AMSTERDAM, 22 juni – Jongerenbeweging G500 wil van binnenuit partijcongressen van VVD, PvdA en CDA overvallen om het tienpuntenplan erdoor te drukken. Maar dat is nog niet zo makkelijk, bleek vorig weekend tijdens G500 Warmt Op!.
De vloer van het Trajectum College in Utrecht heeft dezelfde kleur als het logo van jongerenbeweging G500: oranje. Vandaag, zaterdag 16 juni, komen hier sympathisanten van het initiatief bijeen voor het evenement G500 Warmt Op!, bedoeld als voorbereiding op de partijcongressen van VVD, PvdA en CDA.
Aan witte picknicktafels zitten groepjes jongvolwassenen te discussiëren over de toekomst van Nederland. ‘Hoi, ik ben Richard’, zegt een jongeman van 32 met een colbertje aan. ‘Ik sluit me even bij jullie aan, oké?’ Richard is blij eindelijk gelijkgestemden gevonden te hebben. ‘Normaal ben ik altijd de jongste’, zegt hij over zijn ervaringen op vergaderingen van de VVD. Nu is hij de oudste.
Net als de andere aanwezigen draagt Richard een wit bordje met zijn voornaam erop. Dat scheidt hem van het ‘kernteam’ van G500. Zij hebben oranje naambordjes opgespeld. Op hun leider na. Oprichter Sywert van Lienden – jasje, strakke spijkerbroek, felblauwe suède schoenen – draagt geen naambordje. Hij wordt door iedereen toch wel herkend.
‘Het is zeventig dagen na Buitenhof’, spreekt Van Lienden de grofweg 180 aanwezigen toe. In dat tv-programma presenteerde hij zijn plannen voor politieke hervorming: vijfhonderd jongeren lid maken van de vergrijsde middenpartijen VVD, PvdA en CDA om op de partijcongressen het G500-tienpuntenplan er doorheen te drukken. Zo wil de beweging van Van Lienden dat iedereen een zorgspaarpot opbouwt naast het pensioen en dat de staat leningen binnen tien jaar afbetaald, om de nieuwe generatie niet op te zadelen met de staatsschuld van de vorige. Met deze aanval van binnenuit wordt de politiek gedwongen de belangen van jongeren serieus te nemen. Een onconventioneel en dapper plan – al snel waren er ruimschoots voldoende aanmeldingen.
Na een stormachtig begin met veel media-aandacht wordt het voor Van Lienden en zijn medestanders steeds duidelijker: het is makkelijker gezegd dan gedaan. Want een meerderheid op de congressen bepaalt niet het verkiezingsprogramma. De macht ligt bij partijleiders en afgevaardigden. Zij hebben een eigen agenda, tot stand gekomen in kleine zaaltjes verspreid door het land waar niet of nauwelijks gestemd wordt.
Sinds de lancering is het kabinet gevallen en is de tijd gaan dringen voor G500. ‘We hebben nog 88 dagen te gaan tot de verkiezingen’, zegt Van Lienden tegen zijn volgelingen die zich verzameld hebben in de aula van het Trajectum College. Met zijn smartphone loopt hij door zijn speech heen. ‘Het is een weg vol doodlopende dwaalsporen. Maar laat je niet ontmoedigen.’
Voordat Nederland op 12 september naar de stembus gaat, wil G500 de verkiezingsprogramma’s beïnvloeden. Op 23 juni is het VVD-congres en precies een week later vallen de congressen van PvdA en CDA op dezelfde dag. Dat maakt het G500 niet makkelijker. Vandaag op het programma: een stoomcursus congresvoering. Want hoe doe je dat eigenlijk, zo’n congres overvallen?
‘Ik ben hier om te weten wanneer ik mijn hand moet opsteken’, zegt Micha, een 31-jarige student ontwikkelingseconomie. Hij studeert langer door, omdat ‘de arbeidsmarkt op zijn gat ligt’. Nee, hij vindt het niet erg stemvee te zijn, als dat de manier is om op te komen voor de belangen van jongeren. Hij is nog niet eerder politiek actief geweest en is van plan na de verkiezingen zijn nieuw verworven lidmaatschappen van CDA, VVD en PvdA weer op te zeggen. ‘Ik ben een pragmaticus’, zegt hij.
Micha is niet de enige. De meeste deelnemers zeggen ‘niets met partijpolitiek te hebben’ en ‘geen politieke ambities te hebben’. Of ze binnen G500 hogerop willen komen, durven ze ook niet te zeggen, want ‘wie weet wat ervan terecht zal komen’, zoals antropologiepromovendus Marten zegt. Het gaat hen om het tienpuntenplan, dat moet op de politieke agenda komen te staan.
