Als ze iets wil weten, wat dan ook, dan belt ze Abdou. “Alsof hij de journalist is.” Als vrienden onder elkaar kan dat wel eens vervelend zijn. Dat iemand alles weet en daar altijd diep op wil ingaan. “Je wilt het ook wel eens hebben over nieuwe schoenen die je hebt gekocht. Niet altijd intelligent en inhoudelijk bezig zijn.”
Idealisme
Nieuwsgierig als hij is, zag Bouzerda steeds meer dingen om hem heen gebeuren. Dingen die hem zorgen baarden over de positie van moslims in de Nederlandse samenleving. Stilzitten en toekijken was voor hem geen optie. Dan begon hij zich te veel te ergeren. Op televisie keken jeugdvriend Pekir en Bouzerda wel eens samen naar een discussieprogramma, waar dan ook een moslim aan tafel zat. Als die ging haperen of geen antwoord op een vraag wist, ergerde Abdou zich daaraan. “Als je het niet weet, wat doe je dan op televisie?”, zei hij dan.
De AEL
De Arabisch Europese Liga (AEL) werd in 2000 in Antwerpen opgericht door Dyab Abou Jahjah. In 2003 volgde de oprichting van de Nederlandse tak. Het CDA probeerde de Nederlandse afdeling tegen te gaan wegens het ondemocratische gehalte en vanwege de standpunten over joden en Israël. De AEL is een politieke en maatschappelijke organisatie, die staat voor de rechten van de Arabische en Moslimgemeenschappen in Europa en de Arabische belangen in het algemeen, aldus de organisatie. De AEL spreekt zich krachtig uit tegen Israel. De antikoloniale en antizionistische organisatie steunt Hamas en Hezbollah, volgens de AEL verzetsbewegingen die zich inzetten voor de bevrijding van Palestina. In 2003 raakte de AEL in opspraak toen bestuurslid Nabil Marmouch opgepakt werd op verdenking van afpersing en diefstal met geweld. Later werd hij vrijgesproken. Vanaf 2005 werd het stil rondom de organisatie. Volgens de AEL was deze mediastop om zich op de inhoud te kunnen focussen.
Dat kan ik beter, moet hij hebben gedacht. Zelf is Bouzerda een onderzoeker, hij komt met feiten aan. Als hij iets niet weet, gaat hij het opzoeken en komt hij er later op terug, vertellen zijn vrienden. “Zijn idealisme is heel sterk”, zegt vriendin Hatice Kursun. “Bouzerda wil iets betekenen voor de moslimgemeenschap in Nederland, hen een betere positie geven.”
Hielenlikkerij
Om dit te bereiken, kiezen Bouzerda en zijn AEL niet altijd de meest gematigde toon. “De AEL staat te boek als radicaal. De AEL is een activistische organisatie en Bouzerda is een activist”, zegt Kursun. “Dat kan soms overdonderend overkomen.” Aan de andere kant is dat wel iets waar de Nederlandse moslimgemeenschap behoefte aan heeft, denkt ze. Iemand die niet verandert van mening en die, niet zoals zoveel allochtone politici, een wit voetje wil halen.
Bouzerda praat mensen niet naar de mond, vindt ook Benzakour. “Hij is gevrijwaard van iedere vorm van hielenlikkerij.” Bouzerda kijkt niet calculerend welk standpunt goed zou zijn voor zijn eigen carrière. Benzakour: “Bij andere allochtone rolmodellen spelen belangen vaak een rol. Wat de fractie wil, bijvoorbeeld. Bouzerda heeft overal schijt aan.”
Bij CIDI-directeur Ronny Naftaniel viel dat niet goed tijdens de uitzending van Knevel & Van den Brink. “Het was een onaangename ontmoeting. Als je het debat aangaat, schud je de hand. Graag is anders, toch doe je het.” Volgens Naftantiel is Bouzerda een persoon die zich geen moer aantrekt van de rest. Die zichzelf buiten de samenleving zet. “Er zaten toen interessante mensen aan tafel. Maar hij praatte niet met hen. Hij had drie maten mee, stelde zich er volledig buiten. Hij had niet de minste belangstelling.”
Overdag rijdt Abdou Bouzerda rond in zijn koerierbusje. De avonden zijn gevuld met de AEL. Jeugdvriend Abdullah Pekir heeft hem nog geprobeerd over te halen. “Ik vroeg hem: is dit echt wat je wilt?” Het voelt gewoon goed, was Bouzerda’s antwoord. “Ik ken hem: als Abdou ergens achter staat, geeft hij alles. En bijt hij zich vast als een pitbull.”
Abdoulmouthalib Bouzerda
1978 Geboren in Arnhem
1991-1997 Thorbecke scholengemeenschap VWO in Arnhem
1998-2001 Bachelor rechten, Nijmegen
2001-2007 Accountmanager bij verschillende bedrijven
2004 Lid van de AEL april
2008 Voorzitter van AE
2007-nu Eigenaar koerier/transportbedrijfje