Nummer vier op de lijst van subsidietrekkers in Amsterdam: Ouder Kind Centra. Wat gebeurt daar?
Amsterdam – Een probleem, een loket. Dat wil CU-minister Rouvoet van Jeugd en Gezin met de centra voor Jeugd en Gezin. In Amsterdam zijn ze er al jaren mee bezig, maar heet het anders: de Ouder Kind Centra (OKC). Deze centra staan met een bedrag van 14.222.000 euro op de vierde plek van subsidietrekkers op de gemeentebegroting van Amsterdam voor 2010.
Aan de van Brederodestraat in stadsdeel Oud-West wappert boven de deur van nummer 108 een vlag met Ouder Kind Centrum. In het ruime pand huizen sinds april vorig jaar verschillende organisaties, die samen het OKC vormen. Want een Ouder Kind Centrum is een ‘samenwerkingsverband’. Vaste partners van de OKC’s zijn de GGD, een consultatiebureau, de Jeugdgezondheidszorg, kraamzorg, een verloskundigen praktijk en opvoedondersteuning.
Amsterdam startte in 2002 met het eerste OKC, om de samenwerking te verbeteren tussen organisaties die jeugd helpen. Sinds 2009 heeft elk stadsdeel tenminste een officiëel OKC, dat aan het ‘basismodel’ met de vaste partners voldoet. In totaal zijn er vijfentwintig locaties die een OKC gaan worden, maar een deel daarvan is nog in ontwikkeling. De OKC’s worden gerund door het stadsdeel, die daarvoor geld van de gemeente krijgen.
In de van Brederodestraat is op de begane grond net de peuterspeelzaal uitgegaan. Aan de andere kant van de hal is de ‘speel-o-theek’. Ouders kunnen daar speelgoed lenen en twee keer in de week aan een ‘speelgroep’ meedoen, om te leren spelen met je kind. Deze maandag is het rustig in het OKC, er loopt slechts een moeder met een baby op haar buik. “Vandaag zijn er geen spreekuren,” verklaart manager van het OKC Greetje Spruyt de rust. Ze laat de kantoren van het opvoedpunt, de GGD en het consultatiebureau zien.
Een belangrijke functie van het OKC is het signaleren van problemen bij kinderen. Hoewel Spruyt het liever geen problemen noemt, maar van het ‘niet pluis gevoel’ spreekt. Is er het gevoel dat iets niet pluis is met een kind, dan zoekt het OKC de juiste partners om daar wat aan te doen.
“Het helpt dat veel partners samen in dit gebouw zitten. Je loopt snel even bij elkaar langs om wat te bespreken of advies te vragen.” Ook is het de bedoeling dat ouders die nog niet weten naar welke instantie ze moeten gewoon binnen lopen en bij de balie doorverwezen worden. Dit gebeurt nu nog te weinig, zegt Spruyt.
Een andere poot van het OKC zijn ‘preventieve activiteiten’. Bij het opvoedpunt kunnen ouders terecht voor pedagogisch advies en er zijn cursussen en informatie-avonden.
Uiteindelijk moet het OKC er voor zorgen dat er minder gaten zijn in het vangnet voor jeugd. Of dit ook werkt is volgens Spruyt nu nog moeilijk te zeggen. “Er is nog geen onderzoek naar geweest. En bij preventie is het altijd moeilijk te zeggen of het werkt.” In de praktijk zijn het nu vooral ouders van jonge kinderen die de weg naar het OKC weten te vinden. Spruyt: “Door het consultatiebureau zijn die zoiezo al in zicht.” De OKC’s zijn nu bezig ook de jeugd tot en met de middelbare schooljeugd erbij te trekken.
In 2011 moet de jeugd tot 23 jaar terecht kunnen in een OKC, vertelt Adelien de Koster, beleidsmedewerker van de gemeente Amsterdam. Dan moeten namelijk de centra voor Jeugd en Gezin van minister Rouvoet klaar zijn. In Amsterdam worden de OKC’s uitgebreid zodat ze aan deze eisen voldoen.
Reacties zijn gesloten