Amsterdam Rauw: een serie over wakker Amsterdam. Op zoek naar eigenzinnigheid waar de betutteling geen grip op krijgt. Vandaag is Rauw onder behandeling van een Chinese kruidendokter op de Zeedijk.
AMSTERDAM, 13 feb. – Ingeklemd tussen nachtclub Moulin Rouge en een sieradenwinkeltje op de Zeedijk zit de praktijk van Chinese kruidendokter Wing Tsoen Tong. Ik sta gebiologeerd te kijken naar de grote wand met kruidenpotten. Voor elke kwaal is er iets. De praktijk is een kruising tussen een ouderwetse apotheek, de wachtkamer van een huisarts en een afhaal Chinees. Knalrode Chinese kalenders en lampionnetjes hangen naast posters van het menselijk lichaam en uitvergrote organen. Een Chinese man van een jaar of dertig kijkt me afwachtend aan. Op mijn vraag of hij Nederlands spreekt knikt hij instemmend. Maar als ik wil weten welke kruiden hij verkoopt, blijkt een gesprek toch moeilijk. Gebaren dan maar. Uiteindelijk wordt me duidelijk dat dokter Wing aan je pols voelt en dan bepaalt waar je last van hebt en welke kruiden daartegen helpen. Een zak kruiden, waarmee je anderhalve liter thee kunt zetten, kost zeven euro.
Ik twijfel. Ik voel me wel goed. Wat als dokter Wing iets vindt waarvan ik niet wist dat ik het had? Ik ga zitten op een van de plastic stoeltjes tegen de muur en wacht op de dokter. Een ernstige oudere man in een oranje katoenen trui komt aanschuifelen. We gaan aan een tafel zitten en hij legt mijn pols op een versleten zijden kussentje. Hij drukt stevig op mijn slagader, pakt ondertussen een schriftje en begint wat te krabbelen. Alleen de datum kan ik lezen. Zo te zien heeft hij ook op drie en zes februari een consult gehad. Hij kijkt bedenkelijk, beveelt mij mijn tong uit te steken en legt dan met een vies gezicht mijn andere pols op het kussentje. Weer drukken, nog meer krabbelen. Ik vraag me af of ik me zorgen moet gaan maken. Dan wijst hij naar een papier op de muur waarop in twee kolommen Chinese karakters en hun Nederlandse vertaling zijn geschreven. ‘Maag’ lees ik eerst, en dan ‘Lever’. Nu maak ik me zorgen. Hij begint heftig te knikken en schreeuwt wat naar zijn collega. Met een ernstig gezicht maakt hij duidelijk dat deze organen niet yin yang zijn. ‘Maag is veel yin, moet meer samen.’
Ik krijg een kuur van vijf dagen voorgeschreven. Dat lijkt me wat lang, maar over de diagnose van dokter Wing is geen discussie mogelijk. Vijf grote plastic zakken worden op de toonbank gelegd. Een voor een worden de potten van de planken gehaald en open geschroefd. Handenvol wonderlijke kruiden verdwijnen in een grote bak en worden over mijn zakken verdeeld. Er zitten grote witte stukken bij, kleine gedroogde bolletjes en iets dat lijkt op boomschors. Ik herinner me ineens een artikel waarin stond dat de Chinese geneeskunst menselijke placenta’s gebruikt om thee van te trekken tegen astma klachten. Huiden, insecten, nagels en gif van dieren werden volgens de auteur ook bij veel kwalen gebruikt. Ik troost me met de gedachte dat dokter Wing alleen Maag en Lever aanwees en niet Longen. Als ik voor de zekerheid vraag wat er allemaal in de zakken gaat, lacht hij vriendelijk, wijst dan naar de karakters op de potten en gaat onverstoorbaar verder.
De zakken zijn vol. Op het strookje met instructie staat dat ik vijf dagen lang anderhalve liter thee moet koken en dat drie keer per dag moet drinken. Dokter Wing maakt een beweging alsof hij iets in zijn mond stopt. Ik begrijp het, ik moet erbij eten. Hij haalt nog even zijn consult briefje op en vraagt mij mijn naam eronder te zetten. Op het volgekladde blad is elke datum ondertekend met Chinese karakters. Mijn westerse handschrift hoort er duidelijk niet thuis.
Terwijl ik mijn jas aantrek bedenkt dokter Wing zich iets. ‘Thee’, zegt hij beslist. Ja thee, denk ik, vijf grote plastic zakken vol. Maar hij is vergeten mij thee in te schenken en komt met een roestige thermosfles aanzetten. ‘Zitten’, beveelt hij. Ik heb geen idee welke kruiden hij hierin heeft gestopt, maar drink het braaf op. Het zal wel heilzaam zijn.
35 euro armer en vijf zakken met onduidelijke inhoud rijker neem ik afscheid van dokter Wing. Ik ben een half uur binnen geweest. Goedkoper dan een consult bij de huisarts, al ga ik daar zelden weg met een kwaal die ik nog niet had toen ik binnenkwam. Als een gek fiets ik naar huis om thee te zetten. Ik heb geen tijd te verliezen, wil ik vandaag nog die anderhalve liter wegwerken. Na een half uur pruttelen houd ik een gitzwart brouwsel over. De zurige en tegelijkertijd bittere smaak neemt de illusie weg dat het om een onschuldige kruidenthee gaat. Ik moet het zien als een medicijn, houd ik mezelf voor. Drie keer per dag, vijf dagen lang. Op doktersadvies. Dan ben ik weer yin yang.