In de containerwoningen bij metrostation Spaklerweg wordt regelmatig ingebroken. De kunststof puien van de containers vormen het grootste probleem. ‘Een flinke trap is voldoende om binnen te komen.’
AMSTERDAM, 16 jan. Van de drie containercomplexen in Amsterdam, zijn de containers aan de H.J.E. Wenckebachweg bij metrostation Spaklerweg het meest gevoelig voor inbraak. Daar hebben de deuren kunststof puien die een dief weinig weerstand geven. Dit blijkt uit een rondgang onder drie buurtregisseurs van de politie Amsterdam die verantwoordelijk zijn voor de studentencontainers bij de Houthavens in West, het industriegebied in Noord en het bedrijventerrein bij de Amstelstationbuurt.
Volgens buurtregisseur Michel Hagenbeek wordt er in ‘zijn’ duizend studentencontainers aan de Wenckebachweg ‘zeker tien tot twintig keer per jaar ingebroken. En dat is dan nog exclusief de inbraken die niet gemeld worden door studenten.’ De aantallen staan in contrast met de cijfers van zijn collega’s in Noord en West. Pieter Velthuizen van Industriegebied Noord regisseert 380 studentencontainers waar in 2007 in totaal twee inbraken plaatsvonden en afgelopen jaar vier. Bij de Houthavens aan de Gevleweg staan 975 containers, waar volgens buurtregisseur Peter van Bon het cijfer ‘eigenlijk sinds de containers er staan op vier tot vijf inbraken per jaar ligt.’
Harm Hoen is huismeester van de containers aan de Wenckebachweg en legt het probleem uit. ‘De puien van deze containers zijn van kunststof, en kunststof is flexibel. Als de deur niet op slot is, is een flinke trap voldoende om binnen te komen. Er zitten wel driepuntssloten op de deuren, maar die hebben niet het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Met een schroevendraaier is de deur alsnog gemakkelijk te forceren.’
Maar dat is niet het enige probleem waar de containers bij Spaklerweg mee kampen. Zowel aan de voor- als achterkant van de container zit een toegangsdeur die grotendeels uit glas bestaat waardoor het interieur goed te zien is. Daarnaast is het voor inbrekers mogelijk om via de balkonnetjes van de containers naar boven te klimmen, waardoor ook alle woningen boven de begane grond onveiliger zijn. Volgens Hoen geeft de elektronische toegangsdeur ook problemen. ‘De deur moet onbekenden buiten houden. Maar door de slechte sociale controle kunnen wildvreemden achter bewoners aan het complex in lopen. De studenten kunnen bezoekers binnenlaten via de intercom in hun woning. Als je als vreemde vaak genoeg aanbelt doet er altijd wel iemand open.’
Bij de Houthavens in West en het industriegebied in Noord staan andere containermodellen. Daar hebben beide soorten alleen aan de voorkant een deur en geen balkonnetjes. Aan de achterkant zit een raam dat gedeeltelijk open kan. De voordeuren zijn van massief hout waardoor er niet naar binnen kan worden gekeken. Ook hebben beide complexen metalen voorpuien. Volgens buurtregisseur Van Bon zijn de toegangsdeuren van de complexen bij de Houthavens goed beveiligd omdat de bewoners naar beneden moeten om iemand binnen te laten. De woningen hebben geen intercom. Ook zijn de ramen volgens hem van goede kwaliteit. ‘Daar is nog nooit iemand door naar binnen gekomen.’ Beide buurtregisseurs erkennen dat met grof geweld de deuren uiteindelijk wel te forceren zijn, ‘maar dat is bij elke deur zo,’ stelt Van Bon. Beide agenten bestempelen ‘hun’ containers als veilige woningen.
Volgens alle drie de buurtregisseurs gebeuren de meeste inbraken rond de vakantieperiodes, als veel studenten op vakantie zijn of naar familie. Ook denken ze dat het vooral om gelegenheidsdieven gaat. ‘Maar als dan je laptop op je bureau staat, pal voor je glazen deur dan is de gelegenheidsdief snel gemaakt. Zeker als de deur makkelijk te forceren is,’ stelt Hagenbeek. Geen van de politieagenten denkt dat de buurt van grote invloed is op het aantal inbraken. Van Bon is te spreken over zijn buurt bij de Houthavens. ‘Als je onze cijfers vergelijkt met de rest van Amsterdam West, dan zijn wij een veilige buurt. En bij de containers lopen bewoners in en uit en ook de bewakers van de studentenboot maken wel eens een rondje over het terrein.’ Velthuizen vindt zijn buurt veilig omdat het een industrieterrein is, waar over het algemeen geen hangjongeren zijn. Hagenbeek noemt zijn buurt rustig. ‘Het is van origine een bedrijventerrein waar mensen weinig te zoeken hebben.’ Volgens huismeester Hoen is er weinig te merken van de Hells Angels en de Bijlmerbajes die beide op steenworpafstand liggen van het complex. ‘Alleen als de Hells Angels een rechtszaak hebben hoor je ze ’s ochtends vroeg met ronkende motoren voorrijden.’
Vanaf 2004 zijn de containercomplexen neergezet als tijdelijke oplossing voor de woningnood in Amsterdam. Na een vergunning van de gemeente Amsterdam zijn onder verantwoordelijkheid van woningcorporatie De Key de zeecontainers aan de Wenckebachweg omgebouwd tot studentenwoningen. Voor de aanpassingen aan de containers in Noord en West is Stichting DuWo verantwoordelijk. Vanaf het begin was bekend dat de woningen van tijdelijke aard zijn, omdat er uiteindelijk andere bestemmingsplannen zijn voor de grond waarop de containers staan. Per juni van dit jaar moeten de eerste tachtig studenten weg uit hun container op Amsterdam Noord.
Reacties zijn gesloten