Donderdag lanceerde wethouder Simone Kukenheim (D66, Onderwijs, Jeugd, Diversiteit) de Amsterdamse mensenrechtenagenda. Volgens de wethouder is het belangrijk om mensenrechten op lokaal niveau bespreekbaar te maken. Over de concrete uitwerking kan ze echter nog weinig zeggen. “We willen niet overhaasten.”
Wat houdt de mensenrechtenagenda in?
“We willen niet vanuit het stadhuis een boekje schrijven waarin staat hoe we in Amsterdam invulling aan mensenrechten geven. We willen het debat aangaan. We weten op dit moment nog niet precies wat het concreet gaat worden. We gaan het komend halfjaar met alle Amsterdammers proberen tot die agenda te komen.”
Is het dan nodig in Amsterdam?
“Mensenrechten en democratie zijn fundamentele pijlers onder onze samenleving. Daarom hebben we ons als college voorgenomen dit thema uit te diepen. Het is belangrijk om aan thema’s als mensenrechten en democratie te blijven werken. Het is geen knopje dat je zomaar aan kunt zetten.”
Welke actuele gebeurtenissen maken een mensenrechtenagenda noodzakelijk?
“Het is belangrijk om discussie te voeren over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers, over de spanning naar aanleiding van de aanslagen in Parijs en over de decentralisering van de zorg. Of over de jeugdwerkloosheid in Amsterdam, die onder bepaalde groepen veel hoger is dan onder andere groepen.”
Wat is het probleem met jeugdwerkloosheid?
“Als je twee personen met dezelfde opleiding en hetzelfde netwerk naast elkaar zet, zie je dat er veel meer jongeren van allochtone afkomst werkloos zijn dan autochtone jongeren. Dat is echt ernstig. Want dan heb je het over uitsluiting van bepaalde groepen.”
Wat kan de mensenrechtenagenda dan betekenen voor die jongeren?
“Nogmaals, ik ga in dit stadium geen concrete maatregelen noemen. Maar we zouden met werkgevers in overleg kunnen gaan. We kunnen dan bespreken hoe zij kunnen bijdragen aan betere naleving van de mensenrechten. Moeten wij als gemeente bijvoorbeeld met opleidingen in gesprek omdat jongeren nog bepaalde skills missen?”
Maar u wilde het niet van bovenaf opleggen.
“Nee, dat willen we zeker niet. Het gaat er juist om dat werkgevers en jongeren eigenaar worden van het proces. Het is efficiënter als mensen zelf een ontwikkeling in gang zetten.”
Hoe zet je als Amsterdammer zo’n ontwikkeling in gang als je vindt dat je rechten geschonden worden?
“We gaan nu bedenken hoe we dat vorm gaan geven. Ik kan me heel goed voorstellen dat er nog meer bijeenkomsten komen.”
En op die bijeenkomsten kunnen Amsterdammers dus punten indienen?
“Ik hoop dat er op die bijeenkomsten mensen komen die zich zorgen maken, die een bijdrage willen leveren aan de mensenrechten in de stad. Maar we moeten ook zorgen we niet gaan wijzen naar de schuldige. De bijeenkomst is geen rechtbank. We moeten een agenda maken met thema’s die in de stad spelen. Het gaat verder dan: ‘wethouder, mijn recht wordt geschonden, doe er wat aan’.
Wanneer wordt wel duidelijk hoe Amsterdammers concreet een bijdrage kunnen leveren?
“We gaan in het komende half jaar kijken hoe we dat vorm gaan geven. We willen dat niet overhaasten, want daarmee slaan we het proces in een klap dood. Dat zou zonde zijn.”
Waar hoopt u over vijf jaar met dit project te staan?
“Dan hoop ik dat bij alles wat we doen in deze stad wordt nagedacht over zaken als mensenrechten en democratie. Dat het vanzelfsprekend wordt gevonden.”
Is dat nu niet ook al zo?
“Dat is nu ook het geval, maar ik heb u net gezegd: democratie en het praten over mensenrechten is niet het simpel omzetten van een knopje. Daar moet je altijd aan blijven werken. Ook over vijf jaar.”
Wordt daar nu te weinig aan gewerkt?
“Ik denk dat het veel explicieter kan. Juist nu. Dat je formuleert: wat is democratie voor ons? Wat betekent dat? Ik denk dat dat heel relevant is en dat de mensenrechtenagenda daar een goed instrument voor is.”