Amsterdam Rauw: Een serie over wakker Amsterdam. Op zoek naar eigenzinnigheid waar de betutteling geen grip op krijgt. Met vandaag een dagje raw food.
AMSTERDAM, 16 jan. Het is mosgroen, zit in een glas en smaakt naar mango en sushi. Rara, wat is dat? Het antwoord: mijn ontbijt. Vandaag ga ik een dag lang door het leven als raw foodie, een van de nieuwste eettrends in Nederland. Aanhangers van de raw food-beweging eten alleen voedsel dat niet gekookt, gebakken of gebraden is. Het schijnt dat je van rauwe voeding helderder en energieker wordt. Zou je er na een dag al iets van merken? Ik probeer het uit.
Vreemde combinatie voor een drankje, die mango en sushi. Of ligt die smaakconnotatie aan mij? In ieder geval zit er wel veel spirulina in m’n ontbijt, een blauwgroene superalg die naar het schijnt vol ijzer en vitamine E zit. De rest van het ochtendmenu smaakt al beter: yoghurt met een mix van abrikozen, dadels, pitten, noten en cranberries. De laatste resten algensmaak spoel ik weg met granaatappelsap.
Voor een smoothie ga ik aan het eind van de ochtend naar het Amsterdamse Rawfood Cafe. Het Rawfood Cafe is een klein barretje verborgen in een dansstudio aan de Eerste Rozendwarsstraat. Pianoklanken begeleiden de balletles in de naastgelegen danszaal. Goudglanzende pakken gojibessen, zakjes met ananaschips en rauwe cacaobonbons staan uitgestald in de vitrines van het café. In de groen geschilderde toonbank kun je nog net een yin-yang symbool onder de nieuwe verf zien.
‘Je krijgt nauwelijks energie van dood voedsel’, zegt Roell Kerkhout (42), een van de eigenaren van het café en sinds vier jaar raw foodist. ‘Als je gewend bent aan gekookt voedsel neem je je vermoeidheid op de koop toe. Maar als je een tijdje rauw gaat, dan merk je het verschil. Het geeft je een drastische stoot energie en plotseling beleef je de wereld heel helder. Je hele brain fog valt weg.’
‘Je bent wat je eet’, is het simpele adagium van de uit Amerika overgewaaide raw food-beweging. ‘Als jij alleen maar gefrituurde varkenspoten eet,’ zegt Kerkhout, ‘dan ben jij de energie uit die varkenspoten.’ Maar, voegt hij eraan toe: ‘Raw food is geen dieet. Met calorieën tellen houden we ons niet bezig. Raw food is echt een lifestyle.’
Dogmatisch wil Kerkhout de raw food-beweging niet noemen. Maar er zijn wel de nodige regels. Water uit de kraan is eigenlijk taboe, want in de leidingen verliest water al zijn energie. De echte raw foodist drinkt zijn water uit een ionisator, een apparaat van bijna 1100 euro dat het water filtert, langs zwarte toermalijnkristallen laat stromen en ‘helende informatie’ toevoegt. En ook de yoghurt die ik vanochtend heb gegeten is fout. Want zuivel saboteert de opname van vitamines en mineralen. Die spirulina heb ik dus voor niets gedronken.
De smoothie smaakt even zo goed niet verkeerd. De eerste slok is een beetje bitter, maar de banaan en kokos maken een hoop goed. Verder bevat het bruinige drankje onder meer bloedsinaasappel, avocado, kaneel, geïoniseerd water, lecithine (‘Goed voor de hersenen’), hemp, Himalayazout en natuurlijk heel veel algen en helemaal geen suiker.
‘Je ruikt een beetje apart’, zegt m’n vriendin als ik tussen de middag thuiskom. ‘Je bedoelt vies?’ ‘Nee, apart. Een beetje als een paard.’ Honger als een paard heb ik in ieder geval niet. Ik heb zelfs, zoals dat zo raar heet, een voldaan gevoel. Op veel helderheid kan ik mezelf nog niet betrappen, maar met de energie zit het wel goed. Na nog wat gemengde noten, spirulina en een paar rauwe chocoladebonbons snel ik mij naar de redactievergadering van Nieuw Amsterdams Peil. Daar wordt ik geplaagd door de paranoïde gedachte dat er iets blauwgroens tussen m’n tanden zit. Dat blijkt even later voor de spiegel ook inderdaad het geval.
Langzaam maar zeker begint m’n eetregime me tegen te staan. De tweede smoothie van de dag (andijviegroen) is bitter en bijna even hartig als soep. Ik krijg opeens heel veel zin in echte soep, maar dat mag natuurlijk niet, want soep is verhit. Mijn avondeten helpt ook al niet. Een bodemloze schaal rauwe spinazie met alfalfa, wortels, tomaten, pijnboompitten en een beetje olijfolie en azijn. Het zit niet mee. Zelfs de klok spant tegen mij samen. Nog vier uur tot middernacht.
Aan het eind van de avond maak ik de balans op. Heeft raw food me helderder gemaakt? Niet echt. Mijn gedachten zijn nog even mistig als voorheen. Zicht plaatselijk niet verder dan vijftig meter. Maar ben ik er energieker van geworden? Misschien wel. Of is dat het placebo-effect? De weeë nasmaak van al die algendrankjes kost in ieder geval ook de nodige energie. En levensvreugde.
Eén minuut over twaalf. Die nasmaak. Het spijt me spirulina, maar ik ga je doven met een tosti. Van de niet-rauwe variant.