Twee faculteiten van de Universiteit van Amsterdam worstelen met de toestroom van het aantal studenten. De faculteiten van Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica (NWI) en Economie en Bedrijfskunde (EB) hebben dit jaar respectievelijk zes en tien procent meer studenten dan vorig collegejaar. “Selectie wordt misschien onvermijdelijk.”
Aan de faculteit voor NWI studeren dit jaar bijna 6000 mensen, ruim 400 studenten meer dan vorig collegejaar. Decaan Peter van Tienderen heeft vooral een nijpend tekort aan collegeruimtes: “We hebben een noodplan nodig voor volgend jaar. Misschien moeten we op korte termijn zelf lokalen bijbouwen om het aantal studenten aan te kunnen.”
Ook de hoge werkdruk bij docenten leidt tot problemen, bijvoorbeeld bij de bachelorstages. “Met het aantal studenten groeit ook het aantal stages dat we moeten begeleiden”, zegt Van Tienderen. “De begeleiding was altijd individueel, maar dat moeten we anders gaan doen.” Een probleem met het aannemen van nieuwe docenten is dat trends grillig kunnen zijn, het studentenaantal kan volgend jaar weer afnemen.
Op de gehele universiteit is het aantal studenten na een kleine dip weer toegenomen: dit collegejaar zijn het er met 31.505 studenten bijna duizend meer dan vorig jaar. De groeicijfers passen in de landelijke trend. Nog nooit studeerden er zoveel mensen aan Nederlandse universiteiten als dit jaar, namelijk 264.838 mensen.
Dat aantal groeit zo snel dat er problemen ontstaan, herkent ook Jan Sinnige van studentenorganisatie Interstedelijk Studenten Overleg (ISO). “We zien het grootste probleem bij de bèta-opleidingen”, zegt Sinnige. Hij was woensdag in Den Haag om de groei te bespreken met minister Jet Bussemaker (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). “Maar voor veel universiteiten geldt dat er door de toename van het aantal studenten te weinig docenten, studieplekken en computers zijn.”
[owl-carousel category=”UvA Studenten” singleItem=”true” autoPlay=”false”]Bètastudies zijn niet de enige opleidingen die last hebben van de groei. Ook op de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de UvA is het dit jaar drukker geworden. Dit collegejaar zijn er met 5.363 inschrijvingen 10 procent méér studenten dan vorig jaar. “Hoorcolleges zijn nog te doen”, zegt professor Peter van Baalen. “Maar bij het nakijken van tentamens en bij werkgroepen merk je dat er extra docenten nodig zijn. Om dat op te lossen gaan de huidige docenten meer uren draaien en zetten we, als dat nodig is, studentassistenten in voor extra hulp.”
Een oplossing die slechts tijdelijk soelaas biedt, want Van Baalen ziet net als decaan Van Tienderen nu al een groei in het aantal aanmeldingen voor volgend jaar. En dus overweegt de faculteit om een stop op het aantal studenten zetten. “Als het aantal studenten blijft groeien, moeten we het overwegen. We willen de kwaliteit van het onderwijs waarborgen”, zegt Van Baalen.
Ook de decaan van de faculteit van NWI ziet zich gedwongen om maatregelen te nemen als het aantal studenten de kwaliteit van de opleidingen in gevaar brengt. Een stop op het aantal studenten is dan een reële optie. “We moeten onderzoeken hoe we de juiste student op de juiste plek krijgen”, zegt Van Tienderen. “Het instellen van numerus fixus is een uiterste maatregel. Maar het is misschien onvermijdelijk.”
Kunnen opleidingen zomaar het aantal studieplaatsen beperken? Volgens de woordvoerder van minister Bussemaker, Michiel Hendrikx, is dat aan de onderwijsinstelling zelf om te bepalen. Ook mag de opleiding zelf de manier van selectie kiezen. “Het moet een tijdelijk karakter hebben”, zegt Hendrikx. “Maar de minister snapt het als studies een numerus fixus moeten invoeren als het anders ten koste gaat van de kwaliteit van het onderwijs.”
Een studentenstop zal komend collegejaar in ieder geval nog niet gebeuren bij beide faculteiten. Dat hadden ze voor 1 december moeten melden bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). “Selectie invoeren is een lastig proces dat veel tijd kost”, zegt decaan Van Tienderen. “Het is dus moeilijk om in te spelen op zo’n grote studentenstroom.”
Jan Sinnige van studentenorganisatie ISO ziet ook landelijk signalen dat er meer geselecteerd gaat worden. “Het gaat om de balans tussen kwaliteit van het onderwijs en toegankelijkheid. Je kunt het universiteiten ook niet kwalijk nemen als het geld op is, maar studentenstops zijn nooit een goede oplossing. We willen én goed én toegankelijk onderwijs.”
[owl-carousel category=”UvA interview” singleItem=”true” autoPlay=”false”]De Universiteit van Amsterdam laat weten hiervan op de hoogte te zijn. “Mochten de aantallen sterk stijgen dan kan een numerus fixus een uiterste maatregel zijn om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen. Dat zal dan uiteraard met de decanen, opleidingscommissies en met de facultaire medezeggenschap besproken worden”, laat een woordvoerder via de mail weten. Op dit moment hebben 6 van de 68 bacheloropleidingen aan de UvA een vorm van selectie en 40 van de 280 masterprogramma’s.
Lees hier het verhaal van Eline, die geweigerd werd voor een master aan de UvA.