Elk jaar maken de derdejaars van de modeacademie Arnhem de “Collectie Arnhem”. De stukken worden geshowd tijdens de Amsterdam International Fashion week.
AMSTERDAM, 30 jan. – ‘Er ging wat mis’, zegt Britt Tan (24). ‘Er viel een stilte aan het eind. Een aantal stukken kon daardoor niet apart geshowd worden. Achteraf hoorde ik iemand zeggen dat Arnhem zo’n mooie, conceptuele show had. Zo vernieuwend. Alsof we het bedacht hadden!’ Ze lacht. De studente mode van de Academie Beeldende Kunsten Arnhem is moe, maar tevreden. Samen met de andere derdejaars heeft ze een half jaar gewerkt aan de “Collectie Arnhem”, die tijdens de Amsterdam International Fashion Week op het Westergasfabriekterrein getoond werd.
Een zwart model loopt als eerste de catwalk op. Uit haar felroze mond hangt een sigaret. Handen in de zij, schouders naar voren, blik op oneindig. Het is een stoere, boze vrouw. ‘Ze lijkt op zangeres Grace Jones’, vertelt Tan. ‘Jones symboliseert de oervrouw en muzikant Devendra Banhart de oerman. Dat is het thema van onze collectie.’ Het borsthaar van de mannen is goed te zien, vrouwenbenen zijn ongeschoren. In de ontwerpen zitten veel rechte lijnen en vormen. Er zijn huidkleurige body’s, zwart-witte broekpakken en ongetailleerde jasjes. Het onderscheid tussen mannen- en vrouwenkleding is vaag. Fred Farrow (22), uit hetzelfde jaar: ‘Behalve de oermens, speelt ook de oervorm een belangrijke rol. We hebben alleen gebruik gemaakt van de cirkel, het vierkant en de driehoek’.
Inspiratie zoeken de studenten vooral in elkaars stijl. Tan heeft een suikerspinkapsel, met lichtroze, -gele en -blauwe plukken. Veel modellen hadden net zo’n kapsel. ‘Britt was onze muze’, zegt Farrow. Een andere klasgenoot draagt hakken onder zijn zijden broekpak. Het maakt hem tot een androgyn icoon, waarop veel ontwerpen geïnspireerd zijn.
‘We komen misschien op de cover van Elle!’, roept hij naar Tan en Farrow, terwijl hij zijn telefoon wegstopt. De klas eet een broodje in het café naast de catwalk. Zaten ze een kwartier geleden nog verwachtingsvol te kijken naar de modellen die op hoge hakken voorbij liepen, nu maken ze een afgematte indruk. ‘Het is heel hard werken’, zegt Farrow. ‘We regelen alles zelf’. Het hoogtepunt van het derde jaar is de show tijdens de fashionweek. Daarna gaan ze een half jaar op stage bij een modeontwerper. Tan gaat naar Ann-Sofie Back, Farrow naar Vivienne Westwood. Vanavond gaan ze met de klas naar een noise-punk concert om te vieren dat deze dag erop zit.
Dido Yland (21), vierdejaars mode, heeft de show en de stage al achter de rug. Zij kwam vandaag alleen om te kijken. Yland: ‘Voor de collectie in het derde jaar ontwerpt de een truitje, de ander een broek. Daarna borduurt iedereen voort op elkaars ontwerp. Het geheel wordt steeds meer geperfectioneerd, totdat er een collectie ontstaat’. Iedereen legt geld in. ‘Daarvan worden stoffen gekocht en modellen betaald.’ Yland betaalde 50 euro, Tan en Farrow het zesvoudige. Tan: ‘Door de crisis is het veel moeilijker om sponsors te vinden. De sponsor waar de vorige klas nog 5000 euro van kreeg, wilde nu maar 1250 euro besteden’.
Het is wel de bedoeling dat het geld terugverdiend wordt. Yland: ‘Ook in deze collectie zitten veel showitems, die je niet echt kunt dragen. Een body waar borsten doorheen steken verkoop je niet zo snel, maar er zitten ook stukken bij die in productie kunnen’. Afgelopen jaar zijn er kledingstukken verkocht aan verschillende winkels, waaronder de Bijenkorf. Om de prijs te drukken worden de stoffen en patronen opgestuurd naar een fabriek in Polen, die de kledingstukken produceert en terugstuurt. ‘Ik denk dat onze ontwerpen toch een beetje te gek waren voor het publiek van de Bijenkorf, want er is niet veel verkocht’, lacht Yland. ‘Maar het is wel heel bijzonder om je eigen ontwerpen in de rekken te zien hangen.’