Hoogleraar Corine de Ruiter die in de zaak van het Bijenkorfdrama optreedt als getuige-deskundige, heeft weinig fiducie in de werkwijze van de twee andere deskundigen in de zaak. Volgens haar horen wetenschappers zonder forensische achtergrond niet thuis in de getuigenbank.
Amsterdam, 16 jan. – Hoogleraar Forensische Psychologie in Maastricht Corine de Ruiter vindt toxicoloog Hassing ’totaal ondeskundig’. De Ruiter en Hassing treden beiden op als getuige-deskundige in de zaak over de vrouw die er van wordt verdacht haar dochtertje anderhalf jaar geleden van de vierde verdieping van de Bijenkorf naar beneden te hebben gegooid. Hassing onderzocht de afslankpillen die de vrouw gebruikte tijdens haar daad. Hij constateerde dat de pillen geen Efedra bevatten. Efedra zou tot spontane psychoses kunnen leiden.
De Ruiter: ‘Dat er in de pillen die Hassing heeft onderzocht geen Efedra zat, zegt niets. Die pillen zijn van hetzelfde merk, maar van een andere batch. Het kan best zo zijn dat er wel Efedra zat in de pillen die de vrouw slikte.’ Hassing stelt in zijn rapport ook dat er geen literatuur bekend is waaruit blijkt dat afslankpillen tot psychoses kunnen leiden. Ook daar is De Ruiter het niet mee eens. ‘Hassing durft. Hij gaat hiermee volkomen buiten zijn boekje. Hij is toxicoloog, geen psychiater. Het stikt van de literatuur over de relatie tussen afslankpillen en psychoses.’
Tenslotte constateerde Hassing dat er geen stoffen in de pillen zaten die niet op ingrediëntenlijst stonden. De Ruiter vindt dat nogal mager voor een forensisch onderzoek. ‘Hij had beter kunnen kijken naar de stoffen die wel in de pillen zijn verwerkt en wat voor mogelijke bijeffecten die kunnen hebben. Bijvoorbeeld hoge dosissen cafeïne.’ Dat Hassing dat nagelaten heeft, verbaast De Ruiter niet. ‘Hij heeft geen forensische achtergrond.’ De Ruiter vindt dat wetenschappers zonder forensische achtergrond niet in de getuigenbank van de rechtszaal thuishoren.
Eerder uitte De Ruiter in deze krant al felle kritiek op haar collega getuige-deskundige en psychoanalyticus Toon Verheugt. De Ruiter verklaarde voor de rechter dat Verheugt in zijn rapportage ‘naar een conclusie toewerkt.’ Nu voegt De Ruiter daar aan toe dat Verheugt dezelfde neiging vertoont in zijn proefschrift Moordouders. Daarin onderzoekt hij wat de kenmerken zijn van ouders die hun kind doden. Volgens De Ruiter bedrijft Verheugt in zijn proefschrift ondeugdelijke wetenschap. ‘In Maastricht zou hij zeer zeker niet zijn gepromoveerd op zijn proefschrift.’
De Ruiter vindt het een groot probleem dat in Nederland elke wetenschapper getuige-deskundige kan zijn. ‘In Nederland zijn er geen criteria voor wetenschappers die optreden in de rechtszaal. Iedereen die zich wetenschapper noemt kan voor de rechtbank verschijnen. In landen als het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten bestaan er wel criteria waaraan wetenschappers moeten voldoen wanneer zij willen optreden als getuige-deskundige. Zo’n systeem moet zo snel mogelijk ingevoerd worden in Nederland.’