Internationaal mag zakencentrum South Ass wel aan haar naam werken. Is South District of South Area een geschikt alternatief? Of South Park? ‘South Plaza sounds kinda sexy’.
AMSTERDAM, 20 feb. ‘Eerst de Zuidas, dan de inspraak’, signaleren de wereldverbeteraars die zich Loesje noemen. Of ze daarmee de gehele Amsterdamse ‘Viagrazone’ bedoelen, of slechts zijn benaming, is niet duidelijk. Feit is wel dat over de naam Zuidas niet erg lang is vergaderd. Voor een zakencentrum met internationale allure sla je met South Ass in het buitenland een pleefiguur.
De commissie-Sanders boog zich vorig jaar, in opdracht van de gemeente Amsterdam, over de culturele inrichting van de Zuidas. Eind oktober verscheen het commissierapport, voor een deel gebaseerd op gesprekken met betrokkenen. In de voetnoten is te lezen dat niet alleen de culturele inrichting, maar ook de gekozen naam ter discussie stond: ‘Gesprekspartners merkten op dat de term Zuidas in internationale context geen gelukkig gekozen naam is, omdat deze al snel wordt verbasterd in South Ass. Voor internationale toepassingen zou kunnen worden gezocht naar een aansprekende Engelse naam voor het gebied.’
Wim Pijbes, directeur van het Rijksmuseum, was betrokken bij de commissie-Sanders en heeft ‘geen idee’ wat we aanmoeten met de South Ass. ‘Met naamgeving hield de commissie zich niet bezig.’ Alternatieven weet hij niet en bovendien, vindt hij, ‘waarom moeten we een internationale naam hebben voor een wijk in Nederland?’
‘Onder geen beding’, antwoordt ook Robbert Dijkmeester op de vraag of Zuidas niet toe is aan een nieuwe naam. Dijkmeester is commercieel directeur van het Projectbureau Zuidas, gevestigd in het WTC. ‘In 1992 vond een ambtelijke studie plaats, naar het gebied van Schiphol tot ZuidOost,’ weet Dijkmeester. ‘Men noemde dit gebied Zuidas. Toen was het enkel een ambtelijke nota, inmiddels is het een begrip. Geen denken aan dat we dat gaan veranderen.’ Echt niet? ‘Ja, misschien als Balkenende het vraagt.’ En een aparte internationale naam dan? Dijkmeester gelooft het wel, met ons. ‘Peking heet toch ook gewoon Peking?’ Gelukkig staan de receptionistes aan onze kant: ‘Dat klinkt toch niet, dat is een achterwerk!’
‘Een naam moet helder zijn, want je moet gelijk weten wat erbij hoort’, zegt Marette Ebert van het gemeentelijke Stijlweb. Zij neemt het de ambtenaren van ’92 niet kwalijk. ‘Het gebeurt vaak dat namen geïnstitutionaliseerd raken via zo’n ambtelijke weg. Wij willen dat tegengaan. Soms is het echter te laat in het proces. Dat kan ik me voorstellen bij de Zuidas, maar dan zou je er wel aan kunnen denken om de naam niet te veranderen, maar een andere vertaling te benadrukken.’
Erwin Wijman pakt het liever rigoureuzer aan. Een eensluidende term bedenken als een voorzetje voor buitenlandse aandacht, lijkt hem een goede eerste stap. Maar een nieuwe naam voor de Zuidas bedenken, dat is moeilijk. Wijman is lid van het Netwerk Naamkunde aan het Meertens Instituut en schreef ‘De Bedrijfsnamenfabriek’. Het project Zuidas is moeilijk los te koppelen van megalomane associaties, vindt hij, maar hij voorziet een kentering. ‘Nu, met de kredietcrisis, hebben zij óók moeite om de boel rond te krijgen. Wat je vaak ziet als een project niet loopt, is dat het wordt ‘ge-rebrand’. In dat geval zullen ze hoogstwaarschijnlijk met een internationale naam komen.’ Wijman denkt gekscherend aan South Park, ‘maar dat zal het ook wel niet worden’. Hij is vooral bang voor ‘nietszeggende dikdoenerij’. Zoals bij de RAI, die één van haar gebouwen RAI Elicium noemde.
Een rondje zakenlui op South Park leert dat de suggesties van direct betrokkenen niet veel origineler zijn. ‘South Area?’ probeert Menno van Zaane, werkzaam bij de Italiaanse oliemaatschappij INA. ‘World Trade Centre’, zegt de Italiaanse Mauro Santonecola van hetzelfde bedrijf. Dat is althans de internationale benaming die hij gebruikt als hij zijn Italiaanse vrienden vertelt waar hij werkt. ‘South Plaza sounds kinda sexy’ vindt David Suits uit Michigan. Of ‘South District’, zegt Kim Nordmann van Multicopy in het WTC.
Maar we wachten nog op de klapper van de nonchalante stratenveger, met een dirty- South-style gouden tand. Oranje jas en broek aan, met felle strepen. ‘South Ass, ik werk hier al zes maanden, maar ik heb er nog nooit over nagedacht. En ik kan nog wel Engels.’ Een nieuwe naam heeft hij nog niet. ‘Maar hé, kan ik jullie niet bellen als me er een te binnen schiet?’
Reacties zijn gesloten