Creatieve oplossingen voor dreigend olietekort

Transition HandbookIs de groenstrook langs je straat over een paar jaar veranderd in een moestuin? En pluk je dan appels en peren aan de grachten? Als Amsterdam een Transition Town wordt wel.


AMSTERDAM, 14 jan. – Over hooguit 25 jaar neemt de oliewinning af en stijgt de prijs tot ongekende hoogtes, zegt de Brit Rob Hopkins. Omdat de olievoorraad eindig is en het verbruik bijdraagt aan klimaatverandering, heeft Hopkins in 2005 de Transition Town-beweging opgericht. De beweging probeert lokale gemeenschappen op te bouwen die minder afhankelijk zijn van olie. De Zuid-Engelse stad Totnes is de eerste Transition Town ter wereld. Het is de woonplaats van Hopkins en heeft 8.000 inwoners. Groot-Brittannië telt inmiddels vijftig Transition Towns. In Nederland zijn sinds vorig jaar zeven steden of wijken bezig een Transition Town te worden, waaronder Amsterdam.

Groningen en Deventer zijn een eind op weg met het informeren van hun bewoners, in Amsterdam moet dat proces nog beginnen. ‘Er is nu een groepje van acht mensen bezig met de voorbereiding’, zegt Auke Bakker, die het initiatief in Amsterdam leidt. ‘Eind januari zal de planning rond zijn en op internet verschijnen. Hopelijk gaat de trein daarna rollen.’ Bakker heeft in november al wel iets georganiseerd in De Pijp. De volgende bijeenkomsten zullen gericht zijn op de hele stad. ‘Amsterdam als geheel is veel te groot om één Transition Town te worden’, zegt Bakker, ‘maar we hopen dat er na de bijeenkomsten een stuk of zeven, acht groepjes ontstaan die de kar gaan trekken in verschillende stadsdelen’. Stadsdeel Zuid heeft al interesse getoond. Bakker: ‘De interesse van de politiek is groot, maar het initiatief moet van de burgers komen. Pas als er concrete plannen zijn gaan we de stadsdelen er actief bij betrekken’.

Een Transition Town is een lokale gemeenschap zoals een stad, een dorp of een wijk, waar de bewoners zelf projecten verzinnen om de CO2-uitstoot en de afhankelijkheid van olie stukje bij beetje te verlagen. Bakker: ‘Denk bijvoorbeeld aan een moestuin op een groenstrook van de gemeente. De bewoners van een straat verbouwen hun voedsel lokaal, ze onderhouden de tuin en verdelen de oogst onderling. Er hoeft dan geen groente te worden ingevlogen en dat verlaagt de CO2-uitstoot.’

Een belangrijk kenmerk van Transition Towns is het bottom-up-principe: de burger bedenkt een project en voert het vervolgens zelf uit. Een Transition Town valt of staat met de motivatie van de bewoners. Bakker: ‘In de eerste fase van de oprichting van een Transition Town is het vooral belangrijk mensen bewust te maken van de problemen. Natuurlijk kunnen we Amsterdam niet in een klap onafhankelijk maken van olie, maar je moet klein beginnen. Omdat een Transition Town uitgaat van de initiatieven van bewoners en niet van een politiek besluit, is de kans dat het aanslaat veel groter’.

Eveline Rodenburg is een van de Nederlandse initiatiefnemers en oprichtster van Transition Town Groningen. In Schotland maakten zij en haar echtgenoot kennis met het concept. ‘We dachten in Nederland helemaal vanuit het niets te moeten beginnen’, zegt Rodenburg, ‘maar er bleken al mensen bezig met het opzetten van Transition Towns’. Binnen korte tijd was een landelijke groep ontstaan. ‘Samen hebben we een website gemaakt, flyers ontworpen en e-mails verstuurd naar onze contacten.’ Vrijwel direct begonnen mensen uit de landelijke groep met het organiseren van informatiebijeenkomsten in hun eigen woonplaats. In Deventer en Groningen is dit proces het meest gevorderd. ‘In Groningen zijn inmiddels twee werkgroepen ontstaan’, zegt Rodenburg, ‘een voedsel- en een energiewerkgroep’.

In Deventer zijn nu drie informatiebijeenkomsten geweest. ‘Voor de laatste bijeenkomst was zoveel animo dat we mensen weg moesten sturen’, lacht Paul Hendriksen van Transition Town Deventer. ‘Onder die mensen was ook de fractievoorzitter van de lokale PvdA.’ Hendriksen: ‘Tijdens de bijeenkomsten zijn al twee projecten voorgesteld. Op de daken van twee flats en een wijkvereniging willen de buurtbewoners zonnepanelen neerleggen, waarmee een deel van de wijk van stroom kan worden voorzien. Een andere vrouw stelde voor om in het park dat bij haar in de wijk wordt aangelegd een ´eetbare tuin´ te maken. Daar komen dan onder andere fruit- en notenbomen te staan’.

Meestal gaat een Transition Town een half tot een heel jaar na de eerste bijeenkomst officieel van start. Er zijn dan werkgroepen gevormd en projecten uitgezet. In het Britse Totnes zijn in twee jaar tijd zijn meer dan twintig projecten opgestart onder andere op gebied van voedsel, economie, energie en scholing. Restproducten uit fabrieken worden door andere bedrijven hergebruikt en overal in de stad zijn notenbomen geplant. Maatschappelijke organisaties en bedrijven zijn nauw bij de projecten betrokken. Rob Hopkins heeft zijn ervaringen en ideeën beschreven in “The Transition Handbook”, waarvan de handleiding inmiddels in het Nederlands vertaald is.

Transition Towns in wording: Amsterdam, Den Haag, Den Helder, Deventer, Eindhoven, Groningen en Maassluis. Zie www.transitiontowns.nl voor informatie over Transition Towns in Nederland. Op www.aktieagenda.nl worden deze maand de data van bijeenkomsten in Amsterdam gepubliceerd.