Exotische lingerie in het streng Islamitische Syrië. Het is een intiem inkijkje. Maar wordt het ook gedragen?
AMSTERDAM – 17 febr. Damascus, Syrië. Journaliste Malu Halasa en designer Rana Salam zijn aanwezig bij een massahuwelijk. Honderd mannen en vrouwen zullen elkaar het jawoord geven. Het zijn gearrangeerde huwelijken: de bruid kent de bruidegom nauwelijks. De mannen zitten bij elkaar aan een kant van de zaal, de vrouwen aan de andere. Ze werpen nieuwsgierige blikken naar elkaar. Zo meteen zijn ze getrouwd, dan start de ontdekkingstocht. Te beginnen bij de huwelijksnacht. Want wat zou ze dragen onder haar jurk? De meeste vrouwen, zo leren Halasa en Salam, kopen wel 30 setjes lingerie voor die eerste keer. Je kent de smaak van je toekomstige echtgenoot tenslotte niet. Onder de burqa gaat een exotische wereld schuil.
Malu Halasa is van Jordaans-Filippijnse komaf. Haar accent verraadt dat ze geboren en getogen is in de Verenigde Staten. Rana Salam komt uit Libanon, maar woont in Groot-Brittannië. In 2007 schreven zij The Secret Life of Syrian Lingerie. Voor dat boek reisde het duo rond in Syrië op zoek naar de lingerie die even fascinerend als onhandig is. Van 17 februari t/m 16 mei 2009 is in de Prins Claus Fonds Galerie aan de Herengracht in Amsterdam een tentoonstelling van de lingerie te zien. In debatcentrum Felix Meritis gaven Halasa en Salam donderdag 12 februari een presentatie van hun werk.
‘Je hebt veel humor nodig, wil je lingerie als deze dragen. Dat gaf ons een heel nieuwe kijk op de gesloten Syrische cultuur’, zegt Rana Salam. Onderwijl laat ze foto’s zien van setjes die Halasa en zij op allerlei souks, Arabische markten, hebben gekocht. Een BH in de vorm van een gordijntje dat je open moet trekken. Een onderbroek waar een mobiele telefoon in is verwerkt. Leer dat op geleide van lichaamstemperatuur van kleur verandert. Lingerie van eetpapier. Ondergoed met echte veren en insecten. De ontwerpen van Marlies Dekkers verbleken erbij en deze setjes zijn maar tien dollar per stuk. Hoewel dat in Syrië helemaal niet zo goedkoop is.
De setjes worden zowel door mannen als vrouwen gekocht. ‘Het zijn vrouwen uit de middenklasse die de lingerie dragen’, zegt Salam. ‘De elite vindt het ordinair. De kwaliteit is ook niet zo goed.’ Mannen kopen het ondergoed soms voor hun vrouw. Het maakt deel uit van een ritueel. Halasa: ‘Een man legt een setje op bed. Zijn vrouw vindt het en weet dat ze zich klaar moet maken. Ze gaat in bad, smeert haar lichaam in met crème en maakt zichzelf mooi’. Het is een soort hofmakerij. ‘Je moet je realiseren dat deze setjes niet gekocht worden door jonge mensen om elkaar te verleiden’, zegt Salam. ‘Het speelt een rol binnen het huwelijk, to keep it going.’
De lingerie wordt openlijk verkocht op markten en in winkels. Voor de winkeleigenaren is het ‘gewoon handel’. Er rust geen verbod op, niet van overheidswege en niet vanuit religieuze hoek. ‘Het is niet haram, niet verboden volgens de Koran, om zulke lingerie te dragen’, zegt Salam. De marketing van de lingerie contrasteert met die vrijheid. De modellen op de reclamefoto’s komen zonder uitzondering uit Oost-Europa. ‘Het is zondig als Arabische vrouwen zo op de foto gaan.’ Dat toont iets van de culturele ambivalentie: binnenskamers mag bijna alles, in het openbaar mag bijna niks.
De productie en verkoop van de lingerie is in handen van mannen. Het wordt vaak met de hand gemaakt in kleine ateliers. Dat laatste verklaart de originaliteit van de ontwerpen. ‘Een man vertelde ons dat hij zijn zoontje een keer zag spelen met een plastic wereldbol uit China’, zegt Halasa. ‘Toen dacht hij: daar ga ik een BH van maken.’ In de ateliers waar Halasa en Salam kwamen merkten ze vooral hoe trots de ontwerpers op hun handel waren. Soms werden ze ook argwanend begroet. Halasa: ‘Dan dachten ze dat wij lingeriespionnen waren’.
Exotische lingerie in het streng Islamitische Syrië. Het is een intiem inkijkje. Maar je vraagt je af op welke schaal het geproduceerd en gedragen wordt. Halasa: ‘In Syrië is dit big business‘. Het feit dat de lingerie door het hele land op souks te vinden is, strookt daar mee. Toch is het niet mogelijk precieze informatie in handen te krijgen over de omzet. Bedrijven willen geen cijfers geven, uit angst voor corruptie. Salam: ‘We weten wel dat één van de grote producenten jaarlijks 20.000 setjes exporteert naar de Golfstaten’.