Harde muziek, gillende kinderen of een krakende trap – een burenruzie zit in een klein hoekje. Steeds meer Amsterdammers kiezen dan voor buurtbemiddeling. ‘Eén telefoontje en er komt iemand langs.’
AMSTERDAM, 6 feb. Meneer A heeft last van de muziek van zijn buren. Vooral die harde bas. Vaak is hij al naar beneden gelopen. De benedenburen vinden het grote onzin. Buurvrouw B: ‘Ik werk hard doordeweeks, in het weekend is het mijn feestje. We zijn jong.’ Sindsdien is het ruzie. De politie verwijst de zaak door naar de buurtbemiddelaars. Eenmaal rond de tafel met de twee buurtbemiddelaars wordt duidelijk dat de harde bas hem doet denken aan de oorlog die hij heeft meegemaakt. Dat wist de benedenbuurvouw niet. Dan kan het wel wat zachter.
‘Vaak hebben buren zich nooit aan elkaar voorgesteld. Zo gaat dat in Amsterdam. Dan krijg je snel irritaties, zoals geluidsoverlast, of vooroordelen. De buurman die met een krat bier loopt, is een alcoholist. Ook spelen cultuurverschillen mee, bijvoorbeeld een vrouw die niet snapt waarom de Marokkaanse buurkinderen zo laat nog op straat rondhangen’, zegt Bente Thé, directeur van Stichting Buurtbemiddeling Amsterdam. ‘Buurtbemiddeling kan dan een handje helpen. Het is de smeerolie tussen boze buren.’
In 2004 is de stichting begonnen met bemiddeling in Amsterdam. Met zo’n 110 buurtbemiddelaars in elf stadsdelen is het de grootste organisatie voor buurtbemiddeling in de hoofdstad. Mensen die ruzie met hun buren hebben kunnen zelf contact opnemen of de politie, buurtregisseur of woningcorporatie kaart het probleem aan bij de stichting. ‘Maar wat wij horen is vertrouwelijk en wordt niet teruggespeeld naar andere instanties zoals de politie. Wij vertellen hen enkel: poging geslaagd ja of nee. Ook al willen ze vaak meer weten’, zegt Thé. De stichting krijgt subsidie van de gemeente en woningcorporaties waardoor ze de bemiddeling gratis kunnen aanbieden.
Er is grote behoefte aan meer buurtbemiddelaars, vertelt Thé. Daarom werd er afgelopen dinsdagavond een informatie-avond georganiseerd voor geïnteresseerden in het kantoor van de stichting in de Rivierenbuurt. ‘Vooral in stadsdelen Noord, Zuidoost en Geuzenveld-Slotermeer is het moeilijk om vrijwilligers te vinden. De gemiddelde buurtbemiddelaar is hoog opgeleid en wit. Die vind je minder in deze stadsdelen.’
Buurtbemiddeling krijgt steeds meer bekendheid onder Amsterdammers. Ze pakken dan ook eerder zelf de telefoon voor hulp bij een burenruzie. Waren er in 2004 nog maar vier zelf-aanmeldingen, in 2007 was dit opgelopen tot 73. In de andere gevallen wordt de zaak door andere instanties, zoals de politie, onder de aandacht gebracht. In totaal werd de Stichting Buurtbemiddeling in 2008 573 keer benaderd. In de helft van de gevallen resulteert dit in een bemiddelingsgesprek met beide partijen. In de meeste gevallen komen deze gesprekken tot een goed einde.
Berend Homan (61) is sinds twee jaar buurtbemiddelaar in stadsdeel Noord. ‘Je gaat eerst bij beide partijen langs. Je hoort hun verhaal aan en vraagt of ze op een bemiddelingsgesprek willen komen. Eenmaal rond de tafel laat je de mensen praten, je moet niet direct oplossingen aandragen. Als ze elkaars verhaal horen, ontstaat er vaak begrip en komen de oplossingen vanzelf.’ Ook volgens Bente Thé speelt de bemiddelaar een kleine rol. ‘De beste bemiddelaars kunnen goed achterover leunen en de partijen laten praten.’ En de bemiddelaar moet neutraal blijven. ‘Dus niet volmondig instemmen met vragen; ruikt u dat dan niet? Of, hoort u die harde muziek?’
De bemiddelaars krijgen eerst zes dagdelen training in conflictbemiddeling. Christa Janetzky (65) is sinds vorige week gepensioneerd juriste en is op de informatie-avond afgekomen om zich op te geven als buurtbemiddelaar. ‘Ik heb al veel werk in bemiddeling gedaan en wil nu vrijwilligerswerk doen in de buurt waar ik woon. Ik wil weten wat er speelt in mijn buurt en mijn steentje bijdragen. En dus niet het huis in en de deur dicht. Amsterdam is een multiculturele stad, maar ik merk dat ik soms bevoordeeld ben, je gaat er vanzelf in mee. Dat wil ik niet. Ik wil leren luisteren en mensen in hun waarde laten.’
Buurtbemiddeling werkt omdat het laagdrempelig is, vindt Bente Thé. ‘Eén telefoontje en er komt iemand langs. Ook gewoon een burger, niet iemand met een titel.’ Het is ook lekker vrijblijvend. ‘Als de bemiddelling niet lukt, dan niet. We zijn geen instantie waar in iedere zaak succes behaald moet worden. Dat schept een rust die de bewoners ook voelen.’ Berend Homan kan wel een aantal gevallen noemen waar de bemiddeling niet werkte. ‘Een man die altijd maar brood aan de vogels bleef voeren. Altijd zaten er rijen grote rijgers op het dak. Tot grote ergenis van de buurt. Met hem viel niet te praten. Dan kunnen wij niets doen.’
De informatie avond is een succes. Buurtbemiddeling Amsterdam heeft er dertig nieuwe aanmeldingen bij.