De wijk als merk

De Vinex-wijk moet het niet van zijn imago hebben. Projectontwikkelaars weten dat je in wijken met een slecht imago minder huizen verkoopt. Sinds een paar jaar worden nieuwe wijken daarom bewuster in de markt gezet.

AMSTERDAM – 4 feb. ‘Wie woont er in een Vinex-wijk?’, vraagt Marlies de Stigter. Niemand in de zaal steekt zijn hand op. ‘En wie zou er willen wonen?’ Weer geen respons. Het bevestigt het beeld van de Vinex-wijk als onaantrekkelijke, betekenisloze plek. Niemand woont in een Vinex-wijk, niemand zou er willen wonen en tóch wonen er duizenden mensen.

Tijdens een lezing in Spui 25 in Amsterdam op 27 januari vertelden Marlies de Stigter, Tineke Lupi en Sabine Meier over de betekenis van wonen en de wijze waarop bewoners hun identiteit aan een wijk ontlenen. Alle drie hebben ze promotieonderzoek gedaan bij het Amsterdam Institute for Metropolitan and International Development Studies van de Universiteit van Amsterdam.

‘Sinds een jaar of vijf wordt vaak al nagedacht over het imago van een nieuwe (Vinex-)wijk, voordat de bouw begint’, zegt Tineke Lupi, die onderzoek deed naar de Amsterdamse Vinex-wijk IJburg. ‘Aan de ene kant om het slechte Vinex-imago te omzeilen. Aan de andere kant zorgt goede marketing misschien dat ‘zwarte’ wijken aantrekkelijker worden voor autochtone Nederlanders.’ Een voorbeeld is het nieuwbouwproject Le Medi in de Rotterdamse wijk Bospolder-Tussendijken. De wijk is door ex-minister Vogelaar aangewezen als krachtwijk. Sabine Meier deed onderzoek naar deze ‘gethematiseerde’ buurt. Met een potje van VROM werd in 2001 begonnen met het ontwerp van Le Medi. Het moest een brug vormen tussen de Arabische en West-Europese bouwstijl en het liefst ook een gemengde groep kopers trekken. Er werden zo’n honderd Mediterrane woningen gebouwd tussen de 189.500 en 287.000 euro.

Het thematiseren van een wijk is een nieuw fenomeen. Het thema komt duidelijk naar voren in de architectuur en in de marketing. Het zit in de kleuren van de buurt, de vorm van de toegangspoort, de afgesloten binnenplaats én het wordt gebruikt in de reclame. De multiculturaliteit, die vaak negatieve associaties oproept, wordt omgevormd tot iets positiefs. Door de aanwezigheid van ‘veel buitenlandse winkeltjes’ te benadrukken probeert de projectontwikkelaar toekomstige kopers een Mediterraan vakantiegevoel te geven. De buurt wordt gepresenteerd met de slogan: “In de bruisende stad komt een oase van rust en veiligheid, een plek waar je het gevoel hebt dat de zon altijd schijnt” .

Meier: ‘Eerst zou de buurt “Medina” gaan heten, maar Le Medi vond men beter, omdat het een Zuid-Europees karakter heeft. Dat zou de autochtone Nederlanders meer aanspreken’. Deze overweging kwam ook terug in het ontwerp van de toegangspoort: ‘Een poort als toegang tot de wijk zie je in veel Arabische bouwstijlen, maar de poort kreeg uiteindelijk niet de beoogde, karakteristieke vorm, omdat het dan te Arabisch zou lijken’.

Het Amsterdamse IJburg is niet gethematiseerd zoals Le Medi. De buurt is gepresenteerd als een plek waar je buiten kunt wonen in de stad, als een soort eiland tussen het water en de vogels, maar dat thema komt niet terug in de architectuur. Toch is er een overeenkomst in het zelfbeeld van de mensen die een huis kochten in IJburg en Le Medi. In beide koppelen bewoners hun identiteit aan hun woonkeuze. Kopers zien zichzelf als mensen met lef, die iets durven kopen op een plek waar anderen dat nog niet durven. Tineke Lupi: ‘Kopers in IJburg en Le Medi zien zichzelf als pioniers en creatievelingen. In Le Medi geldt dat met name voor de autochtone Nederlanders, omdat ze durven te kiezen voor een multiculturele wijk. In IJburg is het omdat mensen kopen in een buurt die aanvankelijk als saai bestempeld werd’. Een interessante bevinding is dat beide groepen bewoners niet vinden dat ze in een Vinex-wijk wonen.