Vorige week koos een vijftienjarige leerling in Heerlen ervoor om niet langer te leven. Hij werd op school gepest. Hoe kan een school omgaan met de zelfverkozen dood van een leerling? Conrector Sita Remesar van het Vossius Gymnasium in Amsterdam maakte het zeven jaar geleden mee.
Het was maandagochtend vroeg toen het nieuws de gangen van het Vossius Gymnasium bereikte dat een veertienjarige oud-leerling zichzelf van het leven had beroofd. “We hoorden het vrijwel direct”, herinnert conrector Sita Remesar zich die dag in 2010. “Terwijl hij toen al niet meer bij ons op school zat.” De veertienjarige was in de eerste klas van gymnasium begonnen, maar stapte daarna over naar een andere school. Toch had hij nog veel vrienden op het gymnasium.
“We dachten dat het misschien alleen binnen zijn vriendengroep zou leven, omdat hij niet meer bij ons op school zat”, zegt Remesar. “Maar het had binnen de hele school een grote impact. Niet alleen onder leerlingen, ook bij de docenten.” Zoals op zoveel scholen had ook het Vossius Gymnasium een protocol wat te doen bij de dood van een leerling. Maar volgens Remesar verliepen de meeste dingen de daaropvolgende dagen intuïtief. “Allereerst is dat: informatie geven. Na een zelfmoord zijn er veel onbeantwoorde vragen. Die hebben we, in contact met zijn moeder, zoveel mogelijk proberen uit te leggen.”
Die maandag stonden alle lessen in het teken van wat er die ochtend gebeurd was. Mentoren peilden bij leerlingen waar ze behoefte aan hadden. En dus werd er een ruimte ingericht waar leerlingen met elkaar konden praten. “Het helpt om een rituele plek in te richten”, legt Remesar uit. “Een plek waar je kaarsjes kunt branden of juist een moment stil kunt zijn. Ook was er wekenlang een mentor aanwezig om met de kinderen te praten.”
'Het helpt om een rituele plek in te richten'
Ruimte bieden aan wat leerlingen nodig hebben, is belangrijk. “Een paar scholieren hebben bijvoorbeeld een tekening van de overleden jongen gemaakt. Die hebben we toen ter nagedachtenis in de school opgehangen. Om het een plek te geven. We zijn steeds blijven vragen waar de leerlingen behoefte aan hadden: besteden we er meer aandacht aan, of gaan we verder?”
In Heerlen ligt de situatie nog complexer, merkt Remesar op. “Voor de scholieren die meededen aan het pesten, heeft het een enorme impact. Zo’n trauma kan levenslange gevolgen met zich mee brengen.” Maar ook zonder pesten zijn de gevolgen van een zelfmoord lang merkbaar op school. Zo waren er op het Vossius Gymnasium maanden later leerlingen die er nog last van hadden. Leerlingen die zich opeens anders gedroegen, niet meer lachten, of stiller waren. “Die hebben we goed in de gaten gehouden. Stuk voor stuk hebben we gekeken of ze specialistische hulp nodig hadden.”
Zelfmoord binnen het middelbaar onderwijs leidt snel tot de vraag of een school het niet had kunnen voorkomen, door preventieprogramma’s of protocollen. De conrector blijft even stil, zegt dan: “Als iemand ervoor kiest om te sterven, zorgt dat voor een ontzettend schuldgevoel. Dat is pijnlijk, en dat hoort ook pijn te doen. Maar je moet ook relativeren. Je kunt doorschieten met allerlei protocollen tegen zelfmoord alsof je het door protocollen kunt voorkomen, maar dat kan niet. Je moet altijd bewust en alert zijn, maar in een dynamische, chaotische wereld kun je niet alles beheersen.”
Het Vossius Gymnasium heeft, zoals het merendeel van de Amsterdamse scholen voor voortgezet onderwijs, geen specifiek programma voor suïcidepreventie. Toch gaat het sinds die ene maandag in 2010 vaker over preventie. “Jongeren zijn nu eenmaal kwetsbaar”, zegt Remesar, “en dat moet je voortdurend in de gaten houden. Wij doen dat door problemen aan te kaarten waar leerlingen mee te kampen hebben: prestatiedruk, eetproblemen en pesten. Zelfs nu, na bijna zeven jaar, praten we nog af en toe over die dag. De dood van een leerling maakt je pijnlijk bewust dat je heel zorgvuldig met deze groep om moet gaan.”
Behoefte aan een gesprek of informatie over suïcide? Ga naar https://www.113online.nl
Amsterdamse middelbare scholen zien geen meerwaarde in de suïcidepreventietraining van de GGD. Lees er hier meer over.