Tijdens de cursus Drawing her story tekenen migrantenvrouwen en Nederlandse vrouwen elkaars verhalen. Vandaag zijn er geen Nederlandse vrouwen. Wel twee Surinaamse, vier Turkse en een Marokkaanse.
AMSTERDAM – 4 feb. ‘Een president Obama cake’, glundert Hatice. Ze heeft bruine chocolade cakejes gemaakt met witte kokossnippers. Terwijl ze naar de Nederlandse woorden zoekt en het recept opdreunt schept ze nog wat Turkse bonensalade op. Beeldend kunstenaar Natasja Kemp buigt zich naar haar toe: ‘Niet alles opeten, we moeten het zo ook nog natekenen.’
Zeven vrouwen zitten op woensdagochtend 28 januari rond een tafel in het ontwikkelingscentrum Vrouw en Vaart in Osdorp. Het is de derde les van de cursus Drawing her story, waarbij migrantenvrouwen en Nederlandse vrouwen elkaars verhalen tekenen. Drawing her story is een project van Stichting NIKA Kunstprojecten opgezet door kunsthistorica Nienke Verschuur en beeldend kunstenaar Karin Janssen. Om de drempel zo laag mogelijk te houden is de cursus en het materiaal gratis. Stadsdeel Osdorp subsidieert ongeveer een vijfde, de rest komt van andere fondsen.
In november startte de eerste serie lessen in Bussum. Vanaf begin januari zijn de cursussen ook in Osdorp, in Hoofddorp, Amstelveen en Zaandam gestart. ‘We hebben gekeken in welke wijken de grootste verscheidenheid aan culturen is en of er in die wijken welzijnsorganisaties zijn die met ons wilden samenwerken’, vertelt Verschuur.
In Osdorp, een krachtwijk van minister Van der Laan (VROM), is 50 procent van de inwoners van niet-Westerse afkomst. ‘Vrouw en Vaart stelde ons kosteloos ruimte ter beschikking en hielp met het werven van vrouwen.’ Vandaag zijn er geen Nederlandse vrouwen. Wel twee Surinaamse, vier Turkse en een Marokkaanse.
‘In eerste instantie zou het project zich alleen richten op allochtone vrouwen, maar van welzijnsorganisaties hoorden wij dat er behoefte was aan contact met Nederlandse vrouwen, vertelt Verschuur. ‘Het blijkt moeilijk in Osdorp om autochtone Nederlanders bij het initiatief te betrekken. We hebben actief geworven in de bibliotheek, maar het moet breder.’ In Amstelveen en Zaandam zijn de culturele verhoudingen in de groepen wel goed verdeeld, maar ook in Hoofddorp zijn er volgens Verschuur beduidend meer migrantenvrouwen.
Vorige week hebben de vrouwen het over elkaars jeugd gehad. Deze week is het thema ‘eten’. Iedereen heeft iets te eten meegenomen, maar eerst laat docent Natasja Kemp aan de hand van de schilders Paul Cézanne en Klaas Gubbels zien dat er verschillende manieren zijn om fruit, theekopjes en schalen te tekenen. De één schildert realistisch, de ander geabstraheerd. Hatice bekijkt alle voorbeelden aandachtig. Gubbels vindt ze maar niks. Ze zoekt naar woorden: ‘Dat is toch geen tekening.’
Straks gaan de vrouwen zelf de gerechten natekenen, met stift op een groot tafellaken. Eerst vertellen ze wat ze gebakken en gekookt hebben. De tafel staat vol met schalen. Broodjes, salades en veel zoetigheid. Zera heeft Poca en Corek meegenomen. Poca is een Turks broodje gevuld met kaas, Corek is een broodje met kaas en peterselie. De Surinaams Indiaanse Shama zet Union-bhaji op tafel. Ze spelt het voor de vrouw die haar recept moet noteren. ‘UNION en dan BH, niet die dingen die we aantrekken,’ lacht ze. Het zijn gefrituurde uien in deeg. Terwijl de vrouwen praten, schept Hatice voortdurend haar bord vol. Dan begint het tekenen. ‘Natasja, kan je een vrachtwagen voor me bellen?’ Hatice leunt naar achter en legt een hand op haar buik. ‘Ik ben zo vol.’