Boven in een lokaal waar oranje EK-vlaggetjes hangen begint de workshop ‘Congresvoering PvdA’. Lid van het G500-kernteam Max Patelski staat samen met PvdA’er Michiel Emmelkamp, oud-voorzitter van de Jonge Socialisten, voor de groep. Het begint met een voorstelrondje. Zo’n twintig deelnemers zitten in een kring.
Sander, student rechten in Leiden, zegt ‘best wel ideologisch’ te zijn. Barbara zegt tegen ‘een aantal problemen’ in haar leven aan te lopen. ‘En daar sloot het tienpuntenplan op aan.’ Timo, net eindexamen gedaan, vindt dat de PvdA ‘naar het midden is gekropen onder Kok en Bos’ en hij denkt dat de achterban daar niet blij mee is. ‘Goeie’, zegt Anna en ze sluit zich daarbij aan.
Emmelkamp weet hoe stroperig de procedures zijn op een congres. ‘Eigenlijk werkt het op alle manieren verstrooiend’, zegt de voorzitter van PvdA Groningen . Van de stemmen ligt slechts 25 procent bij de individuele leden, legt hij uit. De rest ligt bij afgevaardigden uit het hele land. Emmelkamp: ‘Als je afdeling Amsterdam om hebt, heb je veertig van de 1200 stemmen. Dan moet je dus nog afdeling Waddinxveen en afdeling Schiermonnikoog overtuigen.’
Max Patelski vertelt hoe hij de afgelopen weken met Van Lienden en een aantal andere G500-prominenten langs zaaltjes is geweest. ‘We constateren dat het heel lastig is’, zegt hij. Emmelkamp gooit er nog een aantal stevige uitspraken achteraan. Zoals: ‘De koers van de partijleiders gaat er vrijwel altijd door.’ En: ‘Op een congres worden geen grote besluiten genomen. Het is een overschat fenomeen.’ De opgewonden, onbevangen sfeer maakt plaats voor berusting.
‘Zal ik vertellen wat er wél kan?’, vraagt Emmelkamp de groep. De G500-punten moeten volgens hem aansluiten bij het PvdA-gedachtegoed. ‘Gelijke kansen, emancipatie, solidariteit; dat soort begrippen doen het heel goed’, zegt hij. ‘En je moet iets met veel poeha verliezen. Het draait immers allemaal om beeldvorming.’
Het besef groeit onder de G500-jongeren dat een mediaoffensief de beste kans van slagen heeft. Maar wat is slagen in dit geval? G500 is geen politieke partij, de beweging is niet uit op kiezers. Het idee is om de partijen als middel te gebruiken, in plaats van als doel. De partij wordt zo slechts een vehikel voor politieke hervorming. Van Lienden is niet van plan de politiek in te gaan. Hij wil ‘verbinden’, zoals hij telkens zegt. Maar als dat in de oorspronkelijke opzet niet lukt, hoe dan wel?
Dat Van Lienden en de zijnen mediageniek zijn is duidelijk. Na de onthulling bij Buitenhof waren Van Lienden en ook medeoprichter Danny Mekic’ overal te zien – van Radio 1 en de Volkskrant tot De Wereld Draait Door. En ook in het Trajectum College weet men de media te bespelen. De dag wordt geopend met een waarschuwing: ‘Er zijn heel wat journalisten aanwezig, wees je daarvan bewust.’
Maar zelfs G500 doet niet alles goed in de media. In de workshop ‘Priming en framing’, gegeven door Andor Admiraal, wordt de campagne flink afgebrand. Admiraal, zelf tien jaar lang woordvoerder van D66 geweest, pakt het eerste spotje van G500 erbij. De boodschap: doneer nu! Ofwel: wij willen geld. Niet zo slim, volgens Admiraal.
En ook Van Liendens speech wordt door de mangel gehaald. Hij zei: ‘Wij zijn niet op de baantjes uit.’ Admiraal: ‘Het enige wat ik dan denk: jullie zijn op de baantjes uit!’ Je moet een verwijt nooit herhalen, volgens Admiraal, want dan stap je in het frame van de ander. ‘En dat is dodelijk.’
Wederom krijgen de G500-jongeren een pessimistisch beeld voorgeschoteld. ‘Je gaat niets bereiken op deze manier’, pepert Admiraal hen in. Net als PvdA’er Emmelkamp raadt hij aan om groots te verliezen en oprecht boos te worden. Admiraal: ‘Ga voor een faalstrategie. Zorg dat Nederland verontwaardigd is omdat jullie niet gehoord worden.’
Er moet dus een spelletje gespeeld worden. De beweging zal zich moeten aanpassen aan de mediawerkelijkheid van Den Haag. En dat terwijl het G500 juist om de inhoud ging. G500 wilde niet polariseren, maar verbinden. Persvoorlichter Ilse van Eck geeft toe: ‘We wilden pleasen.’ Communicatiestrateeg Admiraal schudt zijn hoofd. ‘Dat past bij een schattige naïeve beweging. Maar je moet mensen boos maken!’