Het Openbaar Ministerie eist vrijspraak voor de twee agenten die terecht staan voor de dood van de 33-jarige Marcel van der Felz. Volgens de officier van justitie zijn beide agenten niet nalatig geweest in het verzorgen van Van Der Felz die augustus 2003 stierf in een Amstelveense politiecel aan een overdosis cocaïne en GHB.
In 2004 concludeerde het OM al dat er geen reden was om de nu 59- en 56-jarige agenten te vervolgen. Het gerechtshof in Amsterdam besloot na een vooronderzoek afgelopen jaar wel tot vervolging over te gaan.
De ambulancebroeder die Van Der Felz op het politiebureau bracht, oordeelde dat diens stuiptrekkingen en agressieve gedrag het gevolg waren van psychische problemen.
Later bleken drugs de oorzaak te zijn. Volgens de officier hebben de agenten gehandeld op basis van de diagnose van de broeder. Daarom belden zij de crisisdienst in plaats van het ziekenhuis. In 2005 stond de ambulancebroeder al terecht voor het ‘opzettelijk in hulpbehoevende toestand brengen’ van Van Der Felz. Hij werd vrijgesproken.
De advocate van beide agenten, Lian Mannheims, sluit zich aan bij de eis van de officier. Bij vrijspraak wil ze wel een ‘goede verklaring’ van het gerechtshof waarom tot vervolging van de agenten is overgegaan. De keuze van het gerechtshof om tegen de beslissing van het OM in te gaan bewijst volgens Mannheims dat ‘de tentakels van het strafrecht veel te ver reiken in deze samenleving’.
De rechtbank doet op 21 januari uitspraak.