Het toezicht op financiële instellingen is sinds de kredietcrisis fel bekritiseerd. DNB bestuurslid Joanne Kellerman kondigde vrijdag in Amsterdam maatregelen aan om het toezicht aan te scherpen. ‘Het systeem moet ingrijpend worden gewijzigd.’
AMSTERDAM – 20 jan. Jarenlang werd het toezicht op financiële instellingen, of liever het gebrek eraan, ingezet als een commercieel instrument om handel aan te trekken. Hoe minder toezicht, hoe aantrekkelijker de beursnotering aan Euronext Amsterdam. Maar sinds de kredietcrisis is het tij gekeerd. De roep om meer toezicht en Europese samenwerking klinkt steeds harder.
In september liet de president van De Nederlandse Bank (DNB), Nout Wellink, weten dat hij een voorstander is van Europees toezicht op lange termijn. De Europese Centrale Bank heeft zich vorige week opgeworpen om als Europese toezichthouder dit overkoepelende toezicht te coördineren. Dat zou niet alleen samenwerking met nationale toezichthouders betekenen, maar ook het gezamenlijk dragen van de kosten van een reddingsoperatie voor een financiële instelling in nood. Het oprichten van zo’n overkoepelend orgaan is een lange termijn project, met de nodige haken en ogen. Zo moeten de depositogarantiestelsels, die het spaargeld garanderen als een bank failliet gaat, in alle Europese landen eerst op elkaar worden afgestemd. In Nederland krijgen spaarders nu tot 100.000 euro terug van DNB als hun bank failliet gaat, terwijl de Franse centrale bank 70.000 euro vergoedt.
Wat gebeurt er in de tussentijd? Wachten de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en DNB, die samen het toezicht op financiële instellingen in Nederland voor hun rekening nemen, de langdurige Europese besluitvorming eerst af? Volgens Joanne Kellerman, bestuurslid van DNB, zijn ook op nationaal niveau ingrijpende wijzigingen nodig. Vrijdag sprak zij op een bijeenkomst in Amsterdam georganiseerd door advocatenkantoor Loyens & Loeff over het veranderende toezicht naar aanleiding van de kredietcrisis.
Kellerman noemde, naast het oprichten van een Europese toezichthouder, nog drie maatregelen die een crisis in de toekomst moeten voorkomen. Zo gaat DNB meer aandacht besteden aan het herkennen en beheersen van risico’s. De risico’s die banken hebben genomen met het bedenken van steeds ingewikkeldere producten zijn niet op tijd door DNB herkend, omdat zij te ver af stond van de bank die het product ontwikkelde. Die afstand tussen de toezichthouder en de praktijk moet worden verkleind. Ook wil DNB haar hiërarchische positie ten opzichte van banken versterken, om daadwerkelijk te kunnen ingrijpen als dat nodig is.
Arnoud Boot, hoogleraar Financiële Markten aan de Universiteit van Amsterdam en adviseur van DNB en de AFM, noemde het niet verwonderlijk dat het toezicht heeft gefaald. Hij wees erop dat toezichthouders de crisis wel degelijk hebben zien aankomen en ervoor hebben gewaarschuwd. Ze hadden alleen niet de macht om er iets tegen te doen. ‘Consultants, analisten, de media: alle marktkrachten werken tegen je als je iets verkondigt dat niemand wil horen. Je moet sterk in je schoenen staan’, aldus Boot.
Een andere maatregel bestaat uit het verhogen van de kapitaaleisen die aan banken worden gesteld. Deze eisen, opgenomen in het Basel II akkoord, bepalen hoeveel kapitaal een bank moet aanhouden om risico’s te kunnen opvangen. Wellink liet vlak na de inwerkingtreding van het akkoord in januari 2008 al weten dat de regels niet bestand zijn tegen de risico’s van nieuwe financiële producten. Ook Boot toonde zich kritisch over de toezichtwetgeving. De regels zijn te veel gericht op de controle van individuele banken en verliezen daarmee de gevolgen voor de hele markt uit het oog. Boot: ‘De vraag moet niet zijn: wat is de kans dat een bank failliet gaat, maar wat is de kans dat een bank failliet gaat en tegelijkertijd alle andere banken ook? Daar heeft ons toezicht gefaald.’
Daarnaast wil DNB hedgefondsen voortaan onder direct toezicht plaatsen. Kellerman gaf aan nog grote verliezen te verwachten voor deze speculatieve beleggingsfondsen. Zij hebben flink gehandeld in financiële producten als credit default swaps. Wanneer een bank geld (credit) uitleent aan een bedrijf loopt zij het risico dat het bedrijf failliet gaat en het geleende bedrag niet meer kan terugbetalen (default). Om dat risico af te dekken zijn er financiële producten die garanderen dat een ander bedrijf (swap) die schuld afbetaalt. Door de huidige crisis doet dit risico zich vaker voor en moeten hedgefondsen meer uitkeren dan verwacht. Het is volgens Kellerman de vraag of ze over voldoende kapitaal beschikken om de uitkeringen te kunnen doen.
Wanneer de maatregelen in werking zullen treden is nog niet duidelijk. Kellerman noemde het nog te vroeg om de gevolgen van de kredietcrisis voor het toezicht volledig in kaart te kunnen brengen. Tot die tijd volstaat DNB met interne ‘beleidsstappen’, aldus Kellerman.