De Stichting Amsterdamse Zwerfkatten zweeft tussen hoop en vrees. Per 1 februari moet de opvang voor zieke zwerfkatten haar tijdelijke verblijf in Slotervaart verlaten. Een nieuw onderkomen is er nog niet.
AMSTERDAM – 20 jan. Het water staat de Stichting Amsterdamse Zwerfkatten (SAZ) nu écht aan de lippen. Over tien dagen staat de stichting met haar poezen en vrijwilligers op straat. Marlijn Sonne, bestuurslid van SAZ, heeft nog een laatste sprankje hoop. De gemeente, Dienst Ruimtelijke Ordening en stadsloods Amsterdam doen vandaag een ultieme poging om een onderkomen te vinden voor de stichting. ‘Maar ze zien de noodzaak van ons bestaan niet in’, aldus Sonne.
Amsterdam telt naar schatting van Sonne op dit moment twintigduizend zwerfkatten. Bij de oprichting van SAZ in 1994 waren dat er volgens Sonne nog dubbel zoveel. Grote kolonies katten houden zich op in de havens, op de NSDM-werf en in kantorenparken zoals het Amstelpark. Per maand vangt de kattenvanger van de stichting zo’n honderd zieke katten. SAZ houdt zieke populaties goed in de gaten. ‘Vorig jaar was er nog een uitbraak van het dodelijke en zeer besmettelijke kattenziektevirus. En kattenaids is een probleem. Huiskatten lopen ook het risico om met een virus besmet te raken.’ Het SAZ is de enige organisatie in de stad die zieke zwerfkatten vangt en behandelt.
De stichting probeert ook te voorkomen dat er een explosie van het aantal zwerfkatten in de stad plaatsvindt. ‘Eén plus één is acht’ is de vuistregel van Sonne. Veel zwerfkatten zijn niet gesteriliseerd of gecastreerd. ‘Mensen nemen een jonge kat in huis, vinden de ingreep te duur en zetten de poes op straat. Er zijn muizen en ratten genoeg, dus overleven ze wel. Totdat ze ziek worden.’ De SAZ krijgt daar een melding van en stuurt de kattenvanger erop af. De stichting werkt samen met een aantal dierenartsen. Na behandeling gaan ze naar het asiel, naar een boer of terug naar waar ze vandaan kwamen.
Jaarlijks krijgt de SAZ een subsidie van 70.000 euro van de gemeente. De stichting heeft maar één kattenvanger in dienst. Ter vergelijking: in Rotterdam is er een zwerfkattenstichting met zeven kattenvangers. ‘Het is daar veel beter geregeld.’
De kattenvanger van SAZ doet het rustig aan deze onzekere dagen. ‘Het duurt niet lang meer of onze kooien staan in de opslag.’ Er zijn op dit moment twintig katten bij SAZ ondergebracht. Als er geen nieuwe ruimte komt voor de stichting zullen ze worden uitgezet op straat of bij vrijwilligers thuis. ‘De asiels zitten vol.’ Sonne heeft 120 vierkante meter nodig om het werk voort te kunnen zetten. ‘Veel mensen denken dat de kattenopvang stinkt. Dat is onzin. Als je al iets ruikt, dan is het chloor. We zijn erg gesteld op hygiëne.’