Begin dit jaar ontving de Kindertelefoon vier ton subsidie van minister Rouvoet. Zodat kinderen nu ook gratis met hun mobiele telefoon kunnen bellen. Medewerkers van de Amsterdamse Kindertelefoon zijn verheugd over de toename in het aantal telefoontjes.
AMSTERDAM – 20 jan. ‘Kindertelefoon, met Yvonne.’ Het is even stil. Yvonne trekt haar wenkbrauwen op. ‘Daar kan ik je geen antwoord op geven.’ Ze heeft een heldere, zachte stem. Zegt het vriendelijk, ze glimlacht. Weer stilte. ‘Nou, dan hangen we op.’ Yvonne legt de hoorn op de haak en de telefoon gaat opnieuw. Ze negeert de toon even en richt zich tot mij. Ze lacht en gebaart verontschuldigend. ‘Wanneer ik me voor het eerst gevingerd heb, vraagt-ie. Ja, dit soort gesprekken zit er ook tussen.’
De Kindertelefoon viert dit jaar haar zesde lustrum. Al dertig jaar staan medewerkers van de Kindertelefoon dagelijks kinderen te woord over uiteenlopende onderwerpen, vaak over verliefdheid, seks, maar ook over mishandeling of pesten. Per 1 januari ontvangt de Kindertelefoon extra subsidie van minister Rouvoet (Jeugd en Gezin, ChristenUnie). De vier ton maakt mogelijk dat kinderen ook vanaf hun mobiele telefoon gratis kunnen bellen. Tot nu toe kon dat alleen vanaf een vaste lijn. Vrijwilligster Yvonne merkt dat ze meer telefoontjes krijgt. Manager Erik Ott van de Amsterdamse Kindertelefoon beaamt dat het aantal oproepen landelijk gezien toeneemt, ‘de drempel is lager’. Maar cijfers durft hij nog niet te geven, daarvoor is het te vroeg. Wel denkt hij dat het aantal oproepen nog zal stijgen, zodra de mobiele mogelijkheden meer publiciteit krijgen.
‘Wat is seks?’, vraagt een volgende beller. Yvonne tast de situatie af, terwijl ze met haar vinger denkbeeldige rondjes op tafel tekent. Ze vraagt waarom hij dat wil weten. De nood van de beller is niet zo hoog dat hij hier en nu een antwoord wil. Hij hangt op. Yvonne legt uit: ‘Ik hoorde zoveel achtergrondgeluiden, het klonk alsof hij met vriendjes was. Soms vraag ik hoe oud iemand is. Als het een serieuze vraag lijkt, stem ik mijn verhaal af op de leeftijd van het kind.’
Terwijl ze de telefoon neerlegt en nog een winegum uit de grote glazen pot neemt, opent ze een scherm op de computer. Ze legt uit dat ze ieder gesprek registreert. Hoe oud een kind is en of het gesprek serieus was, of niet. Ook klikt ze de categorie aan waarin het gesprek valt. Ging het over seksualiteit, vriendschappen of verliefdheid? Yvonne is 29 en vier jaar geleden afgestudeerd als psycholoog. Sindsdien werkt ze in een restaurant en daarnaast bij de Kindertelefoon. Het is haar manier om binding te houden met het vak. Op termijn wil ze als psycholoog aan de slag.
De subsidie van Rouvoet vindt Yvonne ‘heel fijn’. Ze schenkt zichzelf nog een kop thee in en biedt ook collega’s Wouter (23) en Maureen (22) een kop aan. Ondertussen vertelt ze dat het aantal gesprekken toeneemt. ‘De hele ratio is omhoog gegaan. Normaal werd ik, laten we zeggen, vijf keer per uur gebeld. Dan waren er vier gesprekken niet serieus, eentje wel. Nu heb ik soms wel twintig telefoontjes per uur.’
Na drie en een half jaar is Yvonne een ervaren vrijwilliger. Ze voelt haarfijn aan of een gesprek serieus is of niet. ‘Voordat ik opneem luister ik even. Je hoort of iemand giechelt met vriendjes, of alleen is.’ Yvonne is niet haar echte naam, niet-serieuze gesprekken trekt ze zich daardoor minder persoonlijk aan. Collega Wouter luistert mee: ‘Ik heb besloten dat ik niet hoef te weten of een telefoontje serieus is of niet.’ Hij neemt ieder gesprek serieus. ‘Er zijn dagen dat je veel pesttelefoontjes hebt. Maar dat ene serieuze gesprek, dat maakt je dag. Het is het grote cliché onder medewerkers, maar het is wel zo.’
Wouter zit achter de chat. In 2003 begon de Kindertelefoon met een experiment, intussen is de chatfunctie volledig operationeel. Drie meiden melden zich met de vraag of hij informatie heeft over trichomonas, een seksueel overdraagbare aandoening (soa). Wouter leunt over de tafel, of Maureen wel eens van trichomonas heeft gehoord. Ze is zelf ook aan het chatten en schudt haar hoofd. Wouter verwijst de meiden naar een online sekswoordenboek en geeft ze het nummer van de soa-infolijn. ‘Als tiener moest ik zulke informatie uit de Fancy halen’, lacht Yvonne. ‘Zo relaxed als je je vragen op een anonieme chat kunt voorleggen!’
Yvonne zit nog achter de telefoon. Voor het eerst dit uur heeft ze een serieus gesprek. Het meisje aan de andere kant laat weinig los, maar heeft duidelijk behoefte aan een gesprek. Yvonne reageert geduldig en adequaat: ‘Het is soms ook lastig hè, om zomaar te vertellen’. Tussendoor vat Yvonne het gesprek samen, om de rode draad niet te verliezen. Is het niet eigenlijk telefonische cognitieve therapie, wat ze doet? Ze glimlacht. ‘Zo zou je het kunnen zien. Het is een kwestie van heel goed luisteren. En tussendoor de juiste vragen stellen.’