Homoseks in het Vondelpark is bijna net zo oud als het park zelf.
AMSTERDAM, 6 feb. Seks tussen homoseksuelen wordt sinds vorig jaar officieel gedoogd in de bosjes bij het Rosarium in het Amsterdamse Vondelpark. Het besluit van stadsdeel Oud-Zuid werd tot in Den Haag bejubeld en verguisd. In de Rozentuin veranderde er niets. De plek geldt vanaf het moment dat deze in 1959 werd verbouwd als dé homo-ontmoetingsplek van de stad.
Homo-ontmoetingsplekken, vaak aangeduid als cruisingzone, hebben een lange geschiedenis in Nederland. Zeventiende-eeuwse bronnen spreken van plekken waar mannen in ‘banen’ langs elkaar ‘cruysen’ op zoek naar homoseksuele contacten. De huidige wereldwijd gebruikte term cruising is dan ook afkomstig van het Nederlandse woord cruysbaan.
Begin twintigste eeuw kwam het Vondelpark op als ontmoetingsplek. Homo’s troffen elkaar in de bosjes, maar vooral, zoals overal in de stad, in de openbare toiletten. De stadstoiletten waren destijds nog op twee personen ingericht. Van buiten was niet zichtbaar wat binnen gebeurde. Een oudere bezoeker van de Rozentuin herinnert zich die toiletten. ‘Overal in de stad kon van alles gebeuren. Dat was geweldig.’
Halverwege de jaren vijftig ging de politie actief optreden tegen seks in openbare toiletten. Honderden mannen werden opgepakt voor onzedelijk gedrag. De stringentere aanpak van seks in de publieke ruimte ging gepaard met het gedogen van homobars, die dan ook als paddenstoelen uit de grond schoten. Het gedoogbeleid was een groot succes voor de Amsterdamse homo-emancipatie. In de jaren zeventig groeide de stad uit tot Gay Capital van de wereld.
Met de opkomst van de homobars verdween de ‘noodzaak’ cruisingzones te bezoeken. Het cruisen ging echter onverminderd door. Verdreven uit de openbare toiletten in de stad, concentreerden de homo’s die niet houden van de gayscene of heimelijk homoseksueel waren zich bij het net verbouwde Rosarium. Niet of nauwelijks gestoord door de autoriteiten groeide de plek in de decennia daarop uit tot de bekendste cruisingzone van de stad.
In 1990 erkende de gemeente de ontmoetingsplek impliciet door het sluiten van het Maai-akkoord. Daarin spraken de gemeente en homobelangenorganisatie COC af dat het gras in de Picassoweide nabij de Rozentuin voortaan hoog mocht groeien om homo’s meer privacy te geven. In 2008 kwam de expliciete erkenning. In de nota ‘Gebruik Vondelpark’ besloot stadsdeel Oud-Zuid om seks in de rozentuin officieel te gedogen.
In de Rozentuin komen verschillende soorten homoseksuele bezoekers. Vrijwel allen ‘stoere’ mannen. De stereotype ‘verwijfde’ nichten vind men er niet. Er is een mix aan bezoekers. Jongens en oudere mannen. Nederlanders en toeristen. Autochtonen en allochtonen. Tijdens twee nachtelijke bezoeken aan de Rozentuin in januari waren ondermeer een politieman en modeontwerper op zoek naar seks.
Uit gesprekken met bezoekers in het park blijkt dat er in de Rozentuin soms sprake is van prostitutie, in het bijzonder van Marokkaanse jongens. Beweringen die worden ondersteund door het onderzoek over geweld tegen homo’s in Amsterdam ‘Als ze maar van me afblijven’(2008) van de Universiteit van Amsterdam.
De politieman op zoek naar seks beaamt dat Marokkaanse jongetjes zich te koop aanbieden in het park, maar moet er zelf niets van hebben. ‘A-Ik ben geen pedo en B ik betaal niet voor seks.’ Volgens de modeontwerper is de homoprostitutie in Nederland kleinschalig, ‘Nederlandse nichten betalen niet voor seks, hooguit vieze dikke oude mannen.’
Reacties zijn gesloten