Het verschil in werkloosheidscijfers tussen autochtone en niet-westerse allochtone jongeren in Amsterdam is sinds 2011 verdubbeld. Dit blijkt uit cijfers van Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek (OIS).
Eind 2014 had 14 procent van de autochtone jongeren geen werk. Van de niet-westerse allochtone jongeren was 38 procent werkloos. In 2011 was 10 procent van de autochtone jongeren werkloos, tegenover 22 procent van de niet-westerse allochtone jongeren. Het verschil in werkloosheid tussen de twee groepen jongeren is in drie jaar verdubbeld van 12 naar 24 procent.
“Jeugdwerkloosheid is de laatste jaren over de hele linie toegenomen”, zegt Idske de Jong van Bureau Onderzoek, Informatie en Statistiek. “Maar de werkloosheid onder niet-westerse allochtone jongeren groeit veel sneller.” Onder jeugdwerklozen vallen alle jongeren die op zoek zijn naar werk of een bijbaan.
Iris Andriessen, onderzoeker aan het Sociaal Cultureel Planbureau, noemt de crisis als oorzaak. “Als het economisch slechter gaat neemt discriminatie toe. Omdat het aanbod aan personeel groot is, worden werkgevers kieskeuriger. Triviale dingen als etnische achtergrond kunnen tijdens een sollicitatie beslissend zijn.”
Het verschil in werkloosheidscijfers tussen autochtone en niet-westerse allochtone jongeren is landelijk ook zichtbaar – respectievelijk 11 en 29 procent in 2014 – maar neemt minder snel toe. Waar de kloof in Amsterdam de laatste drie jaar met 12 procent groeide, was dat landelijk 2,1 procent.
“Het contrast tussen Amsterdam en de rest van Nederland is moeilijk te verklaren”, zegt de Jong. “Een groot aandeel van de werkloze jongeren in Amsterdam zijn scholieren, vaak van Marokkaanse afkomst, die geen bijbaan kunnen vinden. Maar dat verschijnsel is op zich niet nieuw.”