Aan de vooravond van Valentijnsdag een paar lessen over de liefde. Is liefde een poëtisch verzinsel of een chemische voortplantingsmotor? Het laatste, zegt professor Jan Hindrik Ravesloot.
AMSTERDAM, 13 feb. – ‘Kun je overspelige mannen behandelen met een spuitje oxytocine en vasopressine?’, vraagt een meisje in de zaal. Het publiek barst in lachen uit. Jan Hindrik Ravesloot, hoogleraar fysiologie aan de Universiteit van Amsterdam, heeft net uitgelegd dat deze hormonen er aan bijdragen dat mensen bij elkaar blijven als de verliefdheid voorbij is. ‘Wellicht’, antwoordt hij. ‘Maar bij sommige mannen werken die hormonen sowieso niet. Die hebben een genetisch foutje, waardoor hun hersenen er ongevoelig voor zijn.’ Conclusie: notoire vreemdgangers kunnen het niet helpen.
De chemie van de liefde. Daar ging het om tijdens het Wetenschapscafé van 9 februari in de Rode Hoed te Amsterdam. Ravesloot gaf een lezing vanuit “evolutionair-medisch-biologisch” perspectief. Hij is de eerste om toe te geven dat zijn uitleg een beperkte weerspiegeling van de werkelijkheid blijft. Wetenschappelijk is de liefde een nauwelijks ontgonnen terrein. Maar je moet ergens beginnen.
‘Liefde is de som van voortplantingsdrift, verliefdheid en paarvorming’, zegt Ravesloot. Voortplantingsdrift wordt gestuurd door het hormoon testosteron. Mannen én vrouwen zijn daaraan onderhevig. Testosteron en trouw gaan niet hand in hand. ‘Testosteron leidt tot ongerichte actie: je wilt zo vaak mogelijk seks, met zoveel mogelijk partners.’ Drift staat in dienst van de overleving. Van seks komen kinderen. Maar het is wel van belang dat die kinderen sterk en gezond zijn.
Daar is het tweede mechanisme voor: verliefdheid. ‘Je zou het kunnen duiden als de sturing van de voortplanting: met wie krijg je de beste kinderen?’, zegt Ravesloot. Dopamine en noradrenaline, stofjes in de hersenen, veroorzaken het gevoel van verliefdheid. Het wijst de beste partner aan. Uiterlijk en geur spelen daarbij een belangrijke rol.
Op knappe mensen word je eerder verliefd. Het gaat in tegen ons rechtvaardigheidsgevoel en daarom zeggen we graag dat “ware schoonheid van binnen zit”. Maar het uiterlijk speelt een grote rol. Een knap iemand is bovenal symmetrisch. Ook heeft hij of zij een mooie huid. Verder verschillen de voorkeuren van beide seksen. Vrouwen houden van een man met een krachtige uitstraling. Idealiter is hij lang, atletisch en hanig. Kleine mannen doen het minder goed op de liefdesmarkt, blijkt uit onderzoek. Ze zijn vaker vrijgezel en verwekken minder kinderen. Vrouwen worden vooral beoordeeld op hun geschiktheid als moeder: in grote borsten past veel melk en ronde heupen verraden een goed baringskanaal.
Verliefdheid gaat ook op geleide van geur. Dat speelt met name bij vrouwen een rol. Met hun neus zoeken ze een immunologische tegenpool. Dat geeft de grootste kans op kinderen met een goede weerstand. Het verklaart waarom je toch verliefd kunt worden op een lelijk eendje. Je moet de lichaamsgeur van een man natuurlijk wel goed kunnen ruiken. Toch adviseert Ravesloot mannen niet om hun deodorant achterwege te laten. ‘Het komt de liefde wel ten goede als de lichaamsgeur goed te ruiken is’, grapt hij. ‘Maar de geur in de metro niet’.
Het derde onderdeel van de “som der liefde” is paarvorming. Kinderen kun je niet aan hun lot overlaten. ‘Ze hebben een moeder en een vader nodig’, verduidelijkt Ravesloot. Als een vrouw borstvoeding geeft, komt het hormoon oxytocine vrij. Dat zorgt voor de hechting tussen moeder en kind. Maar oxytocine, net als vasopressine, speelt ook een rol in de hechting tussen man en vrouw. Deze stoffen vergroten het gevoel van vertrouwen in de ander. ‘Verliefdheid duurt 8 tot maximaal 38 maanden’, zegt Ravesloot, al is er wel discussie over deze marges. ‘Oxytocine en vasopressine bestendigen de relatie na die tijd.’ Ravesloot: ‘In de romantische literatuur heet dat “ware liefde”.
Terug naar het publiek in de zaal. ‘Kunnen we niet zorgen dat we voor altijd verliefd zijn?’, vraagt een man. ‘Zou je dat willen?’, kaatst Ravesloot terug. ‘Mij lijkt het doodvermoeiend.’ Iemand anders wil weten of je na tien jaar opnieuw verliefd kunt raken op je eigen partner. ‘Is er iemand die opnieuw verliefd is geworden op zijn partner?’, vraagt Ravesloot aan de zaal. Een paar mensen steken hun hand op. ‘Dus het antwoord is “ja”, maar niet iedereen.’ Kijk: dat is moderne wetenschap